Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Martens-America over het ledencriterium voor omroepen
Vragen van het lid Martens-America (VVD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het ledencriterium van omroepen en de onduidelijkheid daarover (ingezonden 29 januari 2025).
Antwoord van Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 13 februari
2025).
Vraag 1
Herinnert u zich de door u gedane uitspraken in het wetgevingsoverleg Media van 2 december
2024, waarin u aangaf het belang van het bieden van rust rondom de gevolgen van het
niet halen van het ledencriterium van samenwerkingsomroepen te delen?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herrinert u zich uw eigen antwoord op de vraag, waarin u aangaf dat negatieve conseqenties
van het niet halen van de juiste ledenaantallen bij samenwerkingsomroepen onwenselijk
zou zijn, en u hier op terug zou komen?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Herinnert u zich voorts de door u in datzelfde wetgevingsoverleg geuite ambitie om
op de kortst mogelijke termijn inzicht te geven in de vraag of omroepen rekening moeten
houden met een peildatum en als gevolg daarvan moeten beginnen met het werven van
leden?
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Klopt het dat die peildatum is vastgesteld op 28 februari 2026?
Antwoord 4
Ja.
Vraag 5
Klopt het voorts dat het voor omroepen nog niet duidelijk is of zij zich na de hervormingen
van het stelsel moeten baseren op meer criteria dan een ledencriterium, waardoor zij
zich genoodzaakt voelen zich voor te bereiden op het werven van leden?
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6
Bent u het ermee eens dat het onwenselijk is dat omroepen nu gaan investeren in campagnes
en marketing om leden te werven zonder dat duidelijk is of dit criterium blijft staan
en dat zij die middelen beter elders zouden kunnen gebruiken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ja.
Vraag 7 en 8
Ziet u mogelijkheden om te voorkomen dat omroepen investeren in het werven van leden
om het ledencriterium te halen?
Welke duidelijkheid kunt u de omroepen bieden voorafgaand aan de hervormingen van
de Mediawet en op welke termijn kunt u die duidelijkheid verschaffen?
Antwoord 7 en 8
Ik heb bij uw Kamer een wetsvoorstel ingediend om de huidige concessie- en erkenningsperiode
met twee jaar te verlengen. Daarmee is er tijd om de hervorming van de publieke omroep
te realiseren per 1 januari 2029. Omroepen weten dan ruim van tevoren hoe het bestel
eruit komt te zien en of het ledencriterium nog een rol speelt. Maar zolang de concessie-
en erkenningsperiode niet verlengd is, gelden de huidige wettelijke regels. Hierover
heb ik uw Kamer onder andere geïnformeerd in de Mediabegrotingsbrief van 20 november
jongstleden, en ik heb dit eerder ook met de NPO en de omroepen gedeeld.1 Indien het wetsvoorstel tot verlenging niet wordt aangenomen, gaat dus op 1 januari
2027 een nieuwe concessie- en erkenningsperiode in. Een hervorming van het bestel
is dan echter nog niet gerealiseerd. Dat betekent dat in dat geval het verlenen van
erkenningen nogmaals volgens de huidige wettelijke procedure zal moeten plaatsvinden.
Om op dat scenario voorbereid te zijn (en omdat dit de huidige wettelijke situatie
is), heb ik een peildatum voor de ledentelling moeten vaststellen. Deze datum heb
ik later in de tijd gezet dan ik normaal gesproken zou doen, om zoveel mogelijk tijd
te gunnen aan de omroepen. Dit scenario heeft nadrukkelijk niet mijn voorkeur. Met
een snelle behandeling van het wetsvoorstel voor de verlenging van de huidige concessie-
en erkenningsperiode kan de door u en de omroepen en NPO gewenste duidelijkheid spoedig
geboden worden.
Met het vaststellen van de peildatum heb ik overigens geen onomkeerbare stappen genomen,
ook niet in het licht van de bredere hervorming. Zodra het wetsvoorstel tot verlenging
tot wet is verheven, zal ik de peildatum en de overige termijnen die van toepassing
zijn aanpassen, afhankelijk van de vraag of het ledencriterium überhaupt gehandhaafd
blijft.
Die duidelijkheid kan ik verschaffen zodra beide Kamers zich hebben uitgesproken over
het wetsvoorstel om de huidige concessie- en erkenningsperiode te verlengen.
Vraag 9
Kunt u deze vragen zo snel mogelijk, maar in ieder geval vóór de aanvang van het Voorjaarsreces,
beantwoorden?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.