Schriftelijke vragen : De Kamerbrief “Kabinetsreactie Inspectierapport incident pleegmeisje Vlaardingen van 30 januari 2025”
Vragen van het lid Bruyning (Nieuw Sociaal Contract) aan de Staatssecretarissen van Justitie en Veiligheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de Kamerbrief «Kabinetsreactie Inspectierapport incident pleegmeisje Vlaardingen van 30 januari 2025» (ingezonden 24 februari 2025).
Vraag 1
Bent u van mening dat het voorval in Vlaardingen, zoals we kunnen constateren in de
kabinetsreactie over het Inspectierapport incident pleegmeisje Vlaardingen van 30 januari
2025, een incident is?1
Vraag 2
Heeft u kennisgenomen van de eerdere «incidenten» zoals Savannah, Famke, Sharleyne,
Ruben & Julian? En kunt u vaststellen of er overlap is in hetgeen door de inspecties
in deze gevallen geconstateerd is en in hoeverre de aanbevelingen overeenkomen? Zo
ja, wat zijn de overeenkomsten?
Vraag 3
Kunt u toelichten hoe de screening die de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming
en Jeugdreclassering (WSS) heeft gedaan op alle 3.300 dossiers waar sprake is van
plaatsing in een pleeggezin of gezinshuis heeft plaatsgevonden?2 Wilt u de methode van deze screening met de Kamer delen? En op basis van welke criteria
trekken, de WSS en daarmee ook u, de conclusie dat er geen aanwijzingen naar voren
gekomen zijn dat het zicht op de veiligheid van de kinderen in het geding is?
Vraag 4
Kunnen ouders en kinderen erop vertrouwen dat er met de jongeren die nu bij de WSS
onder toezicht staan geen vergelijkbare «incidenten» kunnen gebeuren?
Vraag 5
Heeft u ook andere gecertificeerde instellingen de opdracht gegeven om een toets te
doen of de kinderen veilig zijn? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Bent u bekend met het artikel in het Dagblad van het Noorden van Erik Bloem en Bas
van Sluis 24 januari 2025 met als titel «Kinderen in Drenthe en Groningen krijgen
te laat jeugdbeschermer over de vloer»?3 Zo nee, kunt u dit artikel lezen?
Vraag 7
Kunt u aangeven hoe Gecertificeerde Instellingen (GI’s) zicht kunnen hebben op de
veiligheid van jongeren als ze te maken hebben met structurele personeelstekorten
en er nog altijd veel jongeren geen (vaste) jeugdbeschermer hebben en er dus ook geen
toezicht is?
Vraag 8
Kunt u aangeven welke stappen er gezet zijn naar aanleiding van het artikel in het
Dagblad van het Noorden van Erik Bloem? Indien er nog geen stappen gezet zijn, welke
stappen bent u voornemens te gaan zetten?
Vraag 9
Heeft u kennisgenomen van de bijdrage van jeugdrecht advocaat Mieke Krol op Linkedin4 van 18 februari 2025 waarin zij het volgende citeert uit een beschikking «Het hof
is bovendien van oordeel dat de crisisplek waar (de minderjarige) nu verblijft evenmin
in zijn belang is. Deze schrijnende situatie dient zo snel mogelijk te worden doorbroken.
Hoewel het hof weet dat zich in de jeugdzorg door geldgebrek en onmacht om over de
gemeentegrenzen te kijken schrijnende situaties voordoen, is het pijnlijk om te zien
hoezeer een jong kind als (de minderjarige) daarvan de gevolgen draagt. Het hof kan
in deze situatie de machtiging uithuisplaatsing slechts bevestigen, terwijl het ziet
dat (de minderjarige) al jarenlang de dupe is door het tekortschieten van de overheid.»?
Zo nee, kunt u deze bijdrage alsnog lezen?
Vraag 10
Heeft u kennisgenomen van de opinie van columnist Krijn ten Hove op Linkedin5 waarin hij zijn visie geeft op de kamerbrief?6 Zo nee, kunt u alsnog deze post lezen? En deelt u zijn mening?
Vraag 11
Bent u bekend met de uitspraak van de rechtbank Noord Nederland onder nummer ECLI:NL:RBNNE:2025:3607, waarin de rechter vaststelt dat er ernstige tekortkomingen zijn in de wijze en mate
waarin de GI en de Raad met de vereiste zorgvuldigheid onderzoek hebben gedaan en
maatregelen hebben verzocht, en dat die tekortkomingen van zowel procedurele als inhoudelijke
aard zijn? Zo nee, kunt u deze uitspraak alsnog lezen?
Vraag 12
Bent u bekend met de uitspraak van rechtbank Gelderland onder nummer ECLI:NL:RBGEL:2024:96908, waarin de rechter vaststelt dat de GI handelingen heeft gedaan die tegen de wet
ingaan en dat de GI stelt dat dit in samenwerking met de moeder is gedaan, maar de
moeder zich onder druk gezet voelde? Zo nee, kunt u deze uitspraak alsnog lezen?
Vraag 13
Bent u bekend met de uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden onder nummer
ECLI:NL:GHARL:2024:56599 waarin de rechters vaststellen dat [de minderjarige] sinds 22 februari 2024 uit huis
is geplaatst en het op 5 september 2024 nog altijd niet goed met haar gaat? Zo nee,
kunt u deze uitspraak alsnog lezen?
Vraag 14
Bent u bekend met de uitspraak van het gerechtshof Den Haag onder nummer ECLI:NL:GHDHA:2024:227210 waarin de rechters stellen dat de opgelegde hulp vanuit de gecertificeerde instelling
is tot op heden onvoldoende van de grond gekomen, omdat er – 7 maanden na de start
van de ondertoezichtstelling – nog geen vaste jeugdbeschermer is? Zo nee, kunt u deze
uitspraak alsnog lezen?
Vraag 15
Hoe duidt u deze uitspraken, die slechts een beperkte samenvatting zijn van hetgeen
rechters dagelijks voor zich krijgen in hun zittingszalen, waarin keer op keer rechters
hun zorgen uitspreken over de veiligheid van minderjarigen in de jeugdbescherming?
Vraag 16
Hoe kan het zijn dat uit uw brief van 30 januari 2025 het beeld ontstaat dat de kinderen
op basis van veiligheidschecks veilig zijn terwijl in bovenstaande uitspraken een
duidelijk beeld naar voren komt dat rechters zich steeds vaker juist grote zorgen
maken om de veiligheid?11
Vraag 17
Deelt u de mening dat we niet meer kunnen spreken van incidentele onveiligheid maar
dat het erop lijkt dat, op basis van alle signalen die vanuit jongeren, ouders gemeenten,
advocaten en dus ook rechters nu moeten spreken van structurele onveiligheid?
Vraag 18
Kunt u aangeven welke stappen er genomen gaan worden met de signalen die rechters
afgeven in haar beschikkingen?
Vraag 19
Hoe denkt u deze structurele onveiligheid aan te gaan pakken?
Vraag 20
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het plenaire debat hierover dat voorzien is op
5 maart 2025?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Faith Bruyning, Tweede Kamerlid