Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bikker en Van Nispen over Chileense en andere illegale adopties en archivering adoptiedossiers
Vragen van de leden Bikker (ChristenUnie) en Van Nispen (SP) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over Chileense en andere illegale adopties en archivering adoptiedossiers (ingezonden 9 januari 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Coenradie (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 25 februari 2025). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 1170.
Vraag 1
Kent u de antwoorden van de toenmalige Minister voor Rechtsbescherming op de vragen
van het lid Van Nispen?1
Antwoord 1
Ja, daarmee ben ik bekend.
Vraag 2
Wat is de stand van zaken van het Chileense strafrechtelijk onderzoek naar verschillende
gevallen van vermeende illegale adoptiepraktijken?
Antwoord 2
Recent heb ik, via het Ministerie van Buitenlandse Zaken, de Nederlandse ambassade
in Chili om een actuele stand van zaken verzocht met betrekking tot het bedoelde strafrechtelijke
onderzoek in Chili. Daaruit blijkt dat het onderzoek naar vermeende illegale adoptiepraktijken
in het verleden, onder leiding van de in juli 2024 aangestelde onderzoeksrechter Alejandro
Aguilar Brevis, nog altijd gaande is. Vanwege haar overlijden in januari 2023 is het
strafrechtelijk onderzoek naar de persoon van mevrouw Kuijpers stopgezet.
Vraag 3
Geeft het verloop van dit strafrechtelijk onderzoek u vertrouwen dat de waarheid zal
worden achterhaald en er recht zal worden gedaan?
Antwoord 3
Ik heb vertrouwen in het strafrechtelijk onderzoek dat door de Chileense autoriteiten
wordt uitgevoerd. Op de resultaten daarvan kan ik echter niet vooruitlopen.
Vraag 4
Welke verantwoordelijkheid heeft u om recht te doen aan kinderen die illegaal geadopteerd
zijn? Hoe geeft u daar specifiek voor de Chileense casus van de «adoptienon» vorm
aan?
Antwoord 4
De commissie Joustra heeft in 2021 geconcludeerd dat zich ernstige misstanden hebben
voorgedaan bij interlandelijke adopties. In navolging van de aanbevelingen van deze
commissie heeft mijn voorganger, in afstemming met uw Kamer, de keuze gemaakt te investeren
in een duurzaam ondersteuningsaanbod, dat toegankelijk is voor alle interlandelijk
geadopteerden. Daartoe is INEA opgericht, het kenniscentrum voor interlandelijke adoptie.
Daarbij is geen onderscheid gemaakt tussen de achtergronden van individuen. Het ondersteuningsaanbod
van INEA is beschikbaar voor alle interlandelijk geadopteerden, dus ook voor de geadopteerden
uit Chili. Daarnaast is de Subsidieregeling belangenorganisaties interlandelijk geadopteerden in het leven geroepen, die belangenorganisaties in staat stelt om kennis en kunde
te vergroten en het ondersteuningsaanbod te versterken. Ik verwijs in dit kader naar
de voortgangsbrief over ondersteuning en dossiers van geadopteerden die ik begin maart
2025 naar uw Kamer zal verzenden.
Vraag 5
Bent u van plan om op enige manier aandacht te besteden aan erkenning van het leed
dat illegaal geadopteerden hebben meegemaakt? Begrijpt u dat dit voor sommige illegaal
geadopteerden belangrijk is?
Antwoord 5
Naar aanleiding van het rapport van de Commissie Joustra, waarin is geconcludeerd
dat de Nederlandse overheid op de hoogte is geweest van misstanden rondom adoptie,
maar daar niet effectief tegen heeft opgetreden, heeft het kabinet excuses aangeboden.2 Ik ben mij ervan bewust dat de misstanden grote gevolgen hebben voor de geadopteerden
en dat zij daardoor ook groot leed kunnen ervaren. Het verleden kan ik niet ongedaan
maken, maar ik kan wel kijken naar de toekomst. Ik ondersteun de in het verleden door
mijn voorganger, in afstemming met uw Kamer, gemaakte keuze om te investeren in een
duurzaam ondersteuningsaanbod voor interlandelijk geadopteerden. Voor de invulling
daarvan verwijs ik naar het antwoord op vraag 4.
Vraag 6
Op welke manier worden de adoptiedossiers bewaard en zijn ze voor de geadopteerden
in te zien als de vergunningstermijn van de vergunninghouder afloopt? Waarom zijn
dossiers die ergens anders dan bij de vergunningverlener zijn ondergebracht, nu niet
altijd (volledig) in te zien door geadopteerden? Hoe spant u zich in om dit mogelijk
te maken?
Antwoord 6
Op grond van artikel 17b, lid 2, Wet opneming buitenlands kind ter adoptie (Wobka)
zijn de vergunninghouders verplicht om een dossier bij te houden en dat ten minste
30 jaar na de overkomst van het kind te bewaren.
Geadopteerden kunnen bij de vergunninghouders een verzoek tot inzage in het adoptiedossier
indienen. Met inachtneming van de artikelen 5, vierde lid, 17d, 17e en 17f van de
Wobka alsook de AVG bepalen de vergunninghouders in welke informatie inzage wordt
verleend. Aan de inzage van andere dossiers dan die van de vergunninghouders, zoals
de dossiers van de Raad voor de Kinderbescherming en de Centrale Autoriteit Internationale
Kinderaangelegenheden, kunnen eveneens beperkingen worden gesteld op grond van privacywetgeving,
zoals de AVG. Ik verwijs naar voornoemde voortgangsbrief, die begin maart 2025 naar
uw Kamer wordt verzonden. Daarin staat een nadere toelichting op de borging van adoptiedossiers
na afloop van de vergunningstermijn van de vergunninghouders. Ook wordt het advies
van advocatenkantoor Pels Rijcken over de inzage van dossiers nader toegelicht en
ga ik in op mijn inspanningen om interlandelijke adoptiedossiers zoveel mogelijk over
te brengen naar het Nationaal Archief.
Vraag 7
Wat zou het betekenen voor de archivering, openbaarheid en inzage als de dossiers
overgedragen worden aan het Nationaal Archief? Hoe garandeert u dat er voldoende middelen
zijn om deze dossiers lange tijd te beheren?
Antwoord 7
Archieven die zijn overgebracht naar het Nationaal Archief vallen onder verantwoordelijkheid
van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en worden daar voor altijd bewaard.
De algemene rijksarchivaris is verantwoordelijk voor beheer en raadpleging van de
archieven. Bij het geven van inzage houdt het Nationaal Archief rekening met privacygevoelige
informatie door voorwaarden te stellen bij inzage of bepaalde informatie af te schermen.
Hierbij worden belangen van privacy afgewogen tegen het belang van het recht op afstammingsinformatie.
Hierover is uw Kamer geïnformeerd op 12 november 2024 in de Kamerbrief van de Minister
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.3
Voor geadopteerden heeft het overbrengen van de interlandelijke adoptiedossiers bij
het Nationaal Archief als voordeel dat zij te maken hebben met één inzagebeleid op
basis van de Archiefwet, waarbinnen een eenduidige toepassing van de AVG plaatsvindt.
Daarnaast is het Nationaal Archief in het verleden niet betrokken geweest bij adoptie
en is het niet belast met eventuele misstanden uit het verleden. Deze onafhankelijke
positie ervaren betrokkenen als wenselijk. Tot slot worden archieven die naar het
Nationaal Archief zijn overgebracht voor onbepaalde tijd beheerd. De Minister van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap financiert het Nationaal Archief en daarmee is de
continuïteit gewaarborgd.
Vraag 8
Begrijpt u dat het voor geadopteerden erg gevoelig ligt wat er met hun adoptiedossier
gebeurt? Bent u bereid om in samenspraak met hen een aanpak te bepalen voor het archiveren
van adoptiedossiers?
Antwoord 8
Ik ben mij er terdege van bewust dat de adoptiedossiers van grote emotionele waarde
zijn voor geadopteerden. Tijdens zogenaamde reflectiebijeenkomsten hebben medewerkers
van het Ministerie van Justitie en Veiligheid verschillende belangenorganisaties van
interlandelijk geadopteerden geïnformeerd over het project om de interlandelijke adoptiearchieven
uiteindelijk over te brengen naar het Nationaal Archief. Hier werd positief op gereageerd.
Aandachtspunten voor de geadopteerden zijn onder meer het inzagebeleid, kopieerbeleid
en dienstverlening van het Nationaal Archief. Het Nationaal Archief heeft in 2024
een informatiebijeenkomst georganiseerd voor geadopteerden om hen hierover nader te
informeren.
Vraag 9
Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het commissiedebat over personen- en familierecht
op 12 maart 2025?
Antwoord 9
Ja, daar heb ik zorg voor gedragen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.