Brief regering : Actualisering Bedrijfseffectentoets en MKB indicatorbedrijven onderzoeken
32 637 Bedrijfslevenbeleid
Nr. 667
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 maart 2025
In het Actieprogramma Minder Druk Met Regels1 heeft het kabinet zijn ambities met uw Kamer gedeeld ten aanzien van regeldruk in
Nederland. Het merkbaar aanpakken van regeldruk is voor dit kabinet een topprioriteit.
Daarom deel ik in deze brief twee mijlpalen die een belangrijke bijdrage gaan leveren
aan de vermindering van onnodige regeldruk.
Ten eerste is de Bedrijfseffectentoets aangescherpt. De Bedrijfseffectentoets is een
verplichte toetsing van de gevolgen voor het bedrijfsleven bij het maken van nieuwe-
of wijzigen van wet- en regelgeving. In deze brief licht ik toe wat daarin is veranderd
en welke moties daarmee worden afgedaan. Ten tweede zijn de resultaten van het tweede
onderzoek naar MKB indicatorbedrijven opgeleverd. Deze rapporten geven wederom belangrijke
input voor het kabinet hoe knelpunten voor MKB-bedrijven aangepakt kunnen worden.
In de bijlagen bij deze brief ontvangt u de vernieuwde vragenlijst van- en de toelichting
op de Bedrijfseffectentoets. Van de MKB indicatorbedrijven onderzoeken ontvangt u
voorts het overkoepelende rapport en de drie deelrapporten over de chemische maakindustrie,
de automotive-sector en de financiële adviessector.
Bedrijfseffectentoets (BET)
Op 24 maart 2025 is de aangepaste Bedrijfseffectentoets vastgesteld door de ministerraad.
De Bedrijfseffectentoets is een instrument voor departementen om in kaart te brengen
wat de effecten zijn van voorgenomen wet- en regelgeving, op het bedrijfsleven en
het ondernemingsklimaat. Departementen kunnen hiermee nagaan of er minder belastende
alternatieven mogelijk zijn. Met deze aanpassing doe ik mijn toezegging uit het Actieprogramma
Minder Druk Met Regels2 af.
Hieronder zal ik puntsgewijs enkele concrete inhoudelijke wijzigingen toelichten en
aangeven welke moties ik daarmee heb uitgevoerd en welke toezegging ik daarmee ben
nagekomen.
• Bij rapportageverplichtingen geldt nu het «nee, tenzij»-principe. Hiermee geef ik
uitvoering aan de motie-Grinwis c.s.3.
• Bij het vaststellen van verplichtingen in wet- en regelgeving moet nu als uitgangspunt
worden gesteld dat de verplichting in principe werkbaar en uitvoerbaar moet zijn binnen
de eigen, ook kleine, mkb-onderneming. Hiermee geef ik uitvoering aan de motie-Inge
van Dijk c.s.4.
• Er moet nu expliciet worden afgewogen of er een uitzondering of lichter regime zou
moeten gelden voor relatief kleine bedrijven met weinig personeel. Hiermee kom ik
de toezegging na op het verzoek van Kamerlid Grinwis, over het opnemen van een «comply
or explain»-verplichting in de Bedrijfseffectentoets5.
• Ten slotte gaat de vernieuwde Bedrijfseffectentoets verder in op lastenluwe implementatie
van Europese regelgeving dan de huidige Bedrijfseffectentoets. Hiermee geef ik uitvoering
aan de motie Flach6,
7.
• Verder moet de zoveel mogelijk ingevulde Bedrijfseffectentoets nu, voorafgaand aan
de advisering, naar Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) worden gestuurd conform
de motie-Kisteman8.
Voorts zijn – om de vragenlijst van de Bedrijfseffectentoets overzichtelijker te maken
– de subvragen verschoven naar de toelichting. Om te borgen dat de subvragen ook beantwoord
worden, is er in de vragenlijst een disclaimer opgenomen waarin vermeld staat dat
bij het invullen van de vragenlijst de toelichting er altijd naast gehouden dient
te worden.
Het Ministerie van Economische Zaken gaat het invullen van de bedrijfseffectentoets
toetsen en zal in de aangekondigde bewustwordingscampagne aandacht besteden aan het
correct invullen van de bedrijfseffectentoets.
Onderzoek naar regeldruk bij MKB indicatorbedrijven
Met het uitvoeren en afronden van het tweede onderzoek naar regeldruk bij MKB indicatorbedrijven
heb ik gevolg gegeven aan mijn toezegging9 tijdens het Commissiedebat Ondernemen en Bedrijfsfinanciering op 7 februari 2024
en het Actieprogramma Minder Druk Met Regels, om het eerste onderzoek naar MKB-indicatorbedrijven
uit te breiden naar drie nieuwe branches.
De belangrijkste nieuwe conclusies uit deze onderzoeken licht ik hieronder kort toe.
De conclusies van eerder onderzoek bij zes andere sectoren10 zijn op 18 augustus 2023 reeds naar uw Kamer gestuurd.
• Op de indicatorbedrijven in de chemische maakindustrie, de automotive-sector en de
financiële adviessector zijn 64 tot 80 wettelijke verplichtingen van toepassing, het
merendeel hiervan is structureel van aard. De regeldrukkosten per MKB indicatorbedrijf
in de chemische maakindustrie, de automotive-sector en de financiële adviessector
bedragen respectievelijk circa € 494.000, circa € 54.000 en circa € 98.000 per jaar.
Deze kosten zijn hier niet gecorrigeerd voor omvang in fte.11 De verhouding tussen interne kosten (intern gemaakte uren) en externe kosten (out-of-pocketkosten)
verschilt hierbij sterk tussen de sectoren.
• Van de onderzochte sectoren kent de financiële adviessector – afgezet tegen de omvang
in fte – de hoogste regeldrukkosten. Dit komt met name voort uit sectorspecifieke
verplichtingen, 77% van het totaal. Vo1or de twee andere sectoren zijn de sectorspecifieke
regeldrukkosten ook significant hoger dan de sectoren uit de eerdere onderzoeken.
Voor de chemische maakindustrie gaat het om 56% van de regeldrukkosten en voor de
automotive sector om 41%.
Bevindingen uit de eerdere onderzoeken worden ondersteund door deze nieuwe onderzoeken.
Naar aanleiding van de resultaten van de eerdere indicator onderzoeken zijn er drie
dossiers geselecteerd voor de eerste tranche in het regeldruk-reductieprogramma12. Deze komen opnieuw naar voren in de resultaten bij de sectoren die nu zijn onderzocht.
1. De beleefde regeldruk van de arbeidsomstandigheden wet- en regelgeving
2. De re-integratie zieke werknemer
3. Algemene Verordening Gegevensbescherming
Deze onderzoeken onderschrijven daarmee dat deze dossiers zorgvuldig zijn gekozen.
Daarnaast verbreedt dit natuurlijk het beeld van de impact die regeldruk heeft op
de bedrijfsvoering en winstgevendheid voor nog eens drie sectoren.
Het relatief hoge aandeel van sectorspecifieke regeldrukkosten valt op en komt mede
door de specifieke aard van de sectoren die dit keer zijn onderzocht. Dit biedt een
waardevol inzicht in de regeldruk voor deze sectoren. Over het algemeen heeft het
brede MKB minder baat bij het aanpakken van sectorspecifieke regeldruk, omdat minder
bedrijven te maken hebben met deze wetgeving dan met bijvoorbeeld algemene werkgeversverplichtingen.
Het aanpakken van deze sectorspecifieke regeldruk kan echter wel in positieve zin
doorwerken in de tarieven die deze specifieke sectoren doorberekenen aan het brede
MKB.
In het overkoepelende rapport gaf het onderzoeksbureau de volgende drie aanbevelingen
mee:
1. Wees terughoudend met verdergaande Nederlandse invulling van EU-regelgeving:
2. Onderzoek de mogelijkheden voor meer proportionaliteit bij wet- en regelgeving die
voor veel regeldruk zorgt en als minder goed werkbaar wordt ervaren.
3. Onderzoek de mogelijkheden om kleine ondernemers uit te zonderen van verplichtingen
die voor veel regeldruk zorgen.
Alle drie aanbevelingen komen overeen met aspecten die vernieuwd zijn in de Bedrijfseffectentoets,
die ik eerder in deze brief uiteen heb gezet.
Al met al sterken de bevindingen mij in de ambities die ik heb neergezet in het Actieprogramma
Minder Druk Met Regels. De resultaten van deze onderzoeken zullen dan ook als input
worden gebruikt voor de selectie van nieuwe dossiers in de Ministeriële Stuurgroep
Ondernemingsklimaat, Regeldruk en Uitvoerbaarheid, zoals beschreven in het Actieprogramma
Minder Druk Met Regels. Daarnaast neem ik de bevindingen mee in de door mij in het
Actieprogramma toegezegde evaluatie van de onderzoeksmethode MKB-indicatorbedrijven
in 2026.
De Minister van Economische Zaken,
D.S. Beljaarts
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken