Femicide is al jaren een groot probleem in Nederland, in de top 3 in Europa, en de cijfers zijn ook al jaren stabiel: iedere 8 dagen wordt in ons land een vrouw vermoord, 6 op de 10 slachtoffers door een partner of een ex. Vaak op het moment dat de vrouw de relatie wil verbreken of net heeft verbroken. Nadine, Eva, Sylvana, Esmee, Shella, de lijst met slachtoffers is eindeloos. Nabestaanden en vrouwen die een moordaanslag overleven zien achteraf de signalen. En iedere keer vinden buren, kennissen en collega's het erg wat er gebeurt en brengen media het bericht van de (poging tot) vrouwenmoord als een losstaand feit. Maar er verandert niets, mede omdat het patroon niet wordt gezien. Regelmatig hoor ik van slachtoffers die een moordaanslag overleefden, maar ook van nabestaanden en slachtofferadvocaten, dat er meerdere keren naar de politie wordt gestapt om aangifte te doen of om melding te maken van lichamelijk of psychisch geweld. De politie vertelt hen dan dat er niets kan worden gedaan omdat er geen bewijs is. Maar in artikel 1 van de politiewet staat duidelijk dat ze 2 taken hebben: rechtshandhavng en zorg: ‘…..het waken over de veiligheid van personen.’ Het is dan ook de taak van de politie om eerder op te treden en niet te wachten tot het te laat is om nog in te grijpen. Hier kan en moet mijns inziens de overheid ingrijpen. In 2016 heeft Nederland de Istanbul Conventie ondertekend, waarbij de overheid de verplichting is aangegaan om huiselijk geweld met wetgeving te bestrijden en te voorkomen. De overheid faalt hierin. Voor de podcast Vrouwenmoord heb ik ook geprobeerd antwoorden te krijgen van de overheid. Maar ik ben van het kastje naar de muur gestuurd: minister Yesilgöz verwees naar minister Weerwind, die naar het minsterie van VWS verwees. De minister van dat ministerie wist niet wat femicide is en de verantwoordelijk staatssecretaris komt met algemeenheden. Prioriteit of enige urgentie om als overheid wat te doen aan femicide is er niet of nauwelijks. Dat blijkt ook uit de oproep van experts aan de overheid in maart dit jaar: het Landelijk Netwerk Veilig Thuis en de Vrouwenopvang verlangen van de overheid een betere aanpak inzake femicide. Ik denk daarbij dat ook de strafbaarstellling van vrouwenmoord een goede toevoeging zou zijn. Voor mannen (of vrouwen) die hun partner of ex vermoorden zou in het wetboek van strafrecht een aparte straf(maat) met betrekking tot femicide moeten komen. In 2021 wordt Eva Veerman vermoord door haar partner met wie ze de relatie wil beëindigen, de dader overlijdt later door zelfdoding. De politie doet vanwege de zelfdoding geen onderzoek en sluit het onderzoeksdossier. En dat is een groot punt, niet alleen voor de registratie van femicide, maar ook voor nabestaanden die met veel vragen blijven zitten. Ieder jaar weer worden zo’n 40 vrouwen vermoord, zonder dat dat überhaupt wordt geregistreerd als femicide. Zo kán de grootte van het probleem van vrouwenmoord ook niet duidelijk worden. Betere registratie van femicide kan leiden tot het nemen van maatregelen. Door de overheid maar ook door slachtoffers zelf. Dit heeft ook betrekking op dat patroon waar ik het aan het begin over heb. De vrouwen die ik spreek en een moordaanslag hebben overleefd, zijn boos en verdrietig dat zij moeten vluchten, alles achter moeten laten, een nieuw leven moeten opbouwen op een geheim adres. Zij vinden dat juist de dader elders ondergebracht zou moeten worden. Een contactverbod of noodknop helpt hen niet als iemand het in zijn hoofd heeft om iemand te vermoorden. Dit geldt ook voor slachtoffers van huiselijk geweld en stalking. Een systeem waarbij de dader elders verplicht een nieuw leven opbouwt zou voor de slachtoffers beter zijn. In het buitenland wordt (het voorkomen van) femicide serieus genomen door de overheid, waarbij huiselijk geweld als signaal wordt gezien. Zo wordt in Spanje nagedacht over het waarschuwen van mishandelde vrouwen als hun partner eerder is veroordeeld voor huiselijk geweld. In Engeland kunnen vrouwen bij de politie informeren of hun (nieuwe) vriend een strafblad heeft met betrekking tot huiselijk geweld. De Nederlandse overheid zou dit soort voorbeelden uit het buitenland kunnen meenemen in maatregelen tegen femicide. Uit representatief onderzoek dat Hart van Nederland deed voor de podcast Vrouwenmoord, blijkt dat maar weinig Nederlanders weten wat femicide is: in december 2022 was dat 33 procent. Anderhalve maand later, nadat de podcast is gelanceerd weet 50 procent dat er vrouwenmoord mee wordt bedoeld. Bewustwording kan bijdragen aan het omlaag brengen van de cijfers. Als politie, hulpverleners en vrouwen zelf de signalen herkennen, kunnen ze op tijd maatregelen nemen en kan mogelijk vrouwenmoord worden voorkomen. Het probleem zal nooit helemaal kunnen worden opgelost, maar meer maatregelen vanuit de overheid kan bijdragen aan minder slachtoffers door femicide. Esther Monsma Journalist Hart van Nederland 1. Cijfers omlaag 2. Politie trainen om te handelen 3. Prioriteit vanuit overheid 4. Strafbaarstelling femicide 5. Registratie 6. Bewustwording 7. Maatregelen vanuit overheid