Verslag van een rapporteur : Tussentijds verslag van de rapporteurs over EU-hervormingen
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 3035 VERSLAG VAN DE RAPPORTEURS
Vastgesteld op 30 januari 2025
Introductie
De vaste Kamercommissie voor Europese Zaken heeft ons in februari 2024 aangesteld
als rapporteurs op het thema EU-hervormingen, naar aanleiding van de aankondiging
van de mededeling van de Europese Commissie over pretoetredingshervormingen en beleidsevaluaties,
die op 20 maart 2024 verscheen.1 Tot november 2024 was het lid Van Campen tevens rapporteur op dit thema.
Wij brengen tussentijds verslag uit over de activiteiten die wij tot op heden tijdens
ons rapporteurschap hebben ondernomen en geven informatie over het vervolg.
Aanbevelingen van de rapporteurs
De inhoud van dit tussentijdse verslag kan worden betrokken bij de voorbereiding op
de commissiedebatten voor de Raad Algemene Zaken, het debat over de Staat van de Europese
Unie of de plenaire debatten over de Europese Raad, zodra dit onderwerp wordt geagendeerd.
Doel van het EU-rapporteurschap
Het rapporteurschap richt zich op het volgen van EU-voorstellen en ontwikkelingen
inzake pre-toetredingshervormingen in de EU, hetgeen een prioritair onderwerp is van
de commissie Europese Zaken. Het doel is om de informatiepositie van de commissie
Europese Zaken te versterken, de EU-voorstellen optimaal te behandelen en inzicht
te verschaffen in overlap met andere commissies.
Inhoudelijk ligt de focus op de vraag: op welke manier wordt de EU slagvaardiger,
ongeacht de omvang, en welke hervormingen (institutioneel of anderszins) zijn hiervoor
noodzakelijk? Hierbij focussen we ons met name op economische, geopolitieke en rechtsstatelijke
slagvaardigheid. Wat zijn de voor- en nadelen, risico’s en kansen van de voorstellen
die gedaan worden? Vervolgens trachten we te komen tot aanbevelingen welke hervormingen
volgens ons nodig zijn voor een slagvaardiger EU.
Terugkoppeling over de ondernomen activiteiten
1. Gesprekken experts
Met verschillende experts hebben gesprekken plaatsgevonden. Zo is gesproken met twee
leden van de zogenaamde Frans-Duitse werkgroep, die in opdracht van de Ministers voor
Europese Zaken van Duitsland en Frankrijk onderzocht welke EU-hervormingen nodig en
mogelijk zijn voorafgaand aan EU-uitbreiding. Hiertoe heeft deze werkgroep een rapport
opgesteld, Sailing on High Seas.2 De experts lichtten de aanbevelingen in dit rapport toe. Zij spitsten zich toe op
het verbeteren van rechtsstatelijkheid in de EU, gezien het belang hiervan voor de
interne markt. Dit kan onder andere door budgetconditionaliteit veel breder te gebruiken
en de besluitvorming over het starten van de artikel 7-procedure voortaan met 4/5
meerderheid te doen in plaats van unanimiteit. Verder zou alle besluitvorming plaats
moeten vinden met gekwalificeerde meerderheid, behalve op buitenlands beleid en defensie.
Om dit ook voor kleine lidstaten acceptabel te maken zou een soevereiniteitsvangnet
ingevoerd moeten worden en zou de stembalans van meerderheid/bevolkingspercentage
moeten wijzigen van 65/55 naar 60/60, hetgeen iets nadeliger is voor grote lidstaten.
Ook zou het mogelijk moeten zijn een opt-out te nemen als gekwalificeerde meerderheidsbesluitvorming
geïntroduceerd wordt op nieuwe beleidsterreinen.
Op 27 juni jl. is de Minister van Buitenlandse Zaken verzocht een kabinetsappreciatie
te geven van het rapport Sailing on High Seas. Deze appreciatie wordt nog verwacht.
Ook is gesproken met leden van de commissie Meijers over door hen voorgestelde mogelijke
amendementen op het Verdrag van de EU. De commissie Meijers verwacht hun voorstellen
later dit jaar te publiceren. In het eindverslag van dit rapporteurschap zal dit meegenomen
worden.
2. Uitvraag ECPRD
Onder nationale parlementen in de EU is in september/oktober 2024 een uitvraag gedaan
naar de standpunten over interne hervormingen van de EU en de belangrijkste deelaspecten
daarbij, zoals besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid, het aantal Europees
Commissarissen en Europarlementariërs, competenties van Commissie en Europees Parlement.
Ook is gevraagd naar de standpunten over de inzet van (aanvullende) eigen middelen
of specifieke (nieuwe) economische instrumenten om te kunnen voldoen aan de verwachte
hogere vraag naar EU-middelen in het kader van het nieuwe Meerjarig Financieel Kader
(2028–2034).
Vanuit 26 Kamers uit 21 nationale parlementen is gereageerd op deze uitvraag. De meeste
parlementen hebben nog geen formeel standpunt ingenomen over de gewenste interne hervormingen
in de EU. Alleen het Deense parlement3, de Duitse Bundesrat4 en de Franse senaat5 hadden op het moment van uitvraag een eigen positie ingenomen. Wel hebben verschillende
parlementen op deelaspecten informatie gegeven over standpunten van hun regering of
parlement. Daaruit blijkt dat er grote verdeeldheid is over de wenselijkheid van verschillende
hervormingsmogelijkheden, zoals over de mogelijkheid over te gaan op besluitvorming
met gekwalificeerde meerderheid (QMV). Over QMV op onderdelen van het buitenlands
beleid waren zowel voor- als tegenstanders, maar QMV op andere onderdelen van beleid
werd door vrijwel alle respondenten afgewezen. Er was grote overeenstemming over de
vraag of Verdragswijziging nodig is voor het doorvoeren van hervormingen: vrijwel
geen enkel parlement vond dit wenselijk. Op de vraag over eigen middelen in het MFK
kwamen weinig reacties. De reacties die ontvangen zijn waren verdeeld: enkelen waren
voorstander van nieuwe eigen middelen, anderen waren van mening dat de huidige eigen
middelen goed werkten en dat geen nieuwe eigen middelen nodig zijn. Over de specifieke
reacties van nationale parlementen wordt de commissie Europese Zaken separaat geïnformeerd.
3. Adviesaanvraag Adviesraad Internationale Vraagstukken
Op 5 november 2024 heeft de Tweede Kamer op ons initiatief besloten de Adviesraad
Internationale Vraagstukken (AIV) advies6 te vragen over mogelijke EU-hervormingen om de EU slagvaardiger en daadkrachtiger
te maken, ook met het oog op een eventuele EU-uitbreiding.
Doel van het advies is heldere, scherpe dilemma’s te schetsen voor Nederland en de
EU in het debat over de toekomst van de EU. Het advies is bij voorkeur toegespitst
op drie belangrijke terreinen: institutioneel/geopolitiek, rechtsstatelijkheid en
economie/financiën. Hierbij gaat het onder andere om de internationale uitdagingen,
vetorecht op buitenlands beleid, de bescherming van de rechtsstaat en de toekomstige
financiering van Europese ambities. Het advies is naar verwachting tegen april 2025
beschikbaar.
4. Overige activiteiten
De rapporteurs verzochten de Minister van Buitenlandse Zaken om een spoedige kabinetsappreciatie
op de Commissiemededeling over pretoetredingshervormingen7. Deze is op 19 april 2024 ontvangen8.
Op 21 mei 2024 heeft een gesprek plaatsgevonden met de Eerste Kamer waarin dit rapporteurschap
is toegelicht.9
In juni 2024 heeft de commissie Europese Zaken een technische briefing georganiseerd
waarin vanuit het Ministerie van Buitenlandse Zaken een toelichting gegeven is op
de Commissiemededeling over pretoetredingshervormingen en beleidsevaluaties.
In het najaar van 2024 hebben in de Tweede Kamer verschillende rondetafelgesprekken
plaatsgevonden die aan het onderwerp van dit rapporteurschap linken, zoals een rondetafelgesprek
over EU-uitbreiding10 (6 november 2024) en het rondetafelgesprek over het rapport Draghi, The future of European Competitiveness11 (11 december 2024). Op verzoek van de rapporteurs vond bovendien het rondetafelgesprek
over het rapport Letta, Much more than a Market12 (12 september 2024) plaats.
Stand van zaken in de EU
Naar verwachting publiceert de Europese Commissie in de komende maanden de zogenaamde
pre-toetreding beleidsevaluaties, als vervolg op de initiële Commissiemededeling van
20 maart 2024. De Ministers van Europese Zaken bespreken dit mogelijk tijdens de Raad
Algemene Zaken van 18 maart 20245. De regeringsleiders spreken vervolgens tijdens
de Europese Raad van 26–27 juni 2025 over interne hervormingen naar aanleiding van
deze beleidsevaluaties. Het Pools EU-voorzitterschap streeft ernaar een vervolgverslag
voor te bereiden aan de Europese Raad in overeenstemming met de afgesproken «routekaart»
in juni 2024, waarin wordt gereflecteerd op vier onderdelen van toekomstige hervorming:
waarden, beleid, begroting en bestuur.
Vervolg rapporteurschap
De eerstvolgende activiteiten die wij voorzien als rapporteurs zijn verdere gesprekken
met experts en wellicht rapporteurs uit enkele nationale parlementen. Indien het Europees
Parlement een rapporteur benoemt op het dossier Pretoetredingshervormingen en beleidsevaluaties
is het voornemen om ook in gesprek te gaan met deze rapporteur. Verder wordt de publicatie
van het AIV-onderzoek verwacht in het voorjaar van 2025, zodat de uitkomsten betrokken
kunnen worden bij het debat over de Staat van de Europese Unie en het debat over de
Europese Raad in juni.
Over de uitkomsten van de verdere activiteiten zullen wij u informeren in het eindverslag
van dit rapporteurschap, naar verwachting rond de zomer van 2025.
Klaver
Dassen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Jesse Klaver, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Laurens Dassen, Tweede Kamerlid