Stenogram : Vragenuur: Vragen van het lid Paulusma aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, viceminister-president, over het bericht "Minister Agema: werkloze arbeidsmigranten zonder zorgverzekering krijgen alleen nog acute zorg".
2 Vragenuur
Vergaderjaar 2024-2025
Vergaderingnummer 28
Te raadplegen sinds
2025-03-07Inhoudsopgave
Gerelateerde informatie
Toon alle items in vergaderingHandelingen TK 2024-2025, 28
Vragenuur
Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 12.3 van het Reglement van Orde.
Vragen Paulusma
Vragen van het lid Paulusma aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, viceminister-president, over het bericht "Minister Agema: werkloze arbeidsmigranten zonder zorgverzekering krijgen alleen nog acute zorg".
De voorzitter:
Een hartelijk woord van welkom aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Fijn u weer te zien hier. Aan de orde is het vragenuurtje. Ik geef graag als eerste het woord aan mevrouw Paulusma van de fractie van D66. Het woord is aan haar.
Mevrouw Paulusma (D66):
Voorzitter, dank u wel. Wat D66 betreft heeft iedereen in Nederland recht op toegang tot zorg. Deze minister is tot nu toe echter alleen maar bezig geweest met de zorg ontoegankelijk maken. Ze bezuinigt op preventie, laat de wachtlijsten toenemen en heeft nu ook nog eens besloten om de zorg voor onverzekerden in te korten. De minister geeft een onmogelijke opdracht aan artsen en zorgverleners door te zeggen dat zij maar moeten bepalen wie wel of geen recht heeft op zorg. Is de minister het niet met mij eens dat zij haar eigen verantwoordelijkheid neerlegt op het bordje van artsen en verpleegkundigen?
De voorzitter:
Het woord is aan de minister.
Minister Agema:
Dank u wel, voorzitter. Allereerst hartelijk dank dat ik nog een keer de gelegenheid krijg om hier de besparingsopgave van 40 miljoen op de subsidieregeling voor zorg aan onverzekerden uit te lichten en toe te lichten. Dat heb ik al eerder gedaan bij de begroting, maar ik vind het fijn dat ik deze kans hier nog een keer krijg. Ik wil allereerst zeggen dat ik vind dat de artsen, de straatartsen ongelofelijk goed werk doen. Ga er maar aan staan om af te gaan op mensen die echt al veel verwaarlozing hebben en om hen te helpen, om hun onderdak te bieden en om hun medische zorg te bieden. Ik vind het hartstikke goed dat zij dat doen.
Dan de regeling waar we het nu over hebben. Deze regeling heet de SOV-regeling. Deze is verouderd en loopt af in maart 2027, dus ik moet sowieso met een nieuwe regeling komen. Maar je ziet ook dat deze regeling een vergaarbak is geworden. In de regeling zitten bijvoorbeeld mensen die wel verzekerbaar zijn, zoals daklozen, die gewoon verzekerbaar zijn. Wat ik nou zou willen, is dat daklozen op een normale manier verzekerd zijn met een normale zorgverzekeringspremie, waarbij ze gewoon via een briefadres en via een verklaring van de Sociale Verzekeringsbank straks verzekerbaar zijn. Daardoor zullen de kosten in de nieuwe regeling omlaaggaan. Maar denk ook aan legale werknemers, legale Oost-Europese werknemers, die soms met elf man op een adres wonen en daardoor ook geen adres kunnen overleggen. Zij kunnen bijvoorbeeld met hun loonstrook wel een verzekering krijgen. Dus ook van deze groep zou ik graag willen dat ze op een nette manier een echte verzekering krijgen. Dan is er nog de groep die niet-verzekerbaar is, bijvoorbeeld werkloze Oost-Europeanen die lange tijd in Nederland verblijven nadat ze hun baan zijn kwijtgeraakt en vaak op straat leven. Wat ik heb gezegd en wat ik wil, is dat we toegaan naar een nieuwe regeling, waardoor ook zij hun spoedeisende zorg krijgen. Maar we moeten wel het gesprek aangaan. We moeten het gesprek aangaan over de vraag waar de vervolgzorg plaatsvindt. Je kunt niet voor eeuwig in Nederland blijven hangen als je niet in je eigen levensonderhoud kunt voorzien.
Mevrouw Paulusma vroeg mij waarom ik mijn verantwoordelijkheid neerleg bij artsen om het onderscheid te maken tussen spoedzorg en vervolgzorg. Geen van mijn voorgangers heeft ooit die keuze gemaakt voor het veld. Het maken van onderscheid tussen spoedzorg en vervolgzorg laten wij altijd over aan het veld. Ik denk dat het goed is dat we dat in dit geval ook blijven doen. Het zijn soms grote dingen, het zijn soms op het oog kleine dingen met grote gevolgen, bijvoorbeeld een tekenbeet, die als voorbeeld in Zembla naar voren kwam. Dat lijkt misschien een klein ongemak, maar in het genoemde geval werd het een infectie. Op het moment dat je daar geen antibioticakuur voor geeft, loopt dat gewoon verkeerd af. Dat is dus spoedzorg. Dat geef ik hier nu aan. Ik ga ervan uit dat het onderscheid dat de medische beroepsgroep gaat maken in de richtlijnen, ongeveer langs die lijnen zal lopen. Ik heb daar alle vertrouwen in.
Mevrouw Paulusma (D66):
Ik noem dit een beschamend rookgordijn. De minister legt haar eigen verantwoordelijkheid nog steeds op het bordje van dokters en verpleegkundigen. Deze mensen, over wie het nu gaat, komen niet voor niks bij de dokter. Bij een ziekte geldt: hoe langer je wacht, hoe erger het wordt. Als zorg wordt uitgesteld, zullen de zorgkosten uiteindelijk verder stijgen. Ziet de minister niet net als ik dat dit — en ik noem het toch een laffe bezuiniging — uiteindelijk alleen maar meer geld gaat kosten?
Minister Agema:
Ik vind het jammer dat mevrouw Paulusma tijdens de begrotingsbehandeling en ook nu niet ziet dat ik de regeling beter maak. Ik kom met een nieuwe regeling. De regeling loopt af in maart 2027. Er zal dus iets nieuws moeten komen. Ik vind het beter dat wij mensen die dakloos zijn geworden geleiden naar een daadwerkelijke, echte zorgverzekering. Dan zijn ze beter af dan wanneer ze op de stoep van het ziekenhuis staan en niet verzekerd zijn. Ze zijn beter af als ze wel geleid worden naar een echte zorgverzekering.
Soms wonen legale werknemers met elf man in een huis. Dan kun je je op een gegeven moment niet meer inschrijven. Dat zijn misstanden. Die misstanden worden vanuit Sociale Zaken aangepakt. Die mensen verblijven legaal in Nederland en zijn verzekerbaar. Ik wil dat ze verzekerd worden, dat ze een goede verzekering hebben. Als het gaat om de mensen die ook veel in beeld kwamen bij Zembla, is het soms heel erg verdrietig dat als Oost-Europese arbeidsmigranten hun baan kwijtraken, ze op straat belanden en lang op straat leven. Dat gaat mij ook aan het hart. Maar op een gegeven moment moeten we wel met z'n allen concluderen dat je in je eigen levensonderhoud moet kunnen voorzien. Als je dat niet meer kan, dan krijg je nog steeds je spoedzorg. Maar daarna moet er wel een moment komen waarop het gesprek wordt aangegaan over de terugkeer naar het eigen land.
Mevrouw Paulusma (D66):
Dit klinkt heel mooi: het gaat de minister aan het hart. Maar in normale Nederlandse taal heet dit gewoon een hele grote proefballon. Ik blijf benieuwd wat nou acute zorg is volgens de minister. Wie heeft er wel of geen recht op zorg? Ik begrijp dat zorg voor deze groep mensen op veel verschillende manieren is geregeld. Ik neem dus aan dat de minister deze bezuiniging ook uitvoerig met het veld heeft besproken. Is er een uitvoeringstoets geweest? Kan de minister aangeven hoe de gesprekken met het veld zijn verlopen?
Minister Agema:
Er is de motie-Krul. Die vraagt om een haalbaarheidstoets, meen ik. Daar komen we sowieso op terug. In januari schets ik de contouren van de nieuwe regeling. Die gaat er sowieso komen, omdat de subsidieregeling in maart 2027 simpelweg afloopt. Dan kom ik dus met een betere regeling. Ik zeg het nu voor de derde keer: ik vind dat mensen die dakloos geworden zijn recht hebben op een zorgverzekering. Dat is een betere situatie dan wanneer je zonder verzekering met grote spoed ineens op de stoep van het ziekenhuis staat. Het betreft gewoon een zorgverzekering waarbij je al je medisch noodzakelijke zorg krijgt. Hetzelfde geldt voor arbeidsmigranten met een baan in Nederland die soms onder slechte omstandigheden wonen en daarom geen zorgverzekering hebben. Ik vind ook dat zij gewoon op de normale manier een zorgverzekering moeten kunnen krijgen, met alle zorg die daarbij hoort. Maar ik vind ook dat als je je baan kwijtraakt en je niet meer in je eigen levensonderhoud kunt voorzien, het moment komt dat je uiteraard nog steeds je spoedzorg krijgt, maar we er wel met z'n allen het gesprek over aangaan dat de vervolgzorg in het land van herkomst gaat plaatsvinden.
Waarom levert dat dan geld op? Nou, als een dakloze die nu nog gebruikmaakt van de SOV-regeling straks gewoon verzekerd is, dan gaan de kosten van de SOV-regeling of de nieuwe regeling omlaag. De kosten gaan ook omlaag waar het de arbeidsmigranten betreft. De kosten zullen inderdaad ook omlaaggaan als wij het gesprek aangaan met mensen die, terwijl ze niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien, soms toch één of twee jaar lang blijven plakken in Nederland en we toch een beroep gaan doen op vertrek naar eigen land. Ik denk dat dat uiteindelijk niet verkeerd is, want ze leven in erbarmelijke omstandigheden. Ik vind dat we dat gesprek aan moeten durven gaan. Ik heb al eerder gezegd: de beroepsgroep bepaalt het onderscheid tussen spoedzorg en vervolgzorg. Dat heeft geen van mijn voorgangers ooit gedaan. Dat laten we in Nederland altijd over aan de beroepsgroep. Ik ben geen arts. Ik moet ervoor zorgen dat een arts zijn werk kan doen. Ik zal ook met een nieuwe regeling komen om het beter te maken voor deze groepen mensen. Ik kom in januari met de contouren van die nieuwe regeling.
Mevrouw Paulusma (D66):
Maar dan kan ik nu alleen maar concluderen dat het woord "proefballon" zeer treffend was. Er is namelijk geen uitvoeringstoets geweest en de minister is ook niet in gesprek geweest met het veld. Dat verbaast mij toch ontzettend. De minister geeft in de uitzending van Zembla aan dat artsen moeten beoordelen wie de persoon is die zij voor zich hebben en of het niet eens tijd wordt dat die teruggaat naar huis. Als ik dan de reacties uit het veld lees, blijkt daaruit wat mij betreft niets anders dan onvrede. Zo schrijft de artsenfederatie KNMG: "Artsen zijn volgens hun artseneed verplicht om de noodzakelijke zorg te verlenen. Het standpunt van de minister staat haaks op deze eed en de medische beroepsethiek." Ik begrijp de onvrede en de zorgen van artsen. Die leven niet alleen bij de KNMG, maar ook bij de huisartsenvereniging LHV, de Federatie Medisch Specialisten en Dokters van de Wereld, het veld waar deze minister niet mee gesproken heeft. Het is onethisch om aan artsen en verpleegkundigen te vragen of iets wel acuut genoeg is om zorg te mogen verlenen. Dus nogmaals, heeft de minister wel echt goed contact gehad met het veld?
Minister Agema:
Ik merk inderdaad dat er in het veld wat overtuigingen in omloop zijn die niet echt stroken met de plannen die ik heb gepresenteerd of de voornemens die ik heb. Die kwamen ook in het programma Zembla naar voren. Ik zag bijvoorbeeld de bestuursvoorzitter van het Ikazia zeggen: het is onmenselijk als je mensen zorg ontzegt. Dat heb ík van z'n lang zal ze leven niet gedaan. Het was het Ikazia zelf dat deze mensen geen zorg gaf. Dus wie ontnam nou wie de zorg? Ik was het niet; het was het veld op dat moment. Ik vind het heel erg zonde als ik een straatarts bijvoorbeeld hoor zeggen: "Wat voor samenleving ben je als je deze kwetsbare mensen niet meer wilt helpen?" Dat zijn wij niet van plan. Het is lastig om te reageren als mensen je dingen in de mond leggen die je helemaal niet hebt voorgesteld en die je helemaal niet van plan bent. Natuurlijk gaan we mensen, juist deze kwetsbare mensen, helpen. Juist als je dakloos bent, ben je het beste af met een zorgverzekering. Juist als je een Oost-Europese werknemer in slechte werkomstandigheden bent, ben je beter af met een zorgverzekering. Ik denk ook dat je, als je twee jaar lang op straat leeft, nadat je je baan verloren bent, en je niet in je eigen levensonderhoud kunt voorzien, beter af bent in je land van herkomst.
Mevrouw Paulusma (D66):
Wat er net gebeurde was heel lelijk. De minister heeft geen plan. Ze heeft geen uitvoeringstoets gedaan. Dit heet dus, nogmaals, "een proefballon". Ze geeft hier net ook nog een sneer naar het zorgveld, dat heel terecht aangeeft: dit kan de minister niet van ons vragen. Ik citeer de minister: "de overtuigingen stroken niet met mijn plannen". Een kleine wake-upcall: er is geen plan. Er is vooral heel veel onrust. De meest kwetsbaren in onze samenleving trekken door deze minister aan het kortste eind. Ik hoor wéér geen eigen plannen om de zorg toegankelijk te maken. Deze proefballon is niet afgestemd met het veld. De minister is alleen maar bezig met stoerdoenerij en absoluut niet met goede zorg. De minister die er altijd van droomde om minister van Volksgezondheid te worden, zadelt de zorg elke dag opnieuw op met levensgrote problemen.
Minister Agema:
Nou ja, "toegankelijker maken"? Voor daklozen is de zorg veel toegankelijker als zij een normale zorgverzekering hebben dan als ze geen zorgverzekering hebben en zich in een noodtoestand op de stoep bij een ziekenhuis aandienen. Dat is ontoegankelijker; ik maak het dus toegankelijker. Hetzelfde geldt voor de Oost-Europese werknemers die niet in goede arbeidsomstandigheden verkeren en soms met elf of vijftien man in een huis wonen. Ik maak het beter voor hen. Als het gaat om de toegankelijkheid, hebben we ook nog eens de netto-intensivering van 4,3 miljard euro met het verlagen van het eigen risico. Me dunkt dat dat de toegankelijkheid verbetert. Ik weet dat dat niet het plan van D66 is, maar het is wel ons plan. Wij willen de zorg gelijkwaardig en toegankelijk maken. Daar gaat een nieuwe SOV-regeling bij helpen.
Mevrouw Paulusma (D66):
Dan trek ik nogmaals de conclusie: als deze minister de zorg toegankelijker wil maken voor iedereen, dan is dit ongeveer een van de slechtste plannen van de afgelopen periode.
Minister Agema:
Voorzitter, ik kan hier voor de vijfde keer mijn verhaal herhalen.
Mevrouw Paulusma (D66):
Ja, toe maar.
Minister Agema:
Nee. Mevrouw Paulusma blijft haar verhaal herhalen. Dat verhaal strookt niet met mijn voorstel. Ze mag dat doen; ik ben hier te gast, bij u, voorzitter. Maar ik heb het vijf of zes keer gezegd.
Mevrouw Paulusma (D66):
Voorzitter, ik heb nog 30 seconden. Ik zou zo graag met deze minister in debat willen over plannen, niet over proefballonnen. De minister kan wel zeggen dat mijn beeld, hoe ik naar de wereld kijk, dat ik geef om de meest kwetsbaren in de samenleving, niet strookt met de plannen van de minister, maar er is geen plan. Er is geen overleg geweest met het zorgveld. Er is geen uitvoeringstoets gedaan. Er is niets behalve een proefballon.
Minister Agema:
Een proefballon die het beter maakt! Want als ik dit niet doe en ik die regeling maar door laat lopen — ze loopt in maart 2027 af — dan houden we de situatie dat daklozen niet verzekerd zijn en zomaar neerploffen bij het ziekenhuis. Dan houden we de situatie dat mensen in slechte werkomstandigheden zitten, met veel te veel mensen in een huis wonen, niet verzekerd zijn en zich, op het moment dat het heel slecht wordt, ook maar ineens aandienen. Dan houden we de situatie dat met mensen die al een of twee jaar niet meer in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien en op straat leven, niet het gesprek aangegaan wordt zodat ze naar huis kunnen gaan. Wat is dat voor een situatie?
De voorzitter:
U heeft nog 7 seconden. Nu of nooit.
Mevrouw Paulusma (D66):
Die geef ik heel graag cadeau aan de collega's aan de overkant.
De voorzitter:
Desondanks heeft mevrouw Westerveld gewoon 30 seconden.
Mevrouw Westerveld (GroenLinks-PvdA):
Natuurlijk zou niemand in Nederland onverzekerd moeten leven. Een van de problemen die meespeelt, is dat mensen uit bijvoorbeeld Oost-Europese landen hier vaak met hele mooie beloftes naartoe worden gehaald en kortdurend werk mogen doen, maar vervolgens op straat worden gezet en ook nog eens onverzekerd zijn. Hier ligt natuurlijk een hele grote, belangrijke verantwoordelijkheid bij bijvoorbeeld de uitzendbureaus. De minister zegt dat zij in januari met de contouren voor een nieuw plan komt. Wat kan zij doen om ervoor te zorgen dat ook deze werkgevers verplicht zijn om te zorgen dat deze mensen een verzekering hebben en dat ze ook nadat ze bij hen hebben gewerkt nog steeds verzekerd blijven?
Minister Agema:
De aanpak van deze misstanden ligt natuurlijk op het terrein van Sociale Zaken. Maar wat ik hier zeg en wat wij met z'n allen moeten communiceren, is het volgende. Als je een loonstrook hebt, wat je omstandigheden ook zijn, dan heb je ook recht op een zorgverzekering. Dat vertel ik nu hier en ik hoop ook dat het verder komt dan hier. Ik hoop dat dit gecommuniceerd wordt met mensen die bijvoorbeeld in slechte omstandigheden werken en wonen. Als zij een loonstrook hebben, zijn ze wél verzekerbaar.
De heer Krul (CDA):
We wachten inderdaad de uitvoeringstoets met interesse af. Ik en mevrouw Joseph, zeg ik er maar meteen eerlijkheidshalve bij. Deze hele maatregel is door het CPB namelijk bestempeld als zowel juridisch als in de uitvoering moeilijk haalbaar. Daar komt de term "proefballon" misschien vandaan, want er is wel een bezuiniging ingeboekt hierop. Ik ben heel benieuwd wat er gaat gebeuren als inderdaad over een paar weken blijkt dat de uitvoering, bijvoorbeeld bij het CAK en de SVB, heel ingewikkeld is. Wat gaat er gebeuren met de 40 miljoen als dit in de uitvoering gaat stranden?
Minister Agema:
Als het gaat om de juridische uitvoerbaarheid: we moeten sowieso naar een andere situatie, want de subsidieregeling loopt af in maart 2027. Ik zie ook problemen met de huidige regeling. Ik heb al gezegd dat ik wil dat mensen wél verzekerd zijn. Dat is sowieso een juridisch betere situatie dan niet verzekerd zijn en in alle onzekerheid verkeren wat dat betreft. Er komt dus sowieso een nieuwe regeling, en ik wil een betere regeling dan we nu hebben. Ik snap dat de uitvoering moeilijk is. Natuurlijk is de uitvoering moeilijk. Maar iedere dakloze die wel verzekerd is, laat deze post dalen en heeft voor zichzelf een betere situatie, want hij is wél verzekerd voor alle medisch noodzakelijke zorg.
De heer Dijk (SP):
Arbeidsmigratie is een systeem van uitbuiting. Vervolgens worden mensen uitgekotst en komen ze op straat terecht. Ze slapen hier nog geen 50 meter verderop in de bosjes. De vrijblijvendheid die de minister hier geeft, in de zin van "weet wel dat als je een loonstrookje hebt, je recht hebt op een verzekering", gaat het niet oplossen. We kijken hier al tientallen jaren naar. Dat gaat het niet oplossen. De oplossing is om werkvergunningen in te voeren en ervoor te zorgen dat de verzekering van mensen daaraan gekoppeld is. Zodra ze door hun werkgever op straat gegooid worden, is de werkgever verantwoordelijk en moet die de verzekering doorbetalen. Is deze minister met de SP-fractie van mening dat je dit kan oplossen, ook deze vorm van uitbuiting door werkgevers, door werkvergunningen in te voeren?
Minister Agema:
Ik ben het met de heer Dijk eens dat het voorkomt. Ik weet niet hoe vaak het voorkomt, maar ik weet dat het voorkomt dat Oost-Europese werknemers onder slechte omstandigheden werken en wonen. Ik weet ook dat de minister van Sociale Zaken daar alert op is en daarmee aan de slag is. Ik vind het belangrijk om duidelijk te maken dat als iemand in slechte werkomstandigheden verkeert of met vijftien man in één huis woont waardoor een adres niet mogelijk is, omdat we het niet accepteren dat er zo veel mensen op één adres wonen, er nog steeds de mogelijkheid is om de loonstrook te tonen aan de zorgverzekeraar en dat diegene dan verzekerd is. Dat is een veel betere situatie dan onverzekerd zijn en door blijven lopen met klachten, omdat je niet weet waar je terechtkunt. Dat zijn zeker problemen waar het kabinet voor staat en ook met oplossingen voor moet komen.
De heer Dijk (SP):
De vraag ging over werkvergunningen, ja of nee, als oplossing hiervan.
Minister Agema:
O, sorry. Ik weet wel wat ik daarvan vind, maar ik weet niet of dat de lijn is van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ik zeg u toe dat ik dat op hem overbreng.
De heer Dijk (SP):
Ik weet dat dat niet zo is. Dat vind ik echt een groot probleem hieraan. Het is niet zo. Dat betekent dat het oncontroleerbaar is voor 800.000 tot 1,2 miljoen arbeidsmigranten die van heinde en verre hierheen worden gesleept om werk te gaan doen onder slechte arbeidsomstandigheden, die minister Agema terecht aankaart. Er is geen toezicht op, geen controle. U weet het niet en minister Van Hijum weet het ook niet. Daarom is het grote probleem van uw proefballon, die u net heeft opgelaten, dat u wilt gaan bezuinigen nog voordat we weten wat de gevolgen zijn. Ik heb geen vraag meer.
Minister Agema:
Dit debat zult u voort moeten zetten met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Wat u zegt over de proefballon is niet correct. Er moet sowieso een nieuwe regeling komen, want de huidige SOV loopt af in maart 2027. Ik wil ook geen subsidieregeling meer; ik wil een wettelijke regeling. Ik wil het voor deze mensen goed regelen. Dat is mijn intentie. Daar mag iedereen aan twijfelen, maar het is wel mijn intentie om het beter te maken.
Mevrouw Van den Hil (VVD):
Ik hoor de minister zeggen dat ze vanaf maart 2027 de situatie wil verbeteren. Het is namelijk nu zo dat als je niet meer ingeschreven staat in de Basisregistratie Personen, je dan een omgekeerde bewijslast hebt. De minister gaf het aan: een briefadres, een digitale loonstrook of een verklaring van de Sociale Verzekeringsbank. Ik vraag me het volgende af. Maart 2027 is nog ver weg. Is de minister bereid om tot die tijd te kijken wat we eraan kunnen doen? U doet hier een oproep aan hen, maar ik kan me niet voorstellen dat juist die mensen dit vragenuurtje zien. Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat tot die tijd mensen de weg kunnen vinden, zodat ze gewoon een zorgverzekering houden?
Minister Agema:
Het zal u nog verbazen hoeveel mensen naar het vragenuur kijken. Ik hoor namelijk altijd mensen erover als ik op straat loop. Dus gelukkig kijken er wel een hoop mensen naar.
Als je dakloos bent, kun je dus met een verklaring van de Sociale Verzekeringsbank alsnog een zorgverzekering krijgen. Als je dus een legale werknemer bent die geen briefadres kan overleggen, kun je dus met je loonstrook naar de zorgverzekeraar gaan. Ik hoop dat mensen thuis dat in ieder geval zien en dat ze, als zij mensen kennen die in deze situatie verkeren, dat ook aan hen overbrengen. Ik zeg mevrouw Van den Hil ook toe dat wij gaan kijken of wij op andere manieren de communicatie kunnen versterken, wellicht op plekken waar deze mensen veel komen. Ik denk dat het goed is om de situatie voor deze mensen te verbeteren.
Mevrouw Van den Hil (VVD):
Fijn dat de minister dit ook een goed plan vindt. Dan heb ik nog een andere vraag. We zeiden net: het geldt ook voor dakloze arbeidsmigranten. Maar er zijn ook werkgevers die mensen aannemen. Die mensen hebben dan gewoon een zorgverzekering. Dan merken ze vervolgens dat mensen ziek worden en ontslaan ze hen. Dan kunnen we de ellende afwachten. Is de minister het met mij eens dat de Arbeidsinspectie daar ook wel een rol in kan spelen door werkgevers die op die manier handelen gewoon aan te pakken en door te kijken wat juist voor die medewerkers goed is?
Minister Agema:
Ik snap deze vraag ook. Dat ligt ook op het terrein van mijn collega, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ik zal uw zorgen bij hem overbrengen.
Mevrouw Joseph (NSC):
De zorgen uit de sector zijn eigenlijk luid en duidelijk. Wij begrijpen ook niet goed waar de minister met dit voorstel naartoe wil. Wij denken dat het onuitvoerbaar en juridisch kwetsbaar is en dat het kan leiden tot onmenselijke situaties. Ik hoor natuurlijk dat de minister de mensen naar een zorgverzekering toe wil leiden, maar dat zal niet voor iedereen lukken. Daarover heb ik dan ook een vraag. Veel zorgvragen blijken pas na beoordeling van een patiënt al dan niet acuut te zijn. Hoe denkt de minister te voorkomen dat dit beleid leidt tot een overbelasting van de spoedzorg, doordat onverzekerde hulpvragers daar terechtkomen, omdat ze elders geen hulp kunnen krijgen?
Minister Agema:
Dit is een situatie die inderdaad niet zomaar op te lossen is, ook niet met de nieuwe wettelijke regeling die er zeker vanaf 2027 komt, omdat ik die sowieso ga maken. De uitvoerbaarheid is natuurlijk lastig, maar dat betekent niet dat je alles dan maar bij het oude moet laten, want de situatie zoals die nu is, is ook niet goed. De situatie wordt beter als een dakloze zich wel verzekert of als iemand die hier legaal werkt, wel verzekerd wordt. Ik heb al eerder gezegd: we moeten ook het gesprek aangaan met mensen die niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien om te kijken of ze niet beter naar hun land van herkomst kunnen gaan voor vervolgzorg. Maar het zal hoe dan ook een moeilijk uitvoerbare regeling worden, want dat is die nu natuurlijk ook. Dat is hoe de situatie is, maar dat betekent niet dat je het dan maar moet laten, want de situatie zoals die nu is, is nog minder goed.
De voorzitter:
Dank u wel. Tot zover dit onderwerp. Dank aan de minister van … Als u wilt interrumperen, graag uw neus tegen de microfoon.
De heer Claassen (PVV):
Ik heb het debat gehoord. Het lijkt alsof het probleem is dat mensen niet verzekerd zijn, maar ik ben benieuwd of we, op casusniveau, op patiëntenniveau, in kaart kunnen brengen wat het zorgprobleem momenteel is en welk zorgprobleem, welk daadwerkelijk fysiek ziekteprobleem bij de mensen, we met het plan van de minister oplossen, behalve het feit dat mensen wel of geen verzekering hebben. Wat betekent het voor de mensen zelf? Wat is er nu aan de hand? Wat zijn de plannen? Wat levert dat aan gezondheidswinst op?
Minister Agema:
Ik denk dat de heer Claassen zich wel de voorstelling kan maken dat iemand die niet verzekerd is, zorg mijdt, zorg uitstelt, bij klachten niet naar de huisarts gaat en dus ook niet de gelegenheid heeft om zich bij zorgelijke klachten te laten doorverwijzen naar het ziekenhuis. Dat vond ik in de uitzending van Zembla wel treffend: daar werd het voorbeeld van de tekenbeet gegeven. De tekenbeet werd een infectie en die infectie had makkelijk verholpen kunnen worden met een antibioticakuur. Dus als jij geen verzekering hebt en niet meekan in "ik ga met mijn klacht naar de huisarts, want ik ben door een teek gebeten, er zit een rare kring omheen en even later ontsteekt het", dan escaleert de zaak. Maar als je wel verzekerd bent, dan heb je die toegang wel.
De voorzitter:
Heel goed. Tot zover dit onderwerp, met dank aan de minister van Volksgezondheid.