Brief regering : Adviezen Auditcommissies Gas- en Zoutwinning onder de Waddenzee monitoringsjaar 2023 en Auditcommissie Ameland
32 849 Mijnbouw
Nr. 255
BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 december 2024
Jaarlijks informeert het kabinet de Tweede Kamer over de monitoringsrapportages van
de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) en Frisia op de Waddenzee, geëvalueerd
door de Auditcommissies Aardgaswinning en Zoutwinning. Deze treft u aan bij deze brief.
In aanvulling daarop deelt het kabinet ook de monitoringsrapportage Aardgaswinning
bij Ameland van de NAM, geëvalueerd door de Auditcommissie Ameland, met de Tweede
Kamer. Deze laatste rapportage vindt niet jaarlijks maar 6-jaarlijks plaats.
De activiteiten van aardgaswinning en zoutwinning onder de Waddenzee en aardgaswinning
bij Ameland brengen complexe milieuvraagstukken met zich mee. De (mogelijke) impact
op de natuur en biodiversiteit vereist zorgvuldige monitoring. De monitoringsrapportages
waarborgen duurzaamheid, minimaliseren milieueffecten en beschermen de integriteit
van de Waddenzee en Ameland. De vraag hoe bij de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen
significante effecten in dit ecologisch waardevolle gebied worden voorkomen staat
bij de monitoring centraal.
Mede namens de Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
stuur ik de Tweede Kamer hierbij deze drie adviezen. Het eerste advies betreft de
monitoring van aardgaswinning onder de Waddenzee vanaf de locaties Moddergat, Lauwersoog
en Vierhuizen (MLV). Dit advies behandelt de resultaten van het monitoringsjaar 2023
en is op 30 oktober 2024 door de Auditcommissie Aardgaswinning aan mij voorgelegd.
Het tweede advies betreft de monitoring van zoutwinning in monitoringsjaar 2023. Dit
is op 10 oktober 2024 door de Auditcommissie Zoutwinning aan mij overhandigd. Het
derde en laatste advies betreft de evaluatie van aardgaswinning bij Ameland over de
periode 2017–2023. Dit is op 9 december 2024 door de Auditcommissie Ameland met mij
gedeeld. Tot slot geef ik aan op welke manier er rekening wordt gehouden met deze
adviezen.
Monitoring van aardgaswinning 2023
De Auditcommissie Aardgaswinning onderschrijft de conclusie van de NAM dat de bodemdaling
door aardgaswinning vanaf de locaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen in 2023
binnen de toegestane gebruiksruimte1 is gebleven. Daarnaast geeft de Auditcommissie aan dat er tot nu toe geen aanwijzingen
zijn voor veranderingen in de natuur van de Waddenzee en het Lauwersmeer die het gevolg
kunnen zijn van de bodemdaling veroorzaakt door aardgaswinning. Daarbij meldt de commissie
dat de aanbevelingen uit 2023 door de NAM zijn opgevolgd. Daarnaast heeft de Auditcommissie
Aardgaswinning een aantal adviezen voor het monitoringsonderzoek Aardgaswinning over
2024. Zo acht de commissie het van belang om de ontwikkelingen in korrelgrootte van
het sediment goed te volgen. Naast de adviezen geeft zij onder andere aan dat zij
zich kan vinden in de conclusie van de NAM dat er geen causaal verband is aangetoond
tussen de bodemdaling door aardgaswinning en de gevonden verschillen tussen het bodemdalingsgebied
en de rest van de Waddenzee. Dit geldt voor zowel de ontwikkelingen van bodemsamenstelling
als macrozoöbenthos.2
Monitoring van Zoutwinning 2023
De Auditcommissie Zoutwinning onderschrijft dat de effecten van de zoutwinning op
de bodemdaling in 2023 binnen de gebruiksruimte zijn gebleven. In het oordeel van
de Auditcommissie is de rapportage over meetjaar 2023 van goede kwaliteit en bevat
het degelijke achtergrondrapporten. Het monitoringsprogramma geeft volgens haar een
compleet en samenhangend beeld van de huidige situatie en trends in het gebied, zowel
voor (pleistocene) bodemdaling als voor de effecten op morfologie en de natuur. De
Auditcommissie stelt voor dat er verbeteringen mogelijk zijn op het gebied van zorgvuldigheid
bij het trekken van conclusies en het verminderen van onnauwkeurigheden in het rapport.
Daarnaast adviseert zij om kaarten op te nemen die meer inzicht geven in de ruimtelijke
patronen van de morfologische ontwikkelingen. Deze aanbevelingen zijn meegegeven aan
Frisia.
Met ingang van 1 januari 2024 geldt een nieuwe gebruiksruimte3 op basis van recente inzichten over zeespiegelstijging. Het advies van de Auditcommissie
is gebaseerd op deze nieuwe gebruiksruimte. De Auditcommissie Zoutwinning wijst erop
dat de relatieve zeespiegelstijging voor station Harlingen groter lijkt dan de gemiddelde
landelijke trend en adviseert het kabinet daarom om hier nader onderzoek naar te laten
doen en daar, zo nodig, bij het vaststellen van (nieuwe) gebruiksruimte rekening mee
te houden. Conform het advies van de auditcommissie zal het kabinet, Frisia vragen
om hier extra aandacht aan te besteden bij de monitoring over het jaar 2024.
Zesjaarlijkse evaluatie monitoring Ameland 2023
Iedere zes jaar laat de onafhankelijke Begeleidingscommissie Monitoring Bodemdaling
Ameland een externe audit uitvoeren van de rapportages over verzamelde onafhankelijke
monitoringgegevens. In de audit van de Waddenacademie in 2017 is de Begeleidingscommissie
geadviseerd om een integratie rapport te laten opstellen. Op basis van dit integratie
rapport heeft de Auditcommissie geconcludeerd (over de meetjaren 2017–2023) dat de
onderliggende deelonderzoeken degelijk uitgevoerd zijn en dat het integratierapport
van de begeleidingscommissie gerichte aanbevelingen doet om de monitoring te verbeteren.
De bodemdaling door aardgaswinning onder Ameland is, volgens de jaarlijkse meet- en
regelrapportage, 40 cm. Dit is in lijn met eerdere rapportages en komt niet als een
verrassing bij een veld van deze omvang. Daarbij zit deze geobserveerde bodemdaling
binnen de bandbreedte van het goedgekeurde winningsplan 2011. Ook zijn er bodemdalingsstudies
uitgevoerd en door NAM aangeleverd bij Staatstoezicht op de Mijnen (SodM). Het is
aan SodM om hier toezicht op te houden en zo nodig handhavend op te treden.
Het oordeel van de Auditcommissie is dat het monitoringprogramma en de evaluatie volstaan
om de effecten op Ameland in beeld te krijgen. Er is echter meer informatie nodig
om deze effecten te vertalen naar de gevolgen voor de instandhoudingdoelstellingen
van het Natura 2000-gebied Duin en Ameland.4 Daarom is het volgens de Auditcommissie van belang dat de monitoringsrapportage duidelijk
maakt of een kans bestaat dat de instandhoudingsdoelen in de toekomst niet meer gehaald
worden als gevolg van diepe bodemdaling door aardgaswinning. Daarbij is ook van belang
dat de aardgaswinning nog elf jaar doorloopt en diepe bodemdaling nog tot 2050. Als
die kans bestaat, moeten tijdig maatregelen genomen kunnen worden.
Voor meer grip adviseert de Auditcommissie om de gegevensanalyse te verdiepen en waar
nodig aanvullende metingen uit te voeren. Daarnaast geeft zij verschillende gerichte
adviezen voor analyse en interpretatie van de resultaten die vooral betrekking hebben
op het verbeteren van de systematiek, het hanteren van duidelijke beslisschema’s en
een helder toetsingskader, zodat met de aanvullende gegevens duidelijke en onderbouwde
conclusies getrokken kunnen worden over de haalbaarheid van instandhoudingsdoelen
en in hoeverre dit te maken heeft met diepe bodemdaling.
Hoe wordt rekening gehouden met deze adviezen?
De ministeries van Klimaat en Groene Groei en Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid
en Natuur zullen met de NAM en Frisia in overleg treden om de monitoring op basis
van de aanbevelingen die zijn gedaan waar mogelijk te verbeteren. Daarmee kan wellicht
beter in beeld gebracht worden of en in hoeverre diepe bodemdaling door aardgaswinning
gevolgen heeft voor de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden. Ten
slotte wordt nog opgemerkt dat het via het hand aan de kraan-principe mogelijk is
om de delfstoffenwinning onder de Waddenzee te beperken dan wel stop te zetten als
uit monitoring blijkt dat dit nodig is. Met de conclusies van bijgaande adviezen van
de Auditcommissies is dit echter niet het geval. Daarbij is in de evaluatie van 8 januari
2021 het Hand aan de kraan-principe als effectief beoordeeld en heeft dit principe
meermaals de rechterlijke toets doorstaan.
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei