E-mailprocedure : Behandeling wetsvoorstel Defensiematerieelbegrotingsfonds

Aan de leden en de plaatsvervangende leden van de vaste commissie voor Defensie
 
Geachte leden,
 
Het Kabinet heeft op 27 maart 2020 aan de Kamer een brief met spoedeisende wetsvoorstellen aangeboden, met het verzoek die op korte termijn af te doen. In die brief is op verzoek van het ministerie van Defensie ook het wetsvoorstel inzake het Defensiematerieelbegrotingsfonds opgenomen, onder meer in verband met tijdige verwerking in de komende begroting. Dit wetsvoorstel was na ontvangst van de Nota naar aanleiding van het Verslag door uw commissie al aangemeld voor plenaire behandeling en stond op de plenaire agenda van de week van 16 maart. Uiteindelijk is die behandeling niet doorgegaan vanwege de Coronacrisis.
 
Op dit moment vindt in de verschillende Kamercommissies behandeling van de bovengenoemde brief van 27 maart plaats, en wordt per wetsvoorstel een vervolgprocedure afgesproken. Nu het voor uw commissie slechts om één spoedeisend wetsvoorstel gaat, neemt uw voorzitter aan dat er u mee kunt leven dat uw commissie via een e-mailprocedure over dit wetsvoorstel besluit.
 
Uw voorzitter stelt gezien het voorgaande, de vanwege de Coronacrisis veranderde situatie en de slechts zeer beperkt beschikbare vergadermogelijkheden in de komende weken voor om het wetsvoorstel inzake het Defensiematerieelbegrotingsfonds als hamerstuk voor plenaire afdoening aan te melden, er van uitgaande dat u dit wetsvoorstel ook als spoedeisend ziet. Ik verzoek u uiterlijk maandag 6 april a.s. om 14.00 uur  door een reply-all op dit e-mailbericht te laten weten of u met dit voorstel* kunt instemmen.
 
 
*Toelichting
De e-mailprocedure is geregeld in artikel 36, vierde lid, van het Reglement van Orde, luidende: 4. Indien een voorstel eenvoudig en spoedeisend van aard is, kunnen de leden van de commissie langs schriftelijke weg over dat voorstel besluiten. De voorzitter van de commissie beslist of een voorstel eenvoudig en spoedeisend van aard is. Het besluit, bedoeld in de eerste volzin, wordt genomen als ware de Kamer in voltallige samenstelling bijeen en zou zij stemmen als bedoeld in artikel 69, derde lid. Dit betekent dat in een e-mailprocedure een voorstel is aangenomen indien het door een absolute Kamermeerderheid wordt gesteund.
  
Met vriendelijke groet,
Mr. T.N.J. (Tim) de Lange