Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Vijlbrief, Grinwis en Inge van Dijk over het bericht 'Kabinet krijgt tik op de vingers uit Brussel'
Vragen van de leden Vijlbrief (D66), Grinwis (ChristenUnie) en Inge van Dijk (CDA) aan de Minister van Financiën over het bericht «Kabinet krijgt tik op de vingers uit Brussel» (ingezonden 29 november 2024).
Antwoord van Minister Heinen (Financiën) (ontvangen 3 december 2024).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de kritiek die het kabinet heeft gekregen van de Europese
Commissie met het oog op de oplopende schulden en tekorten op de iets langere termijn?
Ervaart u dit ook als een tik op de vingers?1
Antwoord 1
Ik heb kennisgenomen van de beoordeling van de Europese Commissie van het budgettair-structureel
plan van Nederland en de Opinie van de Commissie ten aanzien van de ontwerpbegroting
2025 (Draft Budgetary Plan). Het kabinet heeft reeds bij de aanbiedingsbrief van het
budgettair-structureel plan en de ontwerpbegroting op 17 september jl. de Kamers geïnformeerd
over de inschatting dat Nederland zonder aanvullende begrotingsopgave niet zal voldoen
aan de vereisten die de Europese regels stellen aan het uitgavenpad in het budgettair-structureel
plan.2 Door de vergrijzingskosten en de oplopende rente-uitgaven lopen het tekort en de
schuld na de kabinetsperiode zonder aanvullend beleid op boven de Europese referentiewaarden.
Daarmee voldoet Nederland niet aan de eis om zonder aanvullend beleid het tekort en
de schuld op middellange termijn (tot 2038) binnen de Europese referentiewaarden te
houden. De beoordeling van de e Europese Commissie is zodoende in lijn met de eerder
met uw Kamer gedeelde inschatting.
Het kabinet zet belangrijke stappen om het tekort tijdens de kabinetsperiode onder
de 3% bbp te houden, op een incidentele overschrijding in 2026 na als gevolg van het
affinancieren van militaire pensioenen. Gedurende de kabinetsperiode blijft de schuld
onder 60% bbp.
Vraag 2
Ziet u hierin aanleiding om de begroting aan te passen zodat voldaan wordt aan de
Europese begrotingsregels? Of bent u voornemens om deze serieuze waarschuwing van
de Europese Commissie te negeren? Hoe verhoudt dit zich tot uw miljoenennota, waarin
staat dat «het kabinet hecht aan begrotingsdiscipline en gezonde overheidsfinanciën»?
Antwoord 2
Het kabinet hecht grote waarde aan de Europese begrotingsregels en gezonde overheidsfinanciën.
In de Wet Hof is geformuleerd dat het kabinet trendmatig begrotingsbeleid voert met
inachtneming van de Europese normen. Naast een eenmalige overschrijding van het tekort
in 2026 als gevolg van het affinancieren van militaire pensioenen, blijven het EMU-saldo
en de EMU-schuld naar verwachting tijdens de kabinetsperiode binnen de Europese referentiewaarden
van -3% bbp en 60% bbp.
De begroting, welke de basis vormt van het Nederlandse budgettair-structureel plan
voor de middellange termijn, is gebaseerd op nationale politieke afspraken over de
financiële kaders gedurende de kabinetsperiode, zoals vastgelegd in de Miljoenennota.
Op deze manier kan Nederland voorspelbaar en trendmatig begrotingsbeleid voeren. Het
kabinet zal niet een ander budgettair pad aan de Europese Commissie voorleggen dan
de door het kabinet vastgestelde kaders. Het kabinet heeft wel afgesproken, zoals
vastgelegd in het Hoofdlijnenakkoord en de Miljoenennota, om maatregelen te nemen
als het tekort tijdens de kabinetsperiode dreigt op te lopen tot boven de 3% bbp.
Het kabinet zet een eerste stap om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën te waarborgen,
door het uitgavenniveau structureel te beperken. Deze maatregelen verminderen de overheidsuitgaven
vanaf 2027 ten opzichte van het basispad. Ook volgende kabinetten zullen stappen moeten
zetten om de overheidsfinanciën op de middellange termijn houdbaar te houden en schuld
en tekort binnen de Europese referentiewaarden te houden.
Vraag 3
In RTL Z gaf u aan dat u bezuinigingen niet uitsluit als de financiën op de lange
termijn niet verbeteren; wat is in dat licht het concrete voorstel van het kabinet?
Welke aanvullende bezuinigingen gaat u in de komende tijd voorstellen?
Antwoord 3
Zie antwoord bij vraag 2.
Vraag 4
Dit kabinet begon met de laagste staatsschuld van de afgelopen tien kabinetten, kunt
u aangeven waarom dit kabinet ervoor kiest om deze staatsschuld weer op te laten lopen
door het extra uitgeven van 8 miljard in uw eerste begroting?
Antwoord 4
Zie antwoord bij vraag 2.
Vraag 5
Waarom kiest u er niet voor om deze extra uitgaven te gebruiken voor het doorvoeren
van noodzakelijke hervormingen en/of transities van de economie, maar kiest u ervoor
om dit geld in te zetten voor consumptieve uitgaven die in het licht van de vergrijzing
de problemen alleen maar vergroten in plaats van oplossen, zoals de verlaging van
het eigen risico?
Antwoord 5
Zoals vastgelegd in het Regeerprogramma en de Miljoenennota, zet dit kabinet zich
in voor een gezonde en sterke economie. Zo maakt dit kabinet werken lonender, zet
het kabinet stappen om het woningtekort aan te pakken, versterkt het kabinet het vestigingsklimaat
en maakt dit kabinet zich hard voor economische weerbaarheid en (inter)nationale veiligheid.
Ook blijft het kabinet bijvoorbeeld via het klimaat- en transitiefonds investeren
in de verduurzaming van de economie en energietransitie.
Vraag 6
Hoe rijmt u het «rechttrekken van de [overheidsschuld op de] lange termijn», zoals
u aangaf bij RTL Z, met de stijgende zorguitgaven en de vergrijzing, waar dit kabinet
vooralsnog geen keuzes in maakt?
Antwoord 6
In het Regeerprogramma staat hoe het kabinet op verschillende domeinen nationaal inzet
op de vergrijzingsbestendigheid van Nederland, via keuzes op financieel-economisch
gebied en een brede arbeidsmarktagenda voor arbeidsmarktkrapte.
Ook onderschrijft het kabinet het belang van begrotingsdiscipline. Nederland heeft
een goede uitgangspositie door onder meer de koppeling van onze AOW-leeftijd aan de
levensverwachting en de (nog altijd) relatief lage overheidsschuld. Het kabinet zet
een eerste stap om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën te waarborgen, door het
uitgavenniveau structureel te beperken. Deze maatregelen verminderen de overheidsuitgaven
vanaf 2027 ten opzichte van het basispad. Ook volgende kabinetten zullen stappen moeten
zetten om de overheidsfinanciën op de middellange termijn houdbaar te houden en schuld
en tekort binnen de Europese referentiewaarden te houden.
Vraag 7
Wat zijn volgens u de tien meest effectieve ombuigingen en lastenverzwaringen die
die de verslechtering van de overheidsfinanciën als gevolg van vergrijzing tegengaan?
Welke van deze tien maatregelen overweegt u te treffen?
Antwoord 7
Het kabinet zet een eerste stap om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën te waarborgen,
door het uitgavenniveau structureel te beperken. Deze maatregelen verminderen de overheidsuitgaven
vanaf 2027 ten opzichte van het basispad. Ook volgende kabinetten zullen stappen moeten
zetten om de overheidsfinanciën op de middellange termijn houdbaar te houden en schuld
en tekort binnen de Europese referentiewaarden te houden. Aanvullende maatregelen
voor de uitgaven op langere termijn – mede in het licht van de vergrijzing – die verder
gaan dan de Miljoenennota zijn nu niet aan de orde.
Vraag 8
Overweegt u in het licht van de verslechterende overheidsfinanciën én de recente verhoging
van de hypotheekrenteaftrek ook maatregelen in het domein van de fiscale behandeling
van het eigenwoningbezit, zoals het versoberen van de hypotheekrenteaftrek of het
terugdraaien van de nu voorliggende verruiming?
Antwoord 8
In augustus heeft het kabinet een koopkrachtpakket voorgesteld waarbij ervoor is gekozen
om het gezamenlijke basistarief los te laten, het tarief in de eerste schijf te verlagen
en het tarief in de tweede schijf te verhogen. De wijziging van de hoogte van het
maximale aftrekpercentage is daar het gevolg van. Dit hogere tarief geldt naast voor
de hypotheekrenteaftrek ook voor het inkomen binnen de betreffende schijf. Het maximale
aftrekpercentage beweegt mee met het tarief in de tweede schijf. Iedere wijziging
van het percentage in de tweede schijf heeft zo automatisch gevolgen voor het maximale
aftrekpercentage. Dit geldt niet alleen voor de hypotheekrenteaftrek maar voor alle
grondslagverminderende posten. In het hoofdlijnenakkoord is ook de keuze gemaakt om
de fiscale positie van de eigen woning niet te wijzigen. Dit is een bewuste keuze
om onzekerheid op de woningmarkt tegen te gaan. Het kabinet heeft mede daarom ook
niets gewijzigd aan de bestaande systematiek. Het kabinet houdt zich daarnaast aan
het Belastingplan zoals daar in de Tweede Kamer over is gestemd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.