E-mailprocedure : Voorstel om een schriftelijke reactie te vragen van de minister van SZW naar aanleiding van een uitspraak van het College voor rechten van de mens met betrekking tot leeftijdsdiscriminatie

Van: Commissie SZW
Verzonden: woensdag 18 mei 2016 15:48
Aan: GC-Commissie-SZW
Onderwerp: E-mailprocedure - Voorstel lid Krol om een schriftelijke reactie te vragen van de minister van SZW naar aanleiding van een uitspraak van het College voor rechten van de mens met betrekking tot leeftijdsdiscriminatie
 
Geachte (plv) leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
 
Hieronder treft u aan een voorstel van het lid Krol  om de minister van SZW om een schriftelijke reactie te vragen op een uitspraak van het College voor de Rechten van de Mens, en de handelwijze van de reorganisatiecommissie. Verder wordt gevraagd of een beeld gegeven kan worden van recente reorganisaties bij rijksinstellingen, en in hoeverre hierbij het afspiegelingsbeginsel is gehanteerd.  
Graag verneem ik uiterlijk vrijdag 20  mei om 12.00 uur  of u met het verzoek van het lid Krol kunt instemmen (graag een Allen beantwoorden op dit e-mailbericht). Spoedig daarna zal ik u informeren of het voorstel is aangenomen*.
 
Met vriendelijke groet,
Harmanda Post
Plaatsvervangend griffier
Griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Tweede Kamer der Staten-Generaal

*Toelichting
De e-mailprocedure is geregeld in artikel 36, vierde lid, van het Reglement van Orde, luidende:
   4. Indien een voorstel eenvoudig en spoedeisend van aard is, kunnen de leden van de commissie langs schriftelijke weg over dat voorstel besluiten. De voorzitter van de commissie beslist of een voorstel eenvoudig en spoedeisend van aard is. Het besluit, bedoeld in de eerste volzin, wordt genomen als ware de Kamer in voltallige samenstelling bijeen en zou zij stemmen als bedoeld in artikel 69, derde lid.
 
Dit betekent dat in een e-mailprocedure  een voorstel is aangenomen indien het door een absolute Kamermeerderheid wordt gesteund.
  
Van: Brink van den D.
Verzonden: woensdag 18 mei 2016 14:42
Aan: Post H.; Commissie SZW
Onderwerp: Voorstel 50PLUS om via E-mail procedure een schriftelijke reactie te vragen van de minister van SZW naar aanleiding van een uitspraak van het College voor rechten van de mens met betrekking tot leeftijdsdiscriminatie
 
Dag Harmanda,
 
Gisteren heeft het College voor de rechten van de Mens geoordeeld, dat de Vrije Universiteit in Amsterdam bij een reorganisatie twaalf oudere medewerkers op grond van hun leeftijd heeft gediscrimineerd.
(zie: Oordeelnummer 2016-41. https://mensenrechten.nl/publicaties/oordelen/2016-41 ).
 
Bij deze reorganisatie werden vooral 50-plussers ontslagen. Omdat de reorganisatie vooral oudere medewerkers treft, is er sprake van indirecte leeftijdsdiscriminatie, aldus het College voor de Rechten van de Mens.
De VU heeft aan het College niet kunnen aantonen dat er voldoende is gedaan om niet of minder te discrimineren op leeftijd.
 
Bij de reorganisatie van de faculteit der Aard- en Levenswetenschappen (FALW) van de VU verliezen in totaal 37 werknemers hun baan. Twee derde van hen is 50 jaar of ouder.
12 medewerkers stapten naar het College van de Rechten van de Mens. Het vermoeden van leeftijdsdiscriminatie ontstond toen de ontslagen medewerkers een bijeenkomst hadden met de voorzitter van de reorganisatiecommissie. Hij zei dat na de reorganisatie het wetenschappelijk onderzoek gedaan moet worden door mensen die goedkoper zijn. “Mensen van rond de dertig in plaats van rond de vijftig.”
 
Henk Krol stelt voor de minister van SZW om een schriftelijke reactie te vragen op deze uitspraak, en de handelwijze van de reorganisatiecommissie.
 
Verder wordt gevraagd of een beeld gegeven kan worden van recente reorganisaties bij rijksinstellingen, en in hoeverre hierbij het afspiegelingsbeginsel is gehanteerd.  

Met vriendelijke groet,

David van den Brink
Beleidsmedewerker