Brief regering : Verzamelbrief digitalisering december 2024
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 1261
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2024
In deze brief vindt u de beantwoording van een aantal moties en toezeggingen die openstaan
bij uw Kamer en een beantwoordingstermijn hebben voor het einde van dit kalenderjaar.
Verder neem ik u mee in de stand van zaken betreffende de Nederlandse Digitaliseringsstrategie
(NDS).
Daarnaast heeft uw commissie op 23 oktober jl. per brief verzocht om een planningsbrief
Digitale Zaken.1 Deze is als bijlage 1 bij deze brief gevoegd.2 Hierin geef ik inzicht in welke brieven er, naast de vaste verzamelbrief elk kwartaal,
worden verwacht. Ook stuur ik u een overzicht van de moties die we met deze brief
afdoen aan uw Kamer toe.3
Voortgang Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS)
Op 2 december jl. had ik een bestuurlijk overleg met het Netwerk Publieke Dienstverleners
(NPD), de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO),
de Unie van Waterschappen (UvW) en mijn collega’s, de Minister van Economische Zaken
(EZ) en de Staatssecretaris voor Rechtsbescherming vanuit Justitie en Veiligheid (JenV).
We willen samen als één overheid aan de slag met de prioriteiten op het gebied van
digitalisering. Ik ben daarom blij met hun nauwe betrokkenheid en inbreng, de aandacht
die bovengenoemde partijen hebben voor dit onderwerp en de scherpte van hun inbreng
tijdens het overleg. Dit geeft mij veel vertrouwen in de digitale toekomst van Nederland.
Ik heb met hen gesproken over de volgende zeven prioriteiten die op drie niveaus in
te delen zijn:
I. Ambities: de doelen die we met elkaar willen bereiken:
a. De overheid biedt burgers en ondernemers toegankelijke en passende dienstverlening
en maakt beleid waarin zij centraal staan, ten dienste van maatschappelijke opgaven
b. De overheid versterkt haar digitale weerbaarheid en digitale autonomie
II. Versterken organisatie: om responsief te handelen, en om gestelde doelen snel efficiënt
en in gezamenlijkheid te realiseren
c. Politiek-bestuurlijke aansturing en efficiëntere samenwerking (één overheid)
d. Digitaal vakmanschap
III. Toepassingen: verantwoorde inzet van digitale technologie om aan onze doelen bij te
dragen
e. Artificiële intelligentie
f. Data
g. Cloud
Alle aanwezigen spraken hun steun uit voor deze zeven prioriteiten en gaven ook nog
enkele aandachtspunten mee voor de verdere uitwerking. We gaan daarom in gezamenlijkheid
verder met het uitwerken van deze prioriteiten voor de NDS. Dat doen wij natuurlijk
samen met de eerdergenoemde partijen, maar ook met andere overheden, wetenschap en
bedrijfsleven. Ik verwacht de NDS in april van 2025 naar uw Kamer te sturen.
Motie Drost (CU)4 – Toezicht en Kinderautoriteit persoonsgegevens (KinderAP)
Tijdens het wetgevingsoverleg van 11 november jl. is toegezegd om de uitkomsten van
de verkenning toezicht op online kinderrechten voor het einde van het jaar te delen
met uw Kamer. Daarbij is toegezegd om ook in te gaan op de motie Drost die de regering
verzoekt om de oprichting van een KinderAP te verkennen. De resultaten van deze verkenning
treft u als een bijlage bij deze brief.5 Ik beschouw de motie hiermee als afgedaan.
Moties Ceder (CU) en Six Dijkstra (NSC)6,
7 – Online leeftijdsverificatie
De leden Ceder en Six Dijkstra hebben twee moties ingediend rondom leeftijdsverificatie.
Zij hebben de regering verzocht om privacyvriendelijke en betrouwbare leeftijdsverificatie
voor online gokken en voor websites met pornografische content wettelijk te borgen.
Dit in aanvulling op de motie om bij wettelijk noodzakelijke leeftijdsverificatie
bij verkoop of gebruik van online diensten wettelijk te borgen dat privacy gewaarborgd
blijft bij online leeftijdsverificatie op (bijvoorbeeld zero knowledge identity proof).
De genoemde situaties en diensten kennen verschillende leeftijdsgrenzen en in verschillende
mate voorgeschreven online leeftijdsverificatie. Om die reden hecht ik er waarde aan
om uw Kamer een gebundeld inzicht te geven in wat het kabinet op de verschillende
onderwerpen doet qua wettelijke leeftijdsgrenzen en online leeftijdsverificatie. Deze
maatregelen zijn verspreid over verschillende bewindspersonen. U vindt dit overzicht
als bijlage.8 Met dit overzicht doe ik beide moties af.
Motie Van der Werf (D66)9 – monitoring schermtijd
De motie van het lid Van der Werf verzoekt de regering het gebruik van schermtijd
door jonge kinderen structureel in kaart te brengen. Daarnaast verzoekt die de regering
om met de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD), de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie
in de Regio (GHOR) en het Netwerk Mediawijsheid in gesprek te gaan over het standaard
informeren van ouders om overmatig gebruik tegen te gaan en handelingsperspectieven
te bieden.
Er bestaat sinds 2012 al een jaarlijkse monitor voor schermtijd van kinderen (uitgevoerd
door o.a. de Hogeschool Windesheim); deze kent echter een beperkte leeftijdsgroep
van 0 tot 6 jaar. BZK heeft daarom dit najaar onderzoek (mede)gefinancierd om ook
de schermtijd in kaart te brengen van de doelgroep 7- tot 13-jarigen. Begin volgend
jaar zal dit onderzoek gereed zijn en zal gekeken worden of dit onderzoek omgezet
kan worden in structureel onderzoek. In het kader van de meerjarige publiekscampagne
over online kinderrechten zal gekeken worden hoe het netwerk dat zich bezighoudt met
het (digitaal) welzijn van kinderen – waaronder GGD, GHOR, Netwerk Mediawijsheid,
maar bijvoorbeeld ook scholen – kan bijdragen aan het goed informeren van ouders en
kinderen. De meerjarige multimediale publiekscampagne zal na de zomer van 2025 gelanceerd
worden.
Motie Van Baarle (DENK)10– Cultuursensitief werken
Ik vind dat wij als overheid moeten staan voor goede dienstverlening aan onze burgers
en ondernemers. Daarbij hoort dat we ons kunnen inleven in situaties van mensen die
aan bijvoorbeeld een balie komen. Zodat we hun vragen snel kunnen beantwoorden en
proactief inspelen op wat zij nodig hebben. Het lid Van Baarle diende een motie in
over het bevorderen van cultuursensitief werken in dienstverlening en uitvoering.
Cultureel sensitief werken gaat over hoe bewust ambtenaren zich zijn van hun eigen
cultuur in relatie tot elkaar en de burgers voor wie de overheid beleid maakt en met
wie de overheid contact heeft. In de afgelopen periode heb ik in samenwerking met
experts, ervaringsdeskundigen, burgers en de publieke dienstverleners concrete acties
opgesteld om cultuursensitief werken te bevorderen. Deze acties zijn onder andere
het vergroten van het cultuurbewustzijn en het versterken van de vertrouwensband met
de burger. In de Gids Ambtelijk Vakmanschap wordt aandacht besteed aan het waardengedreven
werken bij de Rijksoverheid. Dienstbaarheid, inclusie en mensgericht werken maken
hier onderdeel van uit. In de gids wordt verwezen naar de concrete acties om cultuursensitief
werken te bevorderen, zodat in de praktijk beter kan worden aangesloten op de belevingswereld
van mensen in hun contact met de overheid. De motie beschouw ik hierbij als afgedaan.
Toezegging – Voortgang overheidsbrede visie generatieve artificiële intelligentie
(AI)
Op 18 januari jl. heeft het vorige kabinet de overheidsbrede visie op generatieve
AI gepubliceerd.11 In deze visie is toegezegd om uw Kamer eind dit jaar te informeren over de voortgang.
Hieronder sta ik daarom stil bij de belangrijkste ontwikkelingen aan de hand van de
verschillende actielijnen. Voor een verdere inhoudelijke toelichting verwijs ik u
ook graag naar de beantwoording van het schriftelijk overleg over de overheidsbrede
visie op generatieve AI, die voor de zomer met uw Kamer is gedeeld. Hierin worden
een groot aantal inhoudelijke thema’s rondom generatieve AI toegelicht.12 De kabinetsplannen en daarbij behorende (geprioriteerde) acties rondom de verantwoorde
inzet van (generatieve) AI zullen worden verbonden aan de Nederlandse Digitaliseringsstrategie
(NDS) en andere relevante beleidsstukken, zoals de Voortgangsrapportage Strategie
Digitale Economie.
Actielijn 1: Samenwerken
• Wat betreft het stimuleren van de maatschappelijke dialoog rondom (generatieve) AI,
zette de Nederlandse AI-Coalitie onder meer via de Nationale AI-cursus in op het starten
van een publiek debat over dit onderwerp.13
• In 2024 is er gewerkt aan een aanvraag voor Werk aan Uitvoering (WaU)-middelen om
drie pilots verder te brengen: een Fries taalmodel, inclusievere dienstverlening door
het gebruik van generatieve AI bij Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV)
en Sociale Verzekeringsbank (SVB), en het inzetten op een open Nederlands taalmodel
voor dienstverlening in samenwerking met het Nederlands Forensisch Instituut (NFI).
De komende jaren wordt gewerkt aan het in praktijk brengen van deze pilots, het delen
van geleerde lessen en, indien opportuun, aan het opschalen ervan.
• Op Europees niveau is het Ministerie van Economische Zaken (EZ) sinds januari 2024
onderdeel van de Alliance for Language Technologies European Digital Infrastructure Consortium (ALT-EDIC). Het doel is om een Europees technologiecentrum voor natuurlijke taalverwerking
op te zetten, zodat Europa strategisch en technologisch niet achterblijft op het gebied
van grote taalmodellen en om een breed ecosysteem te bouwen ter ondersteuning van
de adoptie van deze technologie binnen de EU.
Actielijn 2: Nauwgezet volgen van alle ontwikkelingen
• De Nederlandse Organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) werkt
in opdracht van BZK aan een overheidsbrede monitor generatieve AI; deze zal voor de
zomer van 2025 gereed zijn. Het doel van deze monitor is om beter zicht te krijgen
op de vele pilots en AI-toepassingen bij de overheid. Het vervolg van dit traject
zal zich richten op het ontsluiten van de beschikbare informatie aan de overheid,
zodat het wiel niet opnieuw wordt uitgevonden en overheden van elkaars inzet kunnen
leren en zich kunnen laten inspireren.
• Als onderdeel van de overheidsbrede visie op generatieve AI heeft het kabinet de Sociaal-Economische
Raad (SER) in januari 2024 gevraagd om met een advies te komen om de impact van AI
op de arbeidsproductiviteit, kwantiteit en kwaliteit van werk in kaart te brengen.
Dit advies wordt in het eerste gedeelte van 2025 verwacht.
• In opdracht van BZK werkt de Universiteit Utrecht aan een onderzoek om het duurzaamheidsaspect
bij de ontwikkeling en het gebruik van generatieve AI door de overheid nader te onderzoeken.
Dit zal in 2025 worden afgerond.
Actielijn 3: Vormgeven en toepassen wet- en regelgeving
• In het kader van de Europese AI-verordening14, die in augustus jl. in werking is getreden, werken de Ministeries van BZK, JenV
en EZ aan verschillende acties om de implementatie van deze EU-wetgeving goed te laten
verlopen:
○ Via een regiotour en een roadshow wordt voorlichting over de gevolgen van de AI-verordening
verleend met aandacht voor decentrale overheden en het MKB.
○ EZ heeft met toezichthouders een pilot opgestart om te oefenen met de regulatory sandbox15 en inzichten op te doen voor de definitieve inrichting hiervan in Nederland.
○ Nederland is vertegenwoordigd in de AI Board. Dit EU-gremium speelt een centrale rol
in het coördineren en waarborgen van de samenwerking tussen EU-lidstaten, met als
doel een uniforme uitvoering en toepassing van de AI-verordening binnen de hele EU.
○ Er worden verschillende instrumenten ontwikkeld om (overheids)organisaties te ondersteunen
bij de implementatie, zoals handreikingen, webinars, fysieke bijeenkomsten en inloopspreekuren.
Actielijn 4: Vergroten kennis en kunde
• Het voorlopige standpunt en de handreiking generatieve AI wordt momenteel in samenwerking
tussen het Rijk en medeoverheden doorontwikkeld tot een overheidsbreed standpunt en
handreiking. Deze zullen begin 2025 met uw Kamer worden gedeeld.
• De Rijksacademie voor Digitalisering en Informatisering (RADIO) verzorgt een opleiding
over generatieve AI. Via de WaU-pilots wordt erop ingezet om ook opleidingen aan te
bieden voor specifieke doelgroepen binnen overheidsorganisaties.
• In 2024 is er binnen de Community of Practice voor overheidspersoneel (meer dan 200 leden) veel (praktische) kennis gedeeld over
de verantwoorde inzet van generatieve AI bij de overheid.16
Actielijn 5: Innoveren met generatieve AI
• In 2024 hebben BZK, EZ en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
de mogelijkheid van een Nederlandse AI-faciliteit (of fabriek) verkend. Dit heeft
geleid tot drie scenario’s: bestaande middelen en instrumenten gebruiken, meer investeren
in Europese AI-fabrieken (EuroHPC), of een AI-fabriek in Nederland starten.17 De inzet is erop gericht begin 2025 uw Kamer hierover nader te informeren.
• Bij overheidsorganisaties vinden experimenten plaats op het gebied van generatieve
AI. Deze lopen uiteen van (interne) AI-chatbots tot het anonimiseren met behulp van
Large Language Models (LLMs). Ook via het innovatiebudget 2024 worden verschillende
pilots en experimenten rondom generatieve AI gestimuleerd.18
• Open State Foundation (OSF) heeft in het voorjaar van 2024 haar Kamerdebot – een LLM
die is getraind op Nederlandse open overheidsinformatie, waaronder openbaar beschikbare
Kamerstukken en speeches – opgeleverd. Het doel hiervan was onder andere om de kansen
en risico’s van huidige taalmodellen voor de democratie in kaart te brengen.
Actielijn 6: Sterk en helder toezicht houden en handhaven
• De uitvoeringswetgeving waarin het toezicht op de Europese AI-verordening wordt ingericht
in Nederland wordt voorbereid.
• In november 2024 hebben de toezichthouders onder aanvoering van Directie Coördinatie
Algoritmes (DCA) bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en de Rijksinspectie Digitale
Infrastructuur (RDI) hun advies uitgebracht over inrichting van het toezicht op de
AI-verordening.19
• In haar meest recente rapportage AI- & Algoritmerisico’s Nederland (RAN) heeft de
DCA bij de AP aandacht gevraagd voor generatieve AI. Zo wordt onder meer het belang
van een Europese aanpak op het gebied van generatieve AI benadrukt en worden de risico’s
rondom cybersecurity onderstreept.20
Toezegging – Cryptobeleid en bijbehorende kaders
Uw Kamer is toegezegd dat er beleid rondom cryptografie met bijbehorende kaders opgesteld
zou worden. Ik kan u informeren dat dit inmiddels is voltooid in de vorm van een beleidskader
cryptografie. De kern van dit beleidskader beschrijft de generieke aspecten bij het
opstellen van beleid voor cryptografie binnen de Rijksoverheid. Het beschrijft wat
in een departementaal cryptografiebeleid beschreven moet worden, maar schrijft niet
voor hoe het beleid moet worden ingevuld. Het document is bedoeld om relevante kaders
mee te geven aan Rijksoverheidsinstanties die leidend zijn voor zowel de processen,
de architectuur- als de inrichtingsprincipes rondom cryptografie.
Toezeggingen – I-Vakmanschap
Het hebben van voldoende goed gekwalificeerd personeel met kennis van Informatievoorziening
(IV) en Informatie- en communicatietechnologie (ICT) is essentieel voor het functioneren
van de overheid. Zoals hierboven is te lezen, hebben we er daarom in samenspraak met
de medeoverheden en publieke dienstverleners voor gekozen om digitaal vakmanschap
te markeren als één van de prioriteiten voor de Nederlandse Digitaliseringsstrategie.
Dat betekent dat we de huidige inzet voor de Rijksoverheid gaan versterken met een
gezamenlijke overheidsaanpak.
Dat betekent natuurlijk niet dat we stoppen met het huidige beleid dat we al voor
de Rijksoverheid voeren. Zo worden er wervingsevenementen georganiseerd – aan het
laatste evenement namen ruim 700 geïnteresseerden deel – en werken we aan grotere
pools van experts en een handreiking voor de Strategische Personeelsplanning (SPP).
Inzake die laatste twee punten zijn aan uw Kamer twee toezeggingen gedaan waar ik
kort bij stil wil staan.
Uitbreiden I-expertise
Aan uw Kamer is toegezegd de I-pools binnen de Rijksoverheid uit te breiden21. Het voor 2024 gestelde doel van vijftig experts is daarbij helaas niet gehaald.
Dit komt onder meer omdat de I-pools in de jaren daarvoor substantieel zijn uitgebreid
en ook door de wens om te bezuinigen op het ambtelijk apparaat en de schijnzelfstandigheid
terug te dringen.
Handreiking I-meerjarige personeelsplanning
Daarnaast is toegezegd een handreiking voor I-meerjarige personeelsplanning te ontwikkelen.
Dit is voor het onderwerp Informatiehuishouding gedaan middels een toolkit voor strategische personeelsplanning die organisaties kunnen gebruiken als handreiking.
Ik zal bezien of dit wordt uitgebreid voor andere onderwerpen. Ik zie erop toe dat
dit op een goede wijze wordt meegenomen in het als één overheid werken aan de Nederlandse
Digitaliseringsstrategie.
Toezegging22 – Code Goed Digitaal Openbaar Bestuur (CODIO)-kader
Zoals aan uw Kamer toegezegd, werk ik aan de toepassing van het Code Goed Digitaal
Openbaar Bestuur-kader (CODIO-kader) bij overheden door deze praktischer te maken
en beter in te passen in bestaande processen. Berenschot en de Universiteit Utrecht
hebben het CODIO-kader vertaald naar een praktisch toepasbaar instrument en getoetst
bij vier overheidsorganisaties (een gemeente, provincie, hoogheemraadschap en uitvoeringsorganisatie).
Daarnaast geven ze advies hoe dit te implementeren. Ik heb toegezegd om uw Kamer in
december van dit jaar verder te informeren over de toepassing van het CODIO-kader.
Echter, de oplevering van de eindrapportage is vertraagd, omdat het uitvoeren van
de pilotstudies langere tijd in beslag nam dan initieel voorzien. Daarom kan ik de
toezegging nog niet gestand doen. Het eindrapport is op 31 januari 2025 beschikbaar.
Ik zal uw Kamer daarom in de verzamelbrief van het eerste kwartaal van 2025 verder
informeren, en daarmee de toezegging nakomen.
Toezegging23 – Domeinnaamextensie voor overheidswebsites
In de Verzamelbrief Digitalisering van 22 december 2023 heeft de toenmalige Staatssecretaris
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aangekondigd een onderzoek te willen
laten uitvoeren om de organisatorische en financiële implicaties van invoering van
een domeinnaamextensie voor overheidswebsites, zoals bijvoorbeeld .gov.nl of .overheid.nl,
inzichtelijk te maken. Dit impactonderzoek is in voorbereiding en wordt in 2025 uitgevoerd.
Op basis van de uitkomsten kan een gewogen besluit over wel of geen invoering worden
genomen.
Appreciatie Landenrapport: State of the Digital Decade 2024
Op 2 juli 2024 heeft de Europese Commissie het tweede landenrapport van het Digitaal
Decennium gepubliceerd.24 Daarin wordt ook gekeken naar de BZK-beleidsterreinen digitale vaardigheden en publieke
dienstverlening, waarop ik hieronder reageer.
Het landenrapport benadrukt dat Nederland een zeer sterke bijdrage levert aan de doelstellingen
en ambities van het Digitale Decennium van de Europese Unie (EU). De Commissie benoemt
dat digitalisering in Nederland wordt gezien als een kans voor groei, concurrentiekracht
en veerkracht. Verder noemt de Commissie het hoge niveau van digitale basisvaardigheden
van de Nederlandse bevolking, evenals de geavanceerde staat van gedigitaliseerde dienstverlening
voor burgers en bedrijven. De meeste Nederlanders vinden dat digitalisering hun leven
makkelijker maakt, waarmee Nederland tot de koplopers in de EU behoort. Er blijven
echter belangrijke uitdagingen bestaan. De Commissie benadrukt dan ook de noodzaak
van blijvende aandacht om de digitaliseringsdoelstellingen te realiseren. Dit kan
worden bereikt door de voortzetting van het Nederlandse beleid op het gebied van digitale
vaardigheden en de verdere digitalisering van overheidsdiensten. Nederland sluit hierbij
aan bij de Europese ambities en overtreft deze al op het gebied van digitale vaardigheden.
De aanbeveling van de Commissie onderschrijf ik volledig: het is van groot belang
dat we blijven werken aan de ambities op het gebied van publieke dienstverlening en
digitale vaardigheden. Zoals ik in de Startbrief Digitalisering van 7 november 2024
aangaf, moet de overheid digitale technologie verantwoord inzetten en hoogwaardige
dienstverlening bieden aan burgers en ondernemers. Dit vormt de basis van ons digitaliseringsbeleid
en onze technologische ontwikkeling. In de Nederlandse Digitaliseringsstrategie, die
momenteel in ontwikkeling is, staat de burger dan ook centraal, waarbij we als één
digitale overheid optreden. Iedereen moet kunnen profiteren van de kansen van digitalisering
en beschermd worden tegen de risico’s. De aanbevelingen van de Commissie in het landenrapport
beschouw ik als een waardevolle steun en aansporing om onze digitaliseringsdoelen
te verwezenlijken.
Schriftelijke vragen foutieve geboortedata in de Basisregistratie personen
Tot slot deel ik uw Kamer mede dat de aan mij en de Minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties gestelde vragen van de leden Chakor (GroenLinks-PvdA) en Van
Nispen (SP) over foutieve geboortedata in de Basisregistratie personen25 (ingezonden op 6 december 2024) niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden
beantwoord. Voor de beantwoording van de vragen is meer tijd nodig vanwege het verzamelen
van de gevraagde cijfers over het aantal personen met een (gedeeltelijk) onbekende
geboortedatum in de BRP. Uw Kamer ontvangt de antwoorden zo spoedig mogelijk.
GDI-programmeringsplan 2025 en Monitor Digitale Overheid 2024
Tevens bied ik u hierbij het GDI-Programmeringsplan 2025 aan26. Dit plan geeft richting aan de ontwikkeling van de Generieke Digitale Infrastructuur
(GDI) voor 2025 en is opgesteld in nauwe samenwerking met uitvoeringsorganisaties,
medeoverheden en departementen die betrokken zijn bij de publieke dienstverlening.
De GDI is essentieel voor de digitale dienstverlening door publieke dienstverleners
aan burgers en ondernemers. Deze infrastructuur omvat een samenhangend stelsel van
voorzieningen, standaarden en afspraken die bijdragen aan veilige, toegankelijke en
effectieve digitale dienstverlening. Het programmeringsplan beschrijft de activiteiten
die in 2025 worden uitgevoerd om de GDI te beheren, verder te ontwikkelen en te vernieuwen.
Het GDI-programmeringsplan is ingebed in de bredere beleidskaders van de Meerjarenvisie
Digitale Overheid. Die meerjarenvisie wordt afgestemd op de Nederlandse Digitaliseringsstrategie,
waarover ik u eerder in deze brief nader heb geïnformeerd. Voor het programmeringsplan
van 2026 brengen we beheer, vernieuwing en innovatie van de GDI voor zover mogelijk
in lijn met de speerpunten van de NDS.
Ik bied u hierbij ook de Monitor Digitale Overheid 2024 aan27. Deze monitor geeft (kwantitatief) inzicht in het gebruik en de aansluitingen van
de onderdelen van de GDI.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
F.Z. Szabó
BIJLAGEN
Volgnummer
Naam
1
Tabel Planningsbrief 2025
2
Lijst afgedane moties en toezeggingen met verzamelbrief digitalisering december 2024
3
Uitkomsten verkenning Kinderautoriteit Persoonsgegevens
4
Gebundelde informatie rondom online leeftijdsverificatie
5a
GDI-programmeringsplan 2025
5b
Monitor Digitale Overheid 2024
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.Z. Szabó, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties