Brief regering : Uitvoering van de motie van het lid Lahlah over een overgangsperiode van een jaar om een plan te kunnen opstellen om de kennis en expertise over asielzoekers met ernstige psychische problemen voldoende over te kunnen dragen (Kamerstuk 24587-1016) en van de e motie van de leden Podt en Lahlah over de overgangsperiode pas beëindigen en de noodbedden in CTP Veldzicht pas afbouwen als er met de sector een volwaardig alternatief is gerealiseerd (Kamerstuk 24587-1013)
24 587 Justitiële Inrichtingen
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 1028 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ASIEL EN MIGRATIE EN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN
VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 maart 2025
Op 19 december jl. heeft uw Kamer de moties van het lid Lahlah en de leden Podt en
Lahlah inzake CTP Veldzicht (hierna Veldzicht) aangenomen.1 De eerste motie verzoekt de regering een overgangsperiode van een jaar te hanteren
waarin de ggz-sector, gemeenten en financiers in samenspraak met de Ministeries van
JenV/AenM en VWS een plan kunnen opstellen om de nodige kennis en expertise over deze
doelgroep voldoende over te kunnen dragen. De tweede motie verzoekt de regering de
overgangsperiode voor het plaatsen van COA-bewoners met een lagere beveiligingsbehoefte
dan niveau 3, of geen beveiligingsbehoefte, bij reguliere zorgaanbieders pas te beëindigen
en de noodbedden in Veldzicht pas af te bouwen nadat er met de sector een volwaardig
alternatief is gerealiseerd. Middels deze brief informeren wij u over de wijze waarop
wij uitvoering geven aan deze moties.
In onze brief van 29 november jl. informeerden wij u over het besluit en de wijze
waarop wij omgaan met het eindigen van het convenant over de behandeling van asielzoekers
met psychische problematiek tussen het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA),
Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V), Veldzicht
en departementen (J&V en A&M) per 1 december 20242. Besloten werd dat mensen die een hoog beveiligingsniveau nodig hebben (niveau 3)
voorlopig in Veldzicht kunnen blijven. Voor mensen die een lager beveiligingsniveau
(2, lager of geen) nodig hebben en daarmee op een te hoog beveiligingsniveau in Veldzicht
worden geplaatst stelden wij, met oog voor de maatschappelijke risico’s, voor om te
starten met een overgangsperiode per 1 januari 2025. Tijdens deze overgangsperiode
van drie maanden zou Veldzicht voor deze groep niet meer de primaire zorgaanbieder
zijn, maar wel bedden beschikbaar houden in het geval in de reguliere ggz geen bed
voorhanden is.
In lijn met de voornoemde moties is besloten om deze overgangsperiode per 1 april
2025 aan te laten vangen en te verlengen met een jaar tot 1 april 2026. Tijdens deze
periode kunnen binnen de reguliere ggz concrete stappen worden gezet om de benodigde
kennis en expertise op te bouwen om de COA-bewoners met psychische problematiek op
een adequate en veilige manier op te vangen, en de benodigde zorg te realiseren. Op
die manier kunnen COA bewoners met een zorgbehoefte op de juiste plek worden behandeld.
Hiertoe wordt een plan van aanpak opgesteld en uitgevoerd gedurende de overgangsperiode.
De afgelopen periode zijn gesprekken gevoerd met de ggz-sector over het creëren van
behandelaanbod voor vreemdelingen in de ggz. Hierbij is in het bijzonder aandacht
besteed aan de geestelijke gezondheidszorg in het noordelijke deel van Nederland,
aangezien daar sprake is van een sterke afhankelijkheid van Veldzicht op het gebied
van transculturele zorg. Wij hebben oog voor de belangrijke regionale rol die Veldzicht
daar vervult. Daarom kunnen we ons voorstellen dat gedurende de overgangsperiode vanuit
de noordelijke regio vaker beroep zal worden gedaan op bedden bij Veldzicht dan andere
regio’s.
Voor een gedetailleerdere uitwerking van de uitvoering van de moties verwijzen wij
naar de bijgevoegde brief, gericht aan COA, de Nederlandse ggz, GZA, Veldzicht en
DJI. Deze brief delen we met uw Kamer conform de toezegging van de Minister van Asiel
en Migratie tijdens het debat van 18 december jl. Volgende week wordt het rapport
van Significant openbaar. Dit rapport zal door de projectleider meegenomen worden
in de totstandkoming van het plan van aanpak. Het rapport wordt met alle ketenpartners
gedeeld en openbaar gemaakt via website van de Ministeries van Justitie en Veiligheid
en Asiel en Migratie.
Tot slot
Wij werken in gezamenlijkheid met betrokken partijen toe naar een duurzaam plan voor
vreemdelingen met een zorgbehoefte. Het doel is om passende zorg te realiseren voor
de COA-bewoners die dit nodig hebben.
De Minister van Asiel en Migratie, M.H.M. Faber-van de Klashorst
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, I. Coenradie
Indieners
-
Indiener
M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie -
Medeindiener
I. Coenradie, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid