Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Paulusma over het bericht 'Minister Fleur Agema (PVV) past haar bezuinigingsplannen voor de zorg voor onverzekerden aan na kritiek op haar uitspraken in Zembla'
Vragen van het lid Paulusma (D66) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Minister Fleur Agema (PVV) past haar bezuinigingsplannen voor de zorg voor onverzekerden aan na kritiek op haar uitspraken in Zembla» (ingezonden 28 januari 2025).
Antwoord van Minister Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 4 februari
2025).
Vraag 1
Klopt het bericht vanuit Zembla dat u voornemens bent de bezuiniging op de subsidieregeling
medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden (SOV) in te vullen door de vergoeding
voor artsen die deze hulp bieden te verlagen?1
Antwoord 1
In mijn brief2 van 18 december 2024 heb ik aangegeven dat ik de taakstelling van € 40 mln. betrek
bij mijn ambitie om de onverzekerden problematiek aan te pakken en daarmee deze zorgkosten
(onder de SOV) zoveel mogelijk wil voorkomen. Mede daarom werk ik aan een nieuwe wettelijke
regeling voor de kosten van zorg aan onverzekerden en onverzekerbare vreemdelingen.
Op advies van het CAK zullen de subsidieregeling medisch noodzakelijke aan onverzekerden
(SOV) en de regeling onverzekerbare vreemdelingen (OVV) worden samengevoegd tot één
wettelijke regeling. Deze regelingen bevatten nu verschillende vergoedingspercentages.
Vraag 2
Klopt het bericht vanuit Zembla dat u voornemens bent om artsen inkomsten te laten
terugverdienen als zij de taak op zich nemen om mensen te begeleiden naar een zorgverzekering
of hun thuisland?
Antwoord 2
In mijn brief van 18 december 2024 heb ik aangegeven dat de SOV op dit moment een
vergoeding van 100% van de hoger gelegen passantentarieven biedt voor alle zorg uit
het basispakket, terwijl de OVV een vergoeding biedt van 80% tot 100% van de passantentarieven,
afhankelijk van het type zorg en het wel of niet hebben van een overeenkomst met het
CAK. De passantentarieven worden door de NZa vastgesteld en liggen hoger dan de tarieven
die zorgverzekeraars en zorgverleners afspreken (contractprijzen).
Ik heb aangegeven dat ik bij de uitwerking van de nieuwe regeling rekening wil houden
met de inspanningen die sommige zorgaanbieders plegen om naast medische zorg ook andere
hulp te bieden aan onverzekerden. Zo hebben op dit moment straatartsen vaak contact
met de gemeente om de dakloze persoon te helpen aan een briefadres en een zorgverzekering.
Dankzij deze inspanningen wordt de onverzekerdheid verminderd en daarmee ook de zorgkosten
die ten laste komen van de SOV. Ik wil verkennen of het uitvoerbaar is om deze zorgaanbieders
een hoger vergoedingspercentages te geven, zodat dit werk kan worden voortgezet. Voor
zorgaanbieders die uitsluitend zorg bieden vind ik het redelijk om een ander percentage
van het passantentarief te vergoeden.
Vraag 3
Kunt u toelichten welke plannen u exact heeft om de bezuiniging op de SOV vorm te
geven?
Antwoord 3
Ik wil de taakstelling vooral bereiken door te werken aan maatregelen die leiden tot
minder onverzekerden. In mijn brief van 18 december 2024 heb ik dit nader toegelicht.
Daarnaast wil ik werken aan een doelmatigere regeling ter vervanging van de twee bestaande
regelingen; SOV en OVV. De komende periode worden de plannen verder uitgewerkt.
In mijn brief van 18 december 2024 heb ik ook aangegeven dat het Ministerie van VWS
in gesprek is met de gemeente Rotterdam en de straatartsen in Rotterdam om een onderzoekstraject
uit te voeren in 2025 en 2026. In dit onderzoek zal worden onderzocht hoe de zorg
aan verzekerbare onverzekerden en onverzekerbare vreemdelingen doelmatiger kan worden
gefinancierd vanuit één geharmoniseerde verbeterde regeling. Hierbij wordt onder andere
gekeken naar de te verstrekken zorg in internationaal perspectief, andere financieringsstromen
die zorgverleners ontvangen en maatregelen om de onverzekerden problematiek te verminderen.
Vraag 4
Kunt u toelichten waarom u ervoor heeft gekozen uw plannen met de pers te delen, terwijl
de Kamer hierover nog altijd niet geïnformeerd is? Deelt u de mening dat de Kamer
als eerste geïnformeerd dient worden?
Antwoord 4
Ik heb mijn plannen toegelicht in mijn brief van 18 december 2024. Ik heb geen andere
plannen dan deze gedeeld met de pers.
Vraag 5
Kunt u toelichten op welke wijze u verwacht dat artsen onverzekerden zouden moeten
begeleiden naar hun thuisland?
Antwoord 5
Ik zie mooie voorbeelden van lokale samenwerkingsverbanden, waarbij zorgverleners,
de gemeente en stichtingen samenwerken. Bijvoorbeeld in Rotterdam werken de straatartsen,
de gemeente en stichting Barka samen om een groeiende groep Oost-Europese dakloze
personen te helpen. De uitkomst van deze hulp kan ook een warme terugkeer naar het
land van herkomst betekenen. Dit is soms lastig, omdat werkloze arbeidsmigranten soms
te maken hebben met gezondheidsproblemen en niet meer staan ingeschreven in het land
van herkomst. Hierdoor kunnen zij bij terugkomst in het land van herkomst niet direct
gebruikmaken van de sociale zekerheid van dat land.
Vraag 6
Kunt u toelichten op welke wijze u verwacht dat artsen onverzekerden, die doorgaans
geen mogelijkheid hebben om een zorgverzekering af te sluiten wegens verschillende
redenen, zouden moeten begeleiden naar een zorgverzekering?
Antwoord 6
De hulp die zorgaanbieders kunnen bieden verschilt. In veel gemeenten werken zorgaanbieders
samen met de gemeente, door bijvoorbeeld melding te maken van onder andere onverzekerdheid.
De gemeente pakt het dan verder over. In de grote steden zijn vaak straatartsen actief.
Zij bieden samen met hulpverleners soms aanvullende hulp bij het verkrijgen van een
briefadres, het afsluiten van een zorgverzekering, et cetera. Ik vind het positief
dat vanuit deze lokale samenwerkingsverbanden medische - en sociale hulp wordt geboden.
Vraag 7
Kunt u aangeven of u onderschrijft dat onverzekerden recht hebben op gezondheidszorg?
Antwoord 7
Ik heb nooit aangegeven, of de suggestie willen wekken, dat dit niet het geval zou
zijn. Ik vind het wel belangrijk dat zorgaanbieders, net als zorgaanbieders in andere
EU-landen, kritisch kijken of zorgverlening medisch noodzakelijk is gegeven het tijdelijke
verblijf van een vreemdeling.
Vraag 8
Deelt u de mening dat het geven van een financiële prikkel aan artsen om onverzekerden
zorg te weigeren ingaat tegen de beroepscodes en de eed die zij hebben afgelegd, namelijk
dat iedere zorgvrager recht heeft op zorg en deze volgens het non-discriminatiebeginsel
en gelijkheidsbeginsel behandelt wordt?
Antwoord 8
Zeker, en dat is wat ik doe.
Vraag 9
Kunt u aangeven of de verlaging van de vergoeding voor artsen geldt bij het bieden
van hulp aan iedere onverzekerde, of enkel voor «artsen die onverzekerde arbeidsmigranten
helpen» zoals in de berichtgeving van Zembla wordt gesuggereerd?
Antwoord 9
In mijn brief van 18 december 2024 heb ik aangegeven dat ik bij de uitwerking van
de nieuwe regeling rekening wil houden met de inspanningen die sommige zorgaanbieders
plegen om naast medische zorg ook andere hulp te bieden aan onverzekerden. Voor zorgaanbieders
die uitsluitend zorg bieden vind ik het redelijk om een ander percentage van het hogere
passantentarief te vergoeden. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen onverzekerde
personen. Op advies van het CAK zal de nieuwe regeling geen verschil maken tussen
de vergoeding van zorg aan onverzekerden en onverzekerbare vreemdelingen. Dit verschil
bestaat nu wel.
Vraag 10
Kunt u aangeven wat de verwachting is ten aanzien van de impact van de nieuwe vormgeving
van de bezuiniging op de SOV op het aantal zieken?
Antwoord 10
Het is mijn inzet dat met de aanpak van onverzekerdheid de toegang tot de zorg wordt
verbeterd voor onverzekerden en dat daarmee gezondheidsproblemen zoveel mogelijk worden
voorkomen. Dit voorkomt ook zorgkosten. De mate en wijze waarop de structurele taakstelling
van € 40 miljoen wordt ingevuld met de in mijn brief genoemde maatregelen en de nieuwe
regeling moet nog nader worden verkend.
Vraag 11
Kunt u aangeven wat de verwachting is ten aanzien van de impact van de nieuwe vormgeving
van de bezuiniging op de SOV op het bieden van acute medische hulp aan onverzekerden?
Antwoord 11
Iedereen in Nederland die acute medische hulp nodig heeft ontvangt deze hulp. Het
is aan de zorgaanbieders om te bepalen of deze zorg noodzakelijk is en welke zorg
dan dient te worden gegeven. Dit verandert niet door deze plannen.
Vraag 12
Kunt u aangeven wat de verwachting is ten aanzien van de impact van de nieuwe vormgeving
van de bezuiniging op de SOV op de zorgkosten voor onverzekerden?
Antwoord 12
In mijn brief van 18 december 2024 heb ik aangegeven dat ik wil werken aan maatregelen
om de onverzekerdenproblematiek aan te pakken. Ik wil de taakstelling vooral betrekken
bij deze ambitie, omdat daarmee zorgkosten worden voorkomen. Ik realiseer mij dat
dit een lastige opgave is gegeven de afhankelijkheden. Bijvoorbeeld ten aanzien van
de aanpak van misstanden met arbeidsmigranten en het verstrekken van briefadressen.
Het is randvoorwaardelijk voor de invulling van de taakstelling dat op deze opgaven
ook stappen worden gezet. Parallel werk ik aan een nieuwe regeling voor de kosten
van zorg aan onverzekerden en onverzekerbare vreemdelingen. Mede vanwege het aflopen
van de SOV per maart 2027. Voor de vormgeving van deze nieuwe regeling sta ik in goed
contact met het CAK en veldpartijen.
Vraag 13
Kunt u aangeven of u heeft geïnventariseerd hoe de zorg voor onverzekerden internationaal
geregeld is? Zo nee, bent u bereid dit in kaart te brengen?
Antwoord 13
In mijn brief van 18 december 2024 heb ik aangegeven dat ik wil kijken hoe andere
EU landen de zorg voor onverzekerden hebben vormgegeven. Ik betrek dit bij het onderzoektraject
waarover ik in gesprek ben met de gemeente Rotterdam en de straatartsen in Rotterdam.
Vraag 14
Kunt u aangeven hoeveel onverzekerden momenteel medische hulp is geboden middels de
SOV, uitgesplitst per groep (arbeidsmigranten, daklozen etc.)?
Antwoord 14
In mijn brief van 18 december 2024 heb ik, zoals verzocht in de motie Krul3, alle kwantitatieve gegevens met betrekking tot de subgroepen gegeven die op dit
moment beschikbaar zijn. In de bijlage bij die brief heb ik tevens een kwantitatieve
analyse van het CAK opgenomen. Ik wil u voor deze cijfers verwijzen naar die brief.
Vraag 15
Kunt u deze vragen afzonderlijk en zo snel als mogelijk, in ieder geval voor de sluiting
van de inbreng van het schriftelijke overleg over deze bezuiniging, beantwoorden?
Antwoord 15
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.