Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport : Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport
36 678 Wijziging van de Wet toezicht accountantsorganisaties, de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2022/2464 met betrekking tot duurzaamheidsrapportering door ondernemingen (Wet implementatie richtlijn duurzaamheidsrapportering)
Nr. 4
ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 28 augustus 2024 en het nader rapport d.d. 20 december 2024, aangeboden aan de
Koning door de Minister van Financiën , mede namens de Staatssecretaris van Justitie
en Veiligheid. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief
afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 19 juni 2024, nr. 2024001458,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies,
gedateerd 28 augustus 2024, nr. W06.24.00139/III, bied ik U hierbij aan.
De tekst van het advies treft U hieronder aan.
Bij Kabinetsmissive van 19 juni 2024, no. 2024001458 heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister van Financiën, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, bij
de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt voorstel
van wet tot wijziging van de Wet toezicht accountantsorganisaties, de Wet op het financieel
toezicht, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de implementatie
van Richtlijn (EU) 2022/2464 met betrekking tot duurzaamheidsrapportering door ondernemingen
(Wet implementatie richtlijn duurzaamheidsrapportering), met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel
en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
De Vice-President van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in het wetsvoorstel enkele aanpassingen door
te voeren. Het gaat onder andere om een aanpassing van de definitie van accountant
in artikel 5:25a van de Wet op het financieel toezicht en om een aanpassing van artikel
5:25c van die wet, waarmee rekening wordt gehouden met de mogelijkheid dat een andere
lidstaat toelaat dat de duurzaamheidsrapportering wordt beoordeeld door een onafhankelijke
verlener van assurancediensten in plaat van door een accountant. Deze wijzigingen
zijn opgenomen in artikel I, onderdelen A en B, van het wetsvoorstel. Verder is in
artikel 11 van de Wet toezicht accountantsorganisaties, zoals opgenomen in artikel
II, onderdeel D, van het wetsvoorstel, verwerkt dat ook een auditor van een derde
land in het register van de Autoriteit Financiële Markten kan worden ingeschreven
voor het verrichten van een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering.
Ook is geconcretiseerd dat de in artikel 2 van de Wet tuchtrechtspraak accountants
opgenomen tuchtrechtelijke maatregel van het tijdelijk doorhalen van de aantekening
van de accountant voor het uitvoeren van assurance-onderzoeken van duurzaamheidsrapportering
voor maximaal drie jaar kan worden opgelegd. Dit is aangevuld in artikel VI, onderdeel
B, van het wetsvoorstel.
De toelichting is op verschillende onderdelen verduidelijkt. Zo is bij de toelichting
op artikel XIV opgenomen dat omdat de opdrachtaanvaarding en de werkzaamheden in het
kader van het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering veelal reeds geschied
en aangevangen zijn voordat de onderhavige wetgeving in werking treedt, deze opdrachten
conform de regelgeving van de NBA worden uitgevoerd. Ook is de transponeringstabel
die als bijlage van de toelichting is opgenomen, gespecificeerd.
Verder is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de tijdelijke regeling te verlengen
die voorziet in de mogelijkheid dat, als benoeming van de accountant door de algemene
vergadering niet mogelijk is geweest, de raad van commissarissen de opdracht kan verlenen
en als die ontbreekt, het bestuur dat kan doen. In artikel XIII van het wetsvoorstel
is aangevuld dat niet alleen in boekjaar 2024 van deze tijdelijke regeling gebruik
gemaakt kan worden maar ook nog in boekjaar 2025.
Ik verzoek U, mede namens de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, T.H.D. Struycken,
het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Financiën, E. Heinen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Th.C. de Graaf, vicepresident van de Raad van State -
Mede ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.