Amendement : Amendement van het lid Westerveld over overleg tussen de minister en belangenorganisaties voor ervaringsdeskundige jongeren in de jeugdzorg
36 546 Wijziging van de Jeugdwet, de Wet marktordening gezondheidszorg en enige andere wetten teneinde te bevorderen dat jeugdhulp en gecertificeerde instellingen voor de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering steeds voldoende beschikbaar zijn (Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg)
Nr. 9
AMENDEMENT VAN HET LID WESTERVELD
Ontvangen 4 maart 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel I, onderdeel B, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ba
Na artikel 1a.3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 1a.4
1. Onze Minister pleegt geregeld overleg met de daarvoor in aanmerking komende belangenorganisaties
van jeugdigen over aangelegenheden van algemeen belang voor jeugdigen.
2. Onze Minister treft een regeling ter financiële ondersteuning van de vertegenwoordigers
van de in het eerste lid bedoelde belangenorganisaties, in verband met door hen te
verrichten werkzaamheden.
Toelichting
Jongeren hebben het recht om mee te praten en serieus te worden genomen. Dat volgt
onder meer uit Artikel 12 van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Bovendien
blijkt de inzet van ervaringsdeskundigheid van meerwaarde en wordt dit steeds breder
erkend. Daarom is het een vreemde figuur dat inspraak van jongeren niet is vastgelegd
in de wet die hier bij uitstek over gaat: de Jeugdwet. Met bijgevoegd amendement wil
indiener deze omissie repareren.
In dit amendement wordt geregeld dat de Minister overleg dient te plegen met belangenorganisaties
voor ervaringsdeskundige jongeren in de jeugdzorg. Te denken valt aan bestaande organisaties
die nu al regelmatig worden gevraagd mee te praten over beleid. Een optie is ook om
de in wording zijnde overkoepelende organisatie Generation Youthcare deze rol te geven.
Het tweede lid stelt dat hiertoe ook een regeling opgesteld dient te worden voor financiële
steun, zodat geborgd wordt dat de daartoe aangewezen vertegenwoordigers van jongerenorganisatie
of – organisaties deze taak kunnen vervullen. Indiener is zich ervan bewust dat er
al gebruik wordt gemaakt van ervaringsdeskundigheid, en dat er incidentele financiële
steun is. Met dit amendement wordt dat structureel gemaakt, zodat de betreffende organisaties
zekerheid krijgen en kunnen investeren in een professionele organisatiestructuur.
De wetstekst is ontleend aan artikel 3.3 van de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk
Onderzoek, waar de positie van de landelijke studentenorganisaties LSVb en ISO is
geborgd en de Minister op basis van dit wetsartikel regelmatig overleg pleegt met
deze organisaties. Ook in het kader van kansengelijkheid, vindt indiener het van belang
dat jongeren die in de jeugdzorg zitten op eenzelfde manier het recht van inspraak
krijgen als studenten. Zeker omdat het hier gaat over een groep jongeren die vaak
op alle onderdelen van hun leven in een kwetsbare positie zitten.
Westerveld
Indieners
-
Indiener
Lisa Westerveld, Kamerlid