Naar de commissie
Een wetsvoorstel gaat naar een commissie van de Tweede Kamer. In zo’n commissie zitten Kamerleden uit verschillende fracties die veel weten over een bepaald onderwerp. Een wetsvoorstel over de zorg gaat bijvoorbeeld naar de commissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
De commissie beoordeelt het wetsvoorstel
De commissie behandelt het wetsvoorstel schriftelijk. Dat betekent dat de commissieleden vragen kunnen stellen over het wetsvoorstel. De minister beantwoordt deze vragen. Soms wordt een wetsvoorstel besproken in een wetgevingsoverleg. Dit is een commissievergadering waarin alleen het wetsvoorstel wordt besproken.
Het kan zijn dat veel leden in een commissie andere ideeën hebben over het wetsvoorstel dan de minister. Als de minister en Kamerleden het niet met elkaar eens zijn, kunnen Kamerleden een wijzigingsvoorstel, een amendement, indienen. Hier leest u meer over op de pagina Naar de plenaire zaal.
Commissies doen onderzoek als ze een wetsvoorstel behandelen. Ze voeren bijvoorbeeld gesprekken met experts en gaan op werkbezoek. Ook gaan ze in gesprek met mensen die iets gaan merken van de nieuwe wet, bijvoorbeeld in hun werk of dagelijks leven. Meer informatie over Tweede Kamercommissies vindt u op de pagina Commissies van de Tweede Kamer.
Het wetsvoorstel voor de nieuwe donorwet is eerst besproken door de commissie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op 12 februari 2014. De commissieleden bespraken dit met experts, bijvoorbeeld juristen, gezondheidsexperts, belangenverenigingen en patiëntenorganisaties. Het voorstel werd van alle kanten bekeken, waaronder de voor- en nadelen. Het kan bijvoorbeeld voor nabestaanden lastig zijn als een overleden familielid geen keuze heeft gemaakt en daardoor als orgaandonor geregistreerd staat. Al dit soort overwegingen zijn meegenomen door de commissie. Welke stappen zijn er vervolgens gezet? Lees meer: van de commissie naar de plenaire zaal.