Brief regering : Vervolgonderzoek 'Jeugddetentie in Caribisch Nederland'
24 587 Justitiële Inrichtingen
Nr. 1019 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 februari 2025
Met deze brief bied ik uw Kamer het rapport «Jeugddetentie in Caribisch Nederland. Een vervolgonderzoek naar de opvolging van
aanbevelingen van de Raad voor de rechtshandhaving en the European Committee for the
Prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment or Punishment (CPT)» van de Raad voor de rechtshandhaving (hierna: de Raad) aan. Tevens bevat deze brief
mijn beleidsreactie op het inspectierapport.
Het CPT bezocht in mei 2014 de Justitiële Inrichting Caribisch Nederland (hierna:
JICN) en bracht daarover in 2015 een rapport uit.1 Het CPT formuleerde een aantal aanbevelingen, onder andere met betrekking tot de
detentie van jeugdigen en jongvolwassenen op de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en
Saba. De Raad heeft sindsdien de monitoring van deze CPT-aanbevelingen op zich genomen.
Uit een reviewonderzoek van de Raad bij de JICN in 2017 bleken aanbevelingen nog niet
te zijn opgevolgd.2
In het hierbij aangeboden onderzoek is de Raad nagegaan in hoeverre en op welke wijze
invulling is gegeven aan de aanbevelingen die het CPT in 2015 heeft gedaan ten aanzien
van de detentie van jeugdigen in Caribisch Nederland en terugkomen in het reviewonderzoek
uit 2017. Het gaat om de volgende drie aanbevelingen.
1. Zorg voor een adequaat programma met onder meer opleidingsmogelijkheden, persoonlijke
en sociale ontwikkeling en beroepsopleidingen voor jeugdige en jongvolwassen gedetineerden.
2. Zorg ervoor, dat jeugdige gedetineerden niet samen met (jong)volwassenen worden gedetineerd.
3. Zorg voor wetgeving die detentie van jeugdigen in speciale inrichtingen voorschrijft.
Onderzoeksbevindingen
De Raad concludeert dat de drie onderzochte aanbevelingen zijn opgevolgd. Binnen de
JICN is ten eerste sprake van een adequaat programma voor jeugdige- en jongvolwassen
gedetineerden. Ten tweede heeft de JICN met de invoering van het jeugdstrafrecht een
aparte unit voor jeugddetentie ingericht. Jeugdige gedetineerden worden niet samen
met (jong)volwassenen gedetineerd. Er is een uitzondering bij jongvolwassenen die
veroordeeld zijn onder het jeugdstrafrecht en tijdens de tenuitvoerlegging van de
straf ouder zijn dan 18 jaar. Zij vallen onder de doelgroep van het jeugddetentie-regime.
Gelet op de lokale context en het gegeven dat de JICN niet als justitiële jeugdinrichting
is aangewezen maar binnen de JICN wel een speciale jeugdafdeling is gerealiseerd,
is de Raad van oordeel dat dit acceptabel is en dat de JICN met haar aanpak oog heeft
voor de kwetsbare positie van jeugdigen in detentie. Ten derde constateert de Raad
dat met de invoering van het jeugdstrafrecht in 2020 wetgeving is gerealiseerd die
detentie van jeugdigen in speciale inrichtingen voorschrijft. Het betreft een zelfstandig
en afgesloten regime, binnen de JICN als «totaalinrichting».
Het geheel overziend is de Raad positief over de manier waarop de JICN op dit moment
voorziet in de detentie van jeugdigen en jongvolwassenen en over wat in dit kader
is bereikt.
Beleidsreactie
Ik bedank de Raad voor dit rapport. Terecht beschouwt de Raad de invoering van het
jeugdstrafrecht BES3 in augustus 2020 als een mijlpaal. Daarbij is het strafrecht BES immers uitgebreid
met bijzondere bepalingen voor jeugdigen. Met het Uitvoeringsbesluit is voorzien in
de aanwijzing van een afdeling van de JICN waar jeugddetentie ten uitvoer kan worden
gelegd. De Raad constateert dat de JICN sindsdien grote inspanningen heeft geleverd
om zorgvuldig invulling te geven aan het detentieregime voor jeugd.
Ik ben dan ook verheugd te lezen dat de Raad concludeert dat de aanbevelingen zijn
opgevolgd.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, I. Coenradie
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I. Coenradie, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid