Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dijk over het bericht 'Ziekenhuisbaas: als we niet oppassen, verdwijnen behandelingen uit Fryslân'
Vragen van het lid Dijk (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Ziekenhuisbaas: als we niet oppassen, verdwijnen behandelingen uit Fryslân» (ingezonden 4 maart 2025).
Antwoord van Minister Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 17 maart
2025).
Vraag 1
Heeft u het bericht «Ziekenhuisbaas: als we niet oppassen, verdwijnen behandelingen
uit Fryslân» gelezen en wat is uw reactie hierop?1
Antwoord 1
Ja. Ik hecht groot belang aan het ziekenhuis dichtbij en maak me sterk voor de ziekenhuiszorg
in de regio en dus ook in Friesland.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat er in de toekomst in de Friese ziekenhuizen mogelijk geen behandelingen
voor maag-, slokdarm- en alvleesklierkanker mogelijk zijn in Fryslân?
Antwoord 2
Iedereen in Nederland moet toegang hebben tot goede zorg, ook in Fryslân.
In mijn brief van januari over de kwaliteit van zorg2 heb ik u geïnformeerd over de stand van zaken over de besluitvorming over volumenormen.
Ik heb daarbij benadrukt dat als jij, of je kind, zorg nodig heeft je eigenlijk maar
één ding belangrijk vindt: dat die zorg goed is en ervoor zorgt dat je beter wordt.
Ik heb in de brief toegelicht dat ik het belangrijk vind dat iedereen in Nederland,
ongeacht zijn of haar woonplaats, toegang heeft tot goede zorg, of het nou gaat om
een relatief eenvoudige beenbreuk, of over een complexe chirurgische operatie aan
een van de organen. Uitgangspunt is daarbij dat we de zorg zo dichtbij mogelijk om
de patiënt heen organiseren en dat als het moet, we de hoogcomplexe zorg afhankelijk
van waar je woont, verder weg moeten organiseren.
Vraag 3
Kunt u aangeven hoe het staat met de aanpassing van de volumenormen bij de oncologie
en vaatchirurgie? Vindt u het wenselijk dat deze volumenormen omhooggaan? Welke gevolgen
heeft dit voor de Friese ziekenhuizen?
Antwoord 3
Een belangrijke bouwsteen in de ontwikkeling van een toegankelijk en kwalitatief hoogwaardig
medisch specialistisch zorglandschap is de beweging dat ziekenhuizen meer gaan samenwerken
in zorgnetwerken.
Dat helpt om patiënten zoveel mogelijk in hun eigen ziekenhuis, waar zij zich vertrouwd
voelen, te kunnen behandelen. Als een patiënt moet worden doorverwezen naar een hooggespecialiseerd
ziekenhuis, is het doel om, zodra het kan, die patiënt zoveel mogelijk verder te behandelen
in het eigen ziekenhuis. Zorg die goed toegankelijk is voor omwonenden en in goed
contact staat met de huisartsen, thuiszorg en sociaal werk. Om deze netwerken te laten
ontstaan staan de betrokken partijen in de medisch specialistische zorg de komende
periode voor soms spannende keuzes over hogere volumenormen voor hoog-complexe zorg
en spreiding van veelvoorkomende en minder complexe zorg. Soms is concentratie van
zorg nodig om zorg van hogere kwaliteit voor patiënten mogelijk te maken. In andere
gevallen leidt spreiding tot beter passende zorg dichtbij. Alle medisch specialisten,
ziekenhuizen en andere veldpartijen zijn nodig om deze kwaliteitsverbetering voor
patiënten te kunnen realiseren.
In genoemde brief heb ik ook aangegeven dat ik het belangrijk vind dat dit traject
rond herverdeling van zorg zorgvuldig plaatsvindt, dat partijen in de regio goede
afspraken maken over samenwerking in netwerken en herverdeling van zorg en hoe dit
wordt gewaarborgd. Met deze blik volg ik de besluitvorming die volgens planning eind
maart plaatsvindt. Ik zal u hier dan over informeren.
Vraag 4
Hoe gaan uw plannen voorkomen dat de SEH’s in de Friese ziekenhuizen gaan sluiten?
Welke mogelijkheden heeft u om budgetfinanciering in te stellen zonder instemming
van de verzekeraars en bent u bereid deze mogelijkheden te gebruiken?
Antwoord 4
Het kabinet wil ervoor zorgen dat de beschikbaarheid van acute zorg in iedere regio
goed geregeld is. Nu geldt al dat voor elke wijziging in het acute zorgaanbod het
proces zoals beschreven in de AMvB acute zorg moet worden gevolgd. Aanvullend hierop
richt ik mij – in lijn met het Hoofdlijnenakkoord – op strengere regels voor veranderingen
van het zorgaanbod, een handreiking voor het goede gesprek in de regio en betrokkenheid
van burgers en het lokaal openbaar bestuur, passende kwaliteitskaders en het uit de
marktwerking halen van de acute zorg. Daarbij is steeds leidend dat de kwaliteit van
de zorg op de SEH en breed in het ziekenhuis steeds geborgd moet kunnen worden. De
besluitvorming over de SEH is uiteindelijk aan het ziekenhuis zelf.
Het is formeel aan mij als Minister om de wijze van bekostiging te bepalen, bijvoorbeeld
voor de SEH’s. Zowel zorgaanbieders als zorgverzekeraars zijn gebonden aan de geldende
bekostigingssystematiek. Zoals ik in mijn brief3 aan de Kamer heb geschreven, ben ik voornemens om de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)
een aanwijzing te sturen om de voorbereidingen te treffen om budgetbekostiging voor
de spoedeisende hulp (SEH) per 2027 mogelijk te maken.
Vraag 5
Zijn de uitspraken van de bestuursvoorzitter van het Frisius MC om gezondheidscentra
ziekenhuizen te laten vervangen of een nog grotere druk te leggen op de ouderenzorg
in lijn met uw visie op de ziekenhuiszorg? Zo ja, waarom? Zo nee, heeft u haar dit
laten weten?
Antwoord 5
Naar aanleiding van deze vraag is er contact geweest met het Frisius MC. Er is op
dit moment een personeelstekort in de hele zorgketen. Tegen deze achtergrond wil het
MC met collega-zorgorganisaties zoeken naar de meest efficiënte vorm van zorgverlening.
Het MC geeft aan dat voor de bredere beweging naar toekomstbestendige zorg het Frisius
MC het ziekenhuislandschap in Friesland anders wil gaan inrichten. Dit doet het Frisius
MC niet alleen, maar met andere zorgaanbieders uit de keten, waarvan ook de ouderenzorg
onderdeel is. Het uitgangspunt voor het Frisius MC is dat zoveel als mogelijk de zorg
dichtbij de patiënt wordt georganiseerd. Denk aan minder complexe of chronische zorg.
Hiervoor kunnen mogelijk gezondheidscentra op bijvoorbeeld de plekken waar nu een
ziekenhuis staat een uitkomst bieden. Het Frisius wil anticiperen op een toenemende
vraag naar zorg en een afnemende beroepsbevolking in Friesland met een combinatie
van zorg dichtbij de inwoner, het ziekenhuiszorg alleen voor interventies en concentratie
van hoogcomplexe zorg.
Een duurzaam toekomstbestendige zorg toegankelijk en dichtbij de mensen die deze nodig
hebben vraagt om een grote transitie naar onder andere meer samenwerking die ten goede
komt aan de patiënt, netwerkzorg en meer digitale en hybride zorg. Ik vind het dan
ook een goede ontwikkeling dat de Friese ziekenhuizen en andere zorgaanbieders meer
samenwerken. Ik vind het ook belangrijk dat dit traject zorgvuldig plaatsvindt en
dat zorgpartijen in de regio goede afspraken maken met elkaar over samenwerking in
netwerken en herverdeling van zorg waarbij alle betrokkenen, zoals burgers en het
lokaal bestuur goed worden betrokken bij het proces richting besluitvorming.
Vraag 6
Kunt u aangeven waar de Friese ziekenhuizen op dit moment precies staan in hun proces
om het aantal locaties terug te brengen van vier naar drie?
Antwoord 6
Al een aantal jaren werken de Friese ziekenhuizen (Frisius MC met locaties in Leeuwarden
en Heerenveen, Antonius Zorggroep met locaties in Sneek en Emmeloord, en Nij Smellinghe
met locatie in Drachten) in samenwerking met de zorgverzekeraars Zilveren Kruis, De
Friesland en VGZ aan plannen voor toekomstbestendige zorg in Friesland, Noordelijk
Flevoland, Zuidwest Drenthe en de Kop van Overijssel.
In juni 2023 is in de media een voorkeursscenario bekend gemaakt. In dat scenario
wordt gesproken over een fusie tussen Zorgpartners Friesland en de Antonius Zorggroep
en gaan in 2034 de ziekenhuis locaties in Heerenveen (Frisius MC) en Sneek (Antonius
Zorggroep) samen in één nieuw te bouwen ziekenhuis in Joure mét SEH, afdeling acute
verloskunde en intensive care. Daarnaast blijft het topklinisch ziekenhuis in Leeuwarden
en het algemeen ziekenhuis in Drachten.
In juni 2024 is door de partijen een intentieovereenkomst getekend. Hierin staat dat
ze zich tot het uiterste gaan inspannen om via het voorkeursscenario ook op langere
termijn kwalitatief goede en toegankelijke ziekenhuiszorg te bieden in bovengenoemde
gebieden.
Op dit moment wordt de financiële haalbaarheid van het plan onderzocht en wordt gewerkt
aan de inhoudelijke verdiepingen van het voorkeursscenario. Belangrijke thema’s daarbij
zijn bijvoorbeeld burgerparticipatie, overleg met de andere zorgaanbieders, de financiële
haalbaarheid van de nieuw te bouwen locatie en haalbaarheid op het gebied van mededingingsrecht
t.a.v. de beoogde bestuurlijke fusie. Maar ook onderzoek naar innovaties die nodig
zijn; hoe moet de zorg er in 2034 uitzien om te voldoen aan de vraagstukken die op
de zorg afkomen, zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit, toegankelijkheid
en de betaalbaarheid van onze diensten? Voor dat laatste is er onder meer ook regelmatig
contact met de betrokken gemeenten en andere zorgaanbieders als bijvoorbeeld de ambulancezorg,
huisartsen en verloskundigen.
Vraag 7
Vindt u het acceptabel dat er straks mogelijk maar drie ziekenhuislocaties in plaats
van vier zijn in Fryslân wat de bereikbaarheid van zorg niet ten goede komt? Kunt
u uw antwoord toelichten?
Antwoord 7
Ik heb bij de ziekenhuisbestuurders benadrukt dat ik het van essentieel belang vind
dat de plannen richting besluitvorming met betrokkenheid van stakeholders, lokale
overheden en burgers opgepakt worden. Ik verwacht van hen dat zij het maximale doen
om de zorg op een goede manier, dichtbij de mensen in hun regio te leveren. Het is
uiteindelijk aan hen om te besluiten hoe zij dit het beste kunnen doen, inclusief
het aantal ziekenhuizen waarom het daarbij gaat. Ik vertrouw erop dat een ziekenhuisbestuurder
zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt en in het belang van de patiënten,
medewerkers en het behoud van de zorg, de juiste beslissingen neemt.
Vraag 8 en 9
Kunt u aangeven hoe vaak u contact heeft met de ziekenhuisbesturen over de ontwikkelingen
in het aantal ziekenhuislocaties in Fryslân? Wanneer was de laatste keer en wat was
de uitkomst van dat gesprek?
Kunt u aangeven hoe vaak u in Fryslân bent geweest en heeft gesproken met bezorgde
patiënten en personeel over de ontwikkelingen? Wat kwam er uit deze gesprekken?
Antwoord 8 en 9
Er is vanuit Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) regelmatig contact
met partijen in Fryslân. Zo schuift VWS elk kwartaal aan bij de Seker en Sun tafel
in Fryslân en is er intensief contact met de FrIZA voorzitter en de regio coördinator
IZA van Zilveren Kruis. Op 25 november 2024 is op uitnodiging van Zorgbelang Fryslân
een gesprek gevoerd met de Friese ziekenhuizen, gemeenten, huisartsen, ambulancezorg
en cliëntenraden en inwonerorganisaties over de plannen van de Friese ziekenhuizen.
In het gesprek is onder meer het belang van een zorgvuldig proces benadrukt waarbij
het belangrijk is om met alle betrokken partijen in de regio alle perspectieven af
te wegen alvorens tot besluitvorming over te gaan. Meest recent is op 12 februari
2025 een bezoek gebracht aan Friesland.
Op 27 februari vond de talkshow «Aan tafel over gezondheid en zorg» plaats, een samenwerking
tussen VWS, FrIZA en Omrop fryslân. Hier kwamen inwoners, professionals en ervaringsdeskundigen
samen om ideeën en oplossingen te bespreken. Daarnaast vindt er op ambtelijk niveau
regelmatig een gesprek plaats met zorgverzekeraar Zilveren Kruis. Wanneer nodig sluiten
ook de ziekenhuisbesturen aan bij dit overleg.
Vraag 10
Zijn de gemeenten SudWest Fryslân en Heerenveen op dit moment voldoende betrokken
bij het proces rondom de sluiting van de ziekenhuizen zoals in de algemene maatregel
van bestuur is opgenomen? Zo ja, ervaren de gemeenten deze betrokkenheid zelf ook?
Kunt u dit bij hen nagaan?
Antwoord 10
Er zijn door Frisius MC, het Antonius en Zilveren Kruis/De Friesland, al meerdere
gesprekken gevoerd met de betrokken gemeenten. Ook waren de wethouders van de gemeenten
SudWest Fryslân en Heerenveen aanwezig bij beide werkbezoeken. Ook staat een gesprek
gepland van VWS met de wethouders van deze gemeenten.
Vraag 11
Kunt u aangeven welk doel de zogeheten «transformatiegelden» dienen die beschikbaar
zijn vanuit de zorgverzekeraar? Wie beslist er over de uiteindelijke besteding van
dit geld en onder welke voorwaarden?
Antwoord 11
De zorgpartijen die het IZA hebben ondertekend hebben samen afgesproken dat zorgaanbieders,
zorgprofessionals, patiëntenorganisaties, zorgverzekeraars en gemeenten, in samenwerking
met elkaar (waarbij de samenstelling afhankelijk is van het plan) plannen ontwikkelen
voor zorgtransformaties, om zo versneld bij te dragen aan de IZA-doelen. Voor de uitvoering
van deze plannen zijn transformatiemiddelen beschikbaar. Tevens hebben de IZA-partijen
afgesproken dat de twee marktleidende zorgverzekeraars in de regio («de coördinerend
zorgverzekeraar» en «de tweede zorgverzekeraar») deze plannen beoordelen. Daarvoor
hebben de IZA-partijen gezamenlijk een beoordelingskader opgesteld dat deze zorgverzekeraars
gebruiken bij de toetsing van de plannen.4
Vraag 12
Bent u het eens met de VNG dat gemeenten bij de beoordeling van plannen over de besteding
van dit geld hierover (mede) zouden moeten beslissen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Ja, daar ben ik het mee eens. Het is aan de betreffende gemeente/de mandaatgemeente
die expliciet goedkeuring moet geven voor de onderdelen die toezien op het sociaal
domein, omdat zij verantwoordelijk zijn voor de structurele implementatie en daarmee
mogelijke structurele kosten. Indien de betreffende gemeente geen goedkeuring geeft,
heeft dit consequenties voor de beoordeling van het integrale plan door de betreffende
zorgverzekeraars, omdat alle betrokken partijen aantoonbaar commitment moeten geven
op het plan voordat zorgverzekeraars het plan goedkeuren.
Vraag 13 en 14
Is het mogelijk om dit geld in te zetten voor het oplossen van het personeelstekort
door bijvoorbeeld de arbeidsomstandigheden te verbeteren, opleidingen in de regio
aan te bieden of (goedkope) huisvesting voor personeel te verzorgen?
Is het mogelijk om dit geld in te zetten voor het afschrijven van ziekenhuisgebouwen?
Antwoord 13 en 14
Op grond van het door IZA-partijen vastgestelde beoordelingskader wordt een transformatie
als impactvol aangemerkt als er sprake is van een substantiële impact (conform IZA-doelen)
op een of meerdere van de onderstaande aspecten:
1. Het zorggebruik in de Zorgverzekeringswet.
2. Regionale en/of landelijke herverdelingsvraagstukken (profielkeuzes).
3. De inzet van personeel. Hieronder kan ook bij/nascholing vallen, waardoor personeel
effectiever zorg kan verlenen.
4. De omvang van zorgvastgoed (in relatie tot de omvang van de zorgaanbieder).
Dit betekent dat beargumenteerd moet worden dat bijvoorbeeld het opleiden van personeel
impactvol bij moet dragen aan het effectiever inzetten van personeel. Ik zie niet
in hoe het aanbieden van (goedkope) huisvesting voor personeel bij kan dragen aan
de bovengenoemde criteria.
In hoeverre de afschrijving op onroerende goed ook onderdeel kan zijn van het transformatieplan
is afhankelijk van andere criteria die in het beoordelingskader zijn opgenomen. In
het beoordelingskader is onder andere opgenomen dat de in het transformatieplan geformuleerde
transformatieafspraken binnen vijf jaar worden behaald. Ook is aangegeven dat de transformatie
op korte termijn niet anders bereikt, substantieel versneld en/of opgeschaald kan
worden dan door inzet van transformatiemiddelen. Verder moet het gaan om een éénmalige
investering voor de totstandbrenging van de beoogde transformatie (dus geen structurele
kosten). Afbouw en uitfaseren van activiteiten/desinvesteringen en niet via de tarieven
te bekostigen aanloopkosten kunnen hier wel onder vallen. Dat geldt ook voor de transformatie
van onroerend goed.
Vraag 15
Klopt het dat bij de Friese ziekenhuizen dit geld wordt gebruikt door de zorgverzekeraars
en ziekenhuisbesturen om de sluiting van twee ziekenhuizen, door het afschrijven van
de ziekenhuisgebouwen, er zo snel mogelijk door heen te drukken?
Antwoord 15
Er is een aanvraag voor transformatiegelden gedaan door de ziekenhuizen, die op dit
moment wordt beoordeeld door de zorgverzekeraars. Zilveren Kruis heeft aangegeven
dat versnelde afschrijving één van de onderdelen is van deze aanvraag. Het gaat hier
om een langetermijntransformatie (2034). Het is aan de zorgverzekeraars om te beoordelen
of het transformatieplan voldoet aan de gestelde criteria.
Vraag 16 en 17
Klopt het dat de benodigde «maatschappelijke impactanalyse» voor het gebruik van deze
transformatiegelden voor het afschrijven van de ziekenhuisgebouwen in Sneek niet heeft
plaatsgevonden? Zo nee, waarom niet?
Indien u hiervan op de hoogte was, heeft u hierover bij de zorgverzekeraars en de
zorgpartijen aan de bel getrokken om aan te geven dat deze analyse er alsnog moest
komen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 16 en 17
Om in aanmerking te komen voor transformatiemiddelen is op grond van het beoordelingskader
Impactvolle zorgtransformaties en inzet transformatiemiddelen een positieve (maatschappelijke)
businesscase één van de voorwaarden. Uit de businesscase moet blijken op welke wijze
de transformatie gaat bijdragen aan passende zorg en/of andere IZA-doelen (waaronder
kwaliteit van zorg), aan de in het IZA genoemde doelgroepen, en de resultaten. Het
is aan de zorgverzekeraars om dit te beoordelen. Als dit niet onderdeel van het plan
is dan kan dit plan niet goedgekeurd worden.
Vraag 18
Kunt u aangeven wat de gemiddelde levensverwachting is van ziekenhuisgebouwen? Kunt
u aangeven of de ziekenhuizengebouwen in Sneek en Heerenveen boven of onder dit gemiddelde
zitten?
Antwoord 18
In algemene zin geldt dat de gemiddelde periode waarop ziekenhuisgebouwen worden afgeschreven
30–40 jaar is. De technische levensduur van gebouwen ligt hoger, rond de 50–60 jaar
voor nieuwe ziekenhuizen, maar door innovaties en veranderende zorgmodellen ligt de
functionele levensduur vaak rond de 30 jaar. Regelmatig wordt een midlife renovatie gedaan halverwege de afschrijvingstermijn van gebouwen, waardoor de investeringen
en afschrijvingen weer wat toenemen.
Vraag 19
In hoeverre draagt het gebruik van de «transformatiegelden» voor het afschrijven van
ziekenhuisgebouwen in Sneek en Heerenveen bij aan een een definitieve beslissing voor
de sluiting van de ziekenhuizen? Hoe staat dit in verhouding tot andere argumenten
zoals het personeelstekort?
Antwoord 19
Vanwege het verwachte personeelstekort is men in Friesland in gesprek om de zorg anders
te organiseren. De transformatiemiddelen kunnen gebruikt worden voor een versnelling
van deze plannen, zolang de plannen voldoen aan het Beoordelingskader impactvolle
zorgtransformaties. De transformatiemiddelen zijn niet bepalend voor de besluitvorming
maar kunnen hier wel ondersteunend in zijn.
Vraag 20
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het commissiedebat Medisch Zorglandschap op donderdag
20 maart?
Antwoord 20
Ja
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.