Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Erkens over het artikel 'Nederlandse gasvoorraden raken razendsnel leeg: Energiecrisis is allerminst voorbij'
Vragen van het lid Erkens (VVD) aan de Minister van Klimaat en Groene Groei over het artikel «Nederlandse gasvoorraden raken razendsnel leeg: Energiecrisis is allerminst voorbij» (ingezonden 13 januari 2025).
Antwoord van Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) (ontvangen 4 februari 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Nederlandse gasvoorraden raken razendsnel leeg: Energiecrisis
is allerminst voorbij»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de zorg dat de snel dalende vulgraad van de gasopslagen en de aanhoudende
geopolitieke onzekerheid rond energielevering opnieuw een risico vormen voor de energiezekerheid
van Nederland en Europa?
Antwoord 2
In de brief over de stand van zaken op de gasmarkt en gasopslagen van 14 januari jl.
geeft het kabinet aan te verwachten dat, ondanks de snel dalende vulgraad van de gasopslagen
in Nederland en de geopolitieke onzekerheid, er voldoende gas is om deze winter door
te komen.2 Dit wordt ondersteund door analyses van GTS. Op 9 januari jl. is GTS in een persbericht
op haar website ingegaan op de actuele vulgraden en heeft GTS bevestigd dat de leveringszekerheid
gewaarborgd blijft deze winter. GTS geeft aan dat «er momenteel geen sprake is van
een verminderde leveringszekerheid». Wel plaatst GTS de kanttekening dat in een strenge
winter een situatie met een krap aanbod kan ontstaan met een mogelijk effect op de
prijzen op de groothandelsmarkt.3
Dit neemt niet weg dat het kabinet de situatie op de gasmarkt goed in de gaten houdt.
Zo volgt het kabinet de vulgraad op de voet en kan het kabinet – net als eerdere jaren –
via de vultaak van EBN bijspringen als gasopslagen onvoldoende gevuld worden door
marktpartijen. Op basis van deze vultaak kan EBN er ook voor kiezen om gas dat EBN
al heeft opgeslagen in de opslag te houden (doorrollen).
Ook in EU-verband worden de geopolitieke situatie en de gevolgen daarvan voor de gasleveringszekerheid
goed in de gaten gehouden: volgens analyses van zowel het Europese netwerk van transmissiesysteembeheerders
voor gas (ENTSOG) als het Internationaal Energieagentschap (IEA) leidt het wegvallen
van de transit van Russisch gas door Oekraïne gedurende deze winter niet tot gasleveringszekerheidsproblemen
in de EU. Ook de Europese Commissie verwacht geen tekorten als gevolg hiervan.4
Gezien de huidige ontwikkelingen, stuurt het kabinet de Kamer in februari wederom
een update over de stand van zaken op de gasmarkt en gasopslagen.
Vraag 3
Welke maatregelen heeft het kabinet sinds de afgelopen winter genomen om te voorkomen
dat de gasvoorraden opnieuw snel leeg raken, zoals in het artikel wordt geschetst?
Antwoord 3
Sinds de gascrisis van 2022 zijn de nodige maatregelen genomen om het gassysteem te
versterken en daarmee te voorkomen dat gasopslagen leeg raken. Het is belangrijk om
hierbij te benadrukken dat gasopslagen een cruciale rol spelen in het gassysteem,
maar niet het enige middel zijn waarmee we voorzien in de gasleveringszekerheid. Het
gaat onder andere ook om uitbreiding van de LNG-importcapaciteit, het versnellingsplan
Noordzee, de introductie van de vultaak voor EBN en de maatregelen in het recent geactualiseerde
Nederlandse Preventief Actieplan.
Wat betreft maatregelen voor gasopslag sinds afgelopen winter: EBN ook voor 2025 de
vultaak gekregen om tot 20 TWh gas op te slaan en waar mogelijk in de opslag te houden,
voor het geval marktpartijen dat onvoldoende doen. Daarnaast is en wordt doorgewerkt
aan het voorstel voor de Wet bestrijden energieleveringscrisis. Hierin worden de inzichten
verwerkt van het onderzoek dat is uitgevoerd om de consequenties en wenselijkheid
van diverse vulmaatregelen in kaart te brengen.5 Dit wetsvoorstel gaat op korte termijn in internetconsultatie.
Vraag 4
Hoe wordt de huidige situatie beoordeeld ten opzichte van de kabinetsdoelstellingen
die in het voorjaar van 2023 zijn geformuleerd om de gasvoorraden vóór de winter van
2024 tijdig te vullen?
Antwoord 4
De gasopslagen in Nederland waren op 1 oktober 2024 voor bijna 93% gevuld. Dit was
in lijn met de ambitie van het kabinet6 en het advies van GTS en ruim boven de vulverplichting voor Nederland van 74% die
op 1 november gold op grond van de EU-verordening gasleveringszekerheid.7
Vraag 5
Hoe verklaart u dat de vulgraad in Nederland sneller daalt dan het Europese gemiddelde,
terwijl daar dezelfde omstandigheden en Europese regels gelden?
Antwoord 5
In de Kamerbrief van 14 januari jl. noemt het kabinet een aantal mogelijke verklaringen
voor de dalende vulgraad. Zo wordt de lagere vulgraad deels veroorzaakt doordat er
de afgelopen weken meer gas nodig was om elektriciteit op te wekken, vanwege periodes
van zogenaamde «dunkelflaute» (weinig wind en zon) en doordat het najaar van 2024
kouder was dan voorgaande jaren.
Echter, er is de afgelopen tijd meer gas uit de opslagen geproduceerd dan enkel te
verklaren is op basis van temperatuur en weersomstandigheden. Dit wil overigens niet
zeggen dat er meer gas verbruikt is dan op basis van temperatuur en weer te verwachten
viel: het laat zien dat, om te voorzien in de gasvraag, er meer gas uit opslagen in
Nederland is gebruikt dan uit andere bronnen.
Hierbij spelen marktontwikkelingen een grote rol. Gasopslagen in de EU zijn onderdeel
van de geliberaliseerde gasmarkt, waarop ook partijen uit derde landen kunnen handelen.
Voor marktpartijen die afgelopen zomer gas hebben opgeslagen, is het op dit moment
aantrekkelijker om dat in te zetten om te voldoen aan hun leveringsverplichtingen
dan om aanvullend gas in te kopen op de groothandelsmarkt, want dan zijn zij duurder
uit. Dit komt door de verwachte ontwikkeling van de gasprijs: de dagprijs of maandprijs
(nu februari) van gas is ongeveer gelijk aan de zomerprijs (2025) en die is weer hoger
dan de komende winterprijs (2025/26). Dus hoe verder in de toekomst hoe goedkoper
het gas. In de regel is het omgekeerd: hoe verder in de toekomst, hoe hoger de prijzen.
De huidige situatie van «omgekeerde prijsvorming» zorgt ervoor dat het verlieslatend
is om gas in de opslagen te laten zitten of om extra op te slaan. Dit effect van de
prijzen op de mate waarin marktpartijen gas in de opslagen houden, speelt ook mee
bij het vullen van de gasopslagen komend vulseizoen.
Ook kan gas uit de opslagen worden onttrokken voor zowel nationaal als regionaal gebruik.
Het in Nederland opgeslagen gas wordt dus ook gebruikt in de buurlanden en vice versa.
We zien daarbij, ook in afgelopen jaren, dat de Nederlandse gasopslagen net iets intensiever
worden gebruikt dan de opslagen in andere landen. Hier speelt mee dat Nederland relatief
veel opslagcapaciteit heeft ten opzichte van het gebruik, ook in vergelijking met
buurlanden.8 De meeste gasopslagen in Nederland hebben daarbij ook specifiek de functionaliteiten
om te voorzien in de extra vraag naar gas in de winter. Dit terwijl bijvoorbeeld veel
gasopslagen in Duitsland cavernes zijn die tussentijds kunnen worden bijgevuld en
daarom met name gebruikt worden voor de balancering van het net.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het noodzakelijk is om de ambitie voor de vulgraad te verhogen
in plaats van te verlagen zoals eerder is gecommuniceerd? Bent u bereid om het besluit
om in 2025 de ambitie voor de vulgraad te verlagen naar 80% te herzien?
Antwoord 6
GTS heeft in haar overzicht gasleveringszekerheid van 30 september 2024 aangegeven
dat er voorafgaand aan de winter 2025/26 110 TWh in de seizoensopslagen in Nederland
moet zijn opgeslagen, wat neerkomt op een vulgraad van 80%. De ambitie van het kabinet
sluit aan bij de analyse van GTS. Hierover heeft het kabinet de Kamer geïnformeerd
in de update gasleveringszekerheid van 30 september 2024.9 Het kabinet hecht eraan dat de vulambitie van het kabinet realistisch en haalbaar
is. De ambitie houdt rekening met de dalende vraag naar gas in zowel Nederland als
de buurlanden en met de gasinfrastructuur in Nederland, op een wijze die borgt dat
in de gasvraag in de winter kan worden voorzien. Het kabinet komt dit kwartaal met
een brief om deze vulambitie nader toe te lichten en zal daarbij ook de ervaringen
van deze winter betrekken, zoals toegezegd aan het lid Bontenbal10.
Vraag 7
Hoe beoordeelt u de kritiek dat energiebedrijven mogelijk onvoldoende worden gestimuleerd
om de gasopslagen gedurende het hele jaar op een adequaat niveau te houden? Welke
rol kan de overheid hierin spelen?
Antwoord 7
Energiebedrijven kunnen hun wettelijke of contractuele leveringsverplichtingen op
verschillende manieren invullen: bijvoorbeeld door LNG-importcapaciteit te contracteren,
door gas op te slaan of door (een deel van) hun portfolio op de spotmarkt en de futures
markt in te kopen. Het kabinet ziet het dan ook als taak van marktpartijen om voldoende
gas op te slaan: als onderdeel van hun portfoliostrategie kunnen zij dit het meest
efficiënt en zij hebben hiervoor de benodigde kennis en kunde.
Mede naar aanleiding van de gascrisis in 2022 overweegt het kabinet structurele maatregelen
met betrekking tot gasopslag. Om mogelijke vulmaatregelen goed te kunnen wegen, is
een onderzoek uitgevoerd.11 Deze inzichten verwerkt het kabinet in het voorstel voor de Wet bestrijden energieleveringscrisis.
Dit wetsvoorstel gaat op korte termijn in internetconsultatie.
In de tussentijd heeft het kabinet EBN de taak gegeven om in 2025 (net als in 2022,
2023 en 2024) tot 20 TWh aan gas op te slaan, voor het geval marktpartijen dat onvoldoende
doen12.
Vraag 8
Verwacht u dat de gasopslagen komende zomer voldoende kunnen worden bijgevuld? Hoe
sorteert u voor op de nog altijd krappe markt en het beperkte aanbod?
Antwoord 8
De gasopslagen kunnen nog voldoende worden bijgevuld om de vulambitie van het kabinet te halen: de capaciteit
van de gasinfrastructuur – zoals de LNG-importterminals en de pijpleidingverbindingen
met buurlanden – is groot genoeg om voldoende gas in het vulseizoen te kunnen importeren
om de gasopslagen gemiddeld tot minimaal 80% te vullen. Een uitdaging hierbij is de
prijsontwikkeling. Deze volgt het kabinet nauwgezet, omdat de prijsontwikkeling ervoor
kan zorgen dat de opslagen komende zomer slechts beperkt worden gevuld. Ter toelichting:
momenteel zijn, in tegenstelling tot wat normaal gesproken het geval is, op de groothandelsmarkt
de prijzen voor gas in het aankomende vulseizoen hoger dan de gasprijzen voor de daaropvolgende
winter (2025/26). Dit wordt ook wel een negatieve «spread» genoemd. Dit maakt het
voor marktpartijen vooralsnog verlieslatend om gas op te slaan of om gas in de opslag
te houden: immers, partijen moeten het gas dan aankopen (of laten zitten) tegen een
hogere prijs dan de prijs waartegen ze het gas in de volgende winter kunnen verkopen.
Marktpartijen gaan er, op basis van de huidige prijssignalen, van uit dat er in de
aankomende winter gas uit andere bronnen te koop is tegen een prijs die lager is dan
de prijs waartegen gas in de komende zomer zou moeten worden gekocht om vervolgens
op te slaan. Zo kunnen partijen nu al gas inkopen op de futures markt met levering
in winter 2025/26. Zie ook het antwoord op vraag 5.
Vraag 9
Bent u het ermee eens dat het waarborgen van een minimale vulgraad van de Nederlandse
gasopslagen een cruciale voorwaarde is om economische stabiliteit te garanderen en
prijsschommelingen te voorkomen?
Antwoord 9
Het kabinet is van mening dat het waarborgen van een minimale vulgraad bij aanvang
van, en gedurende, de winter belangrijk is. Dit is de verantwoordelijkheid van marktpartijen,
omdat zij moeten kunnen voorzien in hun leveringsverplichtingen. De meerjarige cijfers
over de vulgraden in Nederlandse opslagen laten ook zien dat marktpartijen dit doen.
Aanvullend heeft EBN sinds 2022 jaarlijkse een taak gekregen om 20TWh op te slaan
als marktpartijen dat onvoldoende doen.
Vraag 10
Bent u bereid om minimale vulgraden in te voeren zoals eerder bepleit in de Motie
van het lid Erkens over in het wetsvoorstel gasleveringszekerheid opnemen dat de Minister
voor Klimaat en Energie jaarlijks een te behalen vulgraad voor de gasopslagen vaststelt
(Kamerstuk 29 023, nr. 504)?
Antwoord 10
Het kabinet is voornemens om in het voorstel voor de Wet bestrijding energieleveringscrisis
op te nemen dat de Minister voor Klimaat en Groene Groei jaarlijks een vuldoelstelling
– met andere woorden: een minimale vulgraad bij aanvang van de winter – voor de gasopslagen
vaststelt. Dit wetsvoorstel gaat op korte termijn in internetconsultatie.
Vraag 11
Hoe waarborgt u dat de hoge energiekosten, als gevolg van schaarste in de gasmarkt,
niet opnieuw een disproportionele impact hebben op Nederlandse huishoudens en bedrijven?
Antwoord 11
Het kabinet heeft conform het regeerakkoord de energiebelasting op gas verlaagd. Dit
scheelt in de energierekening van alle huishoudens dit jaar. De ACM zet de monitoring
van de consumentenmarkt en de groothandelsmarkten het komende jaar voort en ziet er
op toe dat bedrijven zich aan de regels houden zodat prijzen op de vrije energiemarkt
op integere en transparante wijze tot stand komen.13
Voor de meeste huishoudens geldt dat prijsontwikkelingen pas na langere termijn gevolgen
hebben voor de energierekening. Wanneer een effect optreedt, is immers afhankelijk
van het type contract dat een huishouden heeft: meer dan de helft van de huishoudens
heeft een vast contract met een vaste prijs voor een jaar of langer. Deze groep merkt
pas iets van een hogere of lagere gasprijs op de groothandelsmarkt als zij een nieuw
contract afsluit.14 Er is op dit moment nog niet sprake van een structurele prijsstijging vergeleken
met eerdere jaren of een disproportionele impact. Hoewel de tarieven voor nieuwe contracten
voor huishoudens in november en december met 1–3% gestegen zijn ten opzichte van de
maanden ervoor, ligt het prijsniveau in de aangeboden contracten in januari 2025 nog
altijd ruim onder het niveau van het prijsplafond dat in 2023 gold.
Voor bedrijven geldt dat veel sectoren, in het bijzonder energie-intensieve sectoren
als chemie, landbouw en vervoer, er in de afgelopen jaren in geslaagd zijn hun gasverbruik
te verlagen door energie efficiëntie. Deze efficiëntie is door de gascrisis van de
afgelopen jaren en door de verduurzamingsopgave een belangrijk aandachtspunt voor
veel bedrijven geworden. Hierdoor zijn bedrijven beter in staat om te gaan met de
uitdagingen van hoge gasprijzen. Daarbij dient te worden opgemerkt dat de huidige
gasprijzen weliswaar hoger liggen dan de periode van voor de recente gascrisis maar
aanzienlijk lager zijn dan tijdens die gascrisis.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.