Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Wingelaar, Van Vroonhoven en Omtzigt over het artikel 'Rechter wijst meer dan ?500.000 toe aan gedupeerde vader in toeslagenaffaire'
Vragen van de leden Wingelaar, Van Vroonhoven en Omtzigt (allen Nieuw Sociaal Contract) aan de Staatssecretaris van Financiën en de Minister-President over het artikel «Rechter wijst meer dan € 500.000 toe aan gedupeerde vader in toeslagenaffaire» (ingezonden 7 januari 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Palmen (Financiën) (ontvangen 3 februari 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Rechter wijst meer dan € 500.000 toe aan gedupeerde
vader in toeslagenaffaire» uit het Financieel Dagblad?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u op deze uitspraak reflecteren? Lukt het om ernstig gedupeerden tijdig en goed
te helpen?
Antwoord 2
Ernstig gedupeerde ouders verdienen direct aandacht en tegelijk zijn zij lastig te
identificeren. De hoogte van het teruggevorderde bedrag zegt immers niet altijd alles
over de mate van gedupeerdheid. Een relatief lage terugvordering kan in sommige gevallen
evengoed tot ernstige gedupeerdheid hebben geleid en andersom. Dit hangt altijd af
van de persoonlijke situatie van de ouder.
Het kabinet heeft afspraken gemaakt met gemeenten, OTB en IPW voor het aandragen van
ouders voor urgentie. Ook worden ouders die zich bij UHT melden voor acute hulp geholpen
met bijvoorbeeld met uitbetaling van de noodvoorziening. Het IPW begeleidt gezinnen
met multi-problematiek, dit betreft ook vaak ernstig gedupeerde mensen.
De spoedadviescommissie Van Dam besteedt in haar advies ook nadrukkelijk aandacht
aan het met voorrang helpen van ernstig gedupeerde ouders. In de kabinetsreactie op
het adviesrapport Van Dam zal ik hier nader op ingaan.
In deze specifieke zaak gaat het om een uitspraak in een meer complexe zaak over vergoeding
van werkelijke schade, waarin onder meer dakloosheid van de gedupeerde ouder aan de
orde was, meerjarige arbeidsongeschiktheid, inkomensverlies en het effect daarvan
op een kind. Onderbouwing van de afwijzing van bepaalde schadeposten door UHT wordt
door de rechtbank te summier bevonden en motiveringsgebreken liggen ten grondslag
aan verschillen tussen de weging van de rechtbank en die van UHT. Daarnaast wijst
de rechter een aantal door de gedupeerde vader gestelde schadeposten af, met name
de gestelde gemiste kans tot aankoop van een woning en gemiste carrièrekansen.
De uitspraak noopt UHT en CWS om met een kritischer blik te kijken naar de duiding
van de medische adviezen van de externe medisch adviseur van CWS, die causaal verband
zouden moeten onderbouwen tussen de KOT-affaire en geleden (medische) schade, zeker
wanneer dat wordt afgewezen. De motivering daarvan schoot tekort volgens de rechter.
De uitspraak roept vragen op over de wijze waarop die adviezen momenteel worden teruggekoppeld
aan UHT.
De uitspaak geeft dan ook aanleiding dit proces te evalueren en wordt momenteel nog
nader bestudeerd met het oog op verdere beleidsmatige appreciatie.
Vraag 3
Hoeveel verzoeken tot aanvullende vergoedingen zijn er ingediend bij de Commissie
Werkelijk Schade? Hoeveel van deze verzoeken zijn afgehandeld? Hoe lang is op dit
moment de wachttijd bij de Commissie Werkelijke Schade?
Antwoord 3
Er waren op peildatum 8 januari 2025 circa 5.500 aanvragen bekend. Van deze verzoeken
zijn er 733 afgehandeld met een UHT-beschikking op basis van een advies van CWS. Een
gedeelte van de verzoeken is zonder advies van de CWS afgehandeld, bijvoorbeeld doordat
verzoeken zijn ingetrokken of doordat gedupeerden kiezen voor een andere schaderoute.
In 2024 was er sprake van een gemiddelde doorlooptijd (van aanmelding tot beschikking)
van 748 dagen.
Vraag 4
In hoeveel gevallen adviseerde de Commissie Werkelijke Schade een aanvullende vergoeding?
Antwoord 4
Van de 733 beschikte zaken heeft de CWS in 652 gevallen geadviseerd een aanvullende
schadevergoeding toe te kennen.
Vraag 5
In hoeveel gevallen nam de Dienst Toeslagen dit advies over? In hoeveel gevallen niet?
Antwoord 5
Alleen in uitzonderingssituaties wijkt Dienst Toeslagen af van de advisering van de
CWS. Onder het aangepaste CWS-kader (vanaf 1-7-2024) is dat in twee van de 205 gevallen
gebeurd, in beide gevallen in het voordeel van de ouder. Onder het oude kader is er
sprake van een vergelijkbaar beeld, afwijkingen van de adviezen van de CWS vindt alleen
plaats in uitzonderingsgevallen.
Vraag 6
Hoeveel bezwaren zijn er gemaakt tegen de overgenomen adviezen van de Dienst Toeslagen?
Antwoord 6
In totaal zijn er 377 bezwaren tegen de 733 uitgebrachte werkelijke schade beschikkingen.
Dat is een percentage van net boven de 50%.
Vraag 7
Hoeveel bezwaren zijn toegekend en hoeveel niet?
Antwoord 7
Er zijn 67 beschikkingen op bezwaar genomen, waarvan in 36 gevallen het bezwaar gegrond
is verklaard. In 32 gevallen betrof het een gedeeltelijke gegrondverklaring.
Er zijn 18 vaststellingsovereenkomsten gesloten, die hebben geleid tot een aanvullende
schadevergoeding, waarna het bezwaar is ingetrokken.
In 12 andere zaken is het bezwaar door de ouder ingetrokken.
Vraag 8
Wat zijn de gronden van bezwaar?
Antwoord 8
De gronden van bezwaar houden verband met de hoogte van de toegekende schade. De meest
voorkomende bezwaargronden hebben betrekking op:
– Ontbreken van dossier
– Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
– Immateriële schadevergoeding
– Inkomensschade
– Vermogensschade
– Vervangende opvang
– Medische component (vaak in samenhang met inkomensschade)
– Studiestop/Studievertraging
– Reiskosten
– Juridische bijstand
– Vrije dagen
Vraag 9
Welke beroepsgronden worden aangevoerd?
Antwoord 9
De aangevoerde beroepsgronden laten zich vergelijken met wat er in bezwaar aan gronden
wordt aangevoerd. Daarbij geldt wel dat het aantal behandelde beroepszaken nog beperkt
is. Bij een uitvraag genoemde beroepsgronden hebben betrekking op:
– Motiveringsgebreken
– Onzorgvuldig onderzoek.
– Inkomensschade + pensioenschade
– Reiskosten
– Medische kosten, waaronder tandartskosten (geen gebitsverzorging kunnen betalen)
– Vermogensschade, waaronder door gedwongen verhuizing of verkoop van huis
– Immateriële schadevergoeding: geen rekening gehouden met verschillende factoren zoals
kinderen, stress, PTSS
Vraag 10
Hoeveel lopende rechtszaken zijn er op dit moment nog in het toeslagenschandaal? Kunt
u een uitsplitsing maken van het soort zaken dat speelt, zoals te laat beslissen of
het niet verschaffen van de volledige dossiers?
Antwoord 10
Er lopen in totaal 2.845 beroepen niet tijdig beslissen bij de rechtbank, met de volgende
onderverdeling:
– Bezwaar IB: 1.695
– Bezwaar CWS: 56
– Bezwaar eerste toets: 53
– Bezwaar overig: 64
– Aanvraag werkelijke schade: 351
– Aanvraag integrale beoordeling: 607
– Overig: 19
Verder lopen er 716 inhoudelijke procedures, waarvan 616 beroepen, 90 hoger beroepen
(ingesteld door belanghebbenden) en 9 voorlopige voorzieningen (ook ingesteld door
belanghebbenden).
Van de 616 beroepen ziet het grootste deel op de IB (222), gevolgd door de kindregeling (175),
de eerste toets (163) en werkelijke schade (23).
Daarnaast lopen er 10 civiele zaken.
Vraag 11
Kunt u een uitsplitsing geven van de dwangsommen en schadevergoedingen die zijn uitbetaald
in 2024? Om hoeveel zaken gaat het en om hoeveel geld gaat het?
Antwoord 11
In 2024 hebben 12.239 ingebrekestellingen geleid tot € 14.353.270 aan uitbetaalde
dwangsommen.
In 2024 zijn 8.481 beroepen niet tijdig beslissen (BNTB) ingediend. In totaal is tot
en met 2024 ruim € 57,6 miljoen aan dwangsommen BNTB betaald.
Aan aanvullende schade is sinds 2021 via 736 beschikkingen een bedrag van in totaal
€ 15.682.525 aan schadevergoeding uitbetaald.
Vraag 12
Hoeveel verwacht u in 2025 te moeten uitbetalen? Wat vindt u daarvan?
Antwoord 12
Het verwachte financiële volume aan te betalen dwangsommen gerelateerd aan IGS en
BNTB zal in 2025 ca. € 90 mln. bedragen. Daarbij wordt uit gegaan van de huidige beslistermijnen
en de haalbare productie van de BAC. Het grootste deel van de dwangsommen is gevolg
van het niet tijdig afhandelen van een bezwaar op een integrale beoordeling.
Vraag 13
Is het herstelproces op dit moment beheersbaar?
Antwoord 13
Uw Kamer wordt periodiek geïnformeerd over de voortgang van de hersteloperatie. Het
aantal eerste toetsen is inmiddels nagenoeg volledig afgerond. Het streven om eind
van dit jaar ook alle integrale beoordelingen te hebben afgerond wordt gehaald. Tegelijk
zijn er ook een aantal zorgpunten, waaronder de snelheid van bezwaarafhandeling, het
verstrekken van dossiers en de aanvullende schaderoutes. Deze punten hebben mijn volle
aandacht. Mijn voorgangster heeft onder andere daarom de spoedadviescommissie Van
Dam ingesteld. Deze commissie heeft 23 januari jl. haar bevindingen gepresenteerd.
De kabinetsreactie op het adviesrapport wordt zo snel als mogelijk met uw Kamer gedeeld.
Vraag 14
Kunt u aangeven bij welke andere overheidsdiensten er forse rechterlijke dwangsommen
en schadevergoedingen worden betaald en wat daarvan de ontwikkeling is over de afgelopen
drie jaar? Kunt u in ieder geval daarbij ingaan op de IND, het UWV en de Belastingdienst?
Antwoord 14
– Van de IND heb ik onderstaande reactie ontvangen.
2022
2023
2024
Uitgekeerde dwangsommen
(bestuurlijk en rechterlijk)
€ 3,4 mln.
€ 11,3 mln.
€ 36,8 mln.
In 2022 keerde de IND n.a.v. de opschortende werking van de «Tijdelijke wet opschorting
dwangsommen IND» aanzienlijk minder uit aan rechterlijke dwangsommen, namelijk € 1,8 miljoen
in tegenstelling tot de € 14,8 miljoen in de jaar daarvoor. Op 30 november 2022 heeft
de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State echter uitspraak gedaan over
de geldigheid van deze tijdelijke wet, waarbij het deel over de rechterlijke dwangsom
onverbindend is verklaard. Dit leidde ertoe dat de dwangsommen in de opvolgende jaren
sterk zijn toegenomen.
In de «stand van de uitvoering» van 2023 en 2024 (stand-van-de-uitvoering-2306.pdf (p. 13) / stand-van-de-uitvoering-2406.pdf (p. 3)) is meer informatie te vinden over het onderwerp dwangsommen en de gevolgen
daarvan voor de IND.
– Van het Ministerie van SZW heb ik aangaande de WIA onderstaande reactie ontvangen.
In de voortgangsbrief van 23 oktober 2024 heeft de Minister van Sociale zaken en Werkgelegenheid
uw Kamer geïnformeerd over de oplopende dwangsommen die UWV betaald bij niet tijdig
beslissen voor de WIA.
2021
2022
2023
WIA-claim- en herbeoordelingen
4,8 mln.
10,6 mln.
11,9 mln.
Bezwaar & beroep
0,5 mln.
1,2 mln.
3,0 mln.
Het gaat hier met name om bestuurlijke dwangsommen. Het aandeel gerechtelijke dwangsommen
is relatief klein. Het gaat om: € 12.000 in 2021, € 34.000 in 2022 en € 74.000 in
2023.
– Van de Belastingdienst heb ik onderstaande reactie ontvangen.
In onderstaande tabel zijn de totaalbedragen en de aantallen (tussen haakjes) opgenomen
die de Belastingdienst heeft uitgekeerd voor dwangsommen en andere vergoedingen (waaronder
schadevergoedingen):
2021
2022
2023
2024
Dwangsommen
0,03 mln.
(9)
0,03 mln.
(13)
0,02 mln.
(12)
0,04 mln.
(21)
Andere vergoedingen
2,5 mln.
(659)
1,9 mln.
(746)
1,4 mln.
(652)
1,0 mln.
(595)
Vraag 15
Kunt u deze vragen een dag voor het debat over de parlementaire enquête fraudebeleid
en dienstverlening beantwoorden? Kunt u, indien vraag 14 op die dag niet geheel precies
is beantwoord, wel alvast een indicatie geven van de feiten die u dan bekend zijn?
Antwoord 15
Het is niet gelukt om de gevraagde informatie te verzamelen voorafgaand aan het debat
over de parlementaire enquête fraudebeleid en dienstverlening van 15 januari jl. Deze
beantwoording is zo snel als mogelijk naar uw Kamer gezonden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.P.H. Palmen, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.