Geachte griffier,

 

Onderstaand een voorstel van Gerard mbt het COA voor de procedure vergadering van vanmiddag.

 

Met vriendelijke groet,

Carolina de Fey
Beleidsmedewerker
Veiligheid & Justitie en Immigratie & Asiel
D66 Tweede Kamerfractie

 _______

Naar aanleiding van de verontrustende berichten over het COA, vindt de D66-fractie het van belang dat extern onafhankelijk onderzoek plaatsvindt naar de problemen die zich binnen het COA zouden afspelen.

De leden menen dat de minster als politiek verantwoordelijke voor het COA en gezien de plaats van het COA binnen de keten van Immigratie en Asiel, een zelfstandige verantwoordelijkheid heeft om de feiten op tafel te krijgen. Zij vragen de minister onderzoek te verrichten naar de gestelde problemen en naar het functioneren van het COA als zelfstandige organisatie binnen de keten van Immigratie en Asiel.

Zij stellen zich daarbij de volgende onderzoeksvragen voor:

 

1. In hoeverre is sprake van een angstcultuur bij het COA? Waar blijkt dat concreet uit?

2. Indien inderdaad sprake is van een verziekte bedrijfscultuur, wat zijn daarvan de

    oorzaken? 

4. Hoe heeft zowel het interne als externe klachtrecht, gezien de aanwezige

    klachtmogelijkheden bij het COA, in deze gefunctioneerd?

    Waren klachten over de bedrijfsvoering al eerder aangekaart binnen en/of buiten het

    COA? Wat is er met die klachten gedaan?

    Waarom is in deze geen gebruik gemaakt van het Klokkenluidermeldpunt?

5. Hoe verhoudt het functioneren van de Raad van Toezicht, de

    bestuursvoorzitter/directeur en het management zich tot de klachten die nu

    naar buiten zijn gekomen over de bedrijfscultuur en bedrijfsvoering van het COA?

6. Hoe heeft de Raad van Toezicht gefunctioneerd in de aansturingsrelatie met het

    bestuur en hoe heeft de bestuursvoorzitter/directeur

    gefunctioneerd in de aansturingsrelatie met het management en het personeel?

7. Wat is in de afgelopen jaren de verstandhouding geweest tussen de

    Ondernemingsraad en de bestuursvoorzitter?

    In hoeverre heeft de Ondernemingsraad van het COA, als vertegenwoordigingsorgaan

    van het personeel en in zijn relatie tot de Raad van toezicht en tot de

    bestuursvoorzitter, zijn functie naar behoren kunnen uitvoeren?

8. Hoe zijn de publieke gelden door het COA de afgelopen jaren besteed als het gaat om

    bezoldigingen, externe inhuur en opvanglokaties?

9. Wat zijn de voor- en nadelen van de wijze waarop het interne toezicht en het externe

    toezicht zijn georganiseerd in de huidige zbo-

    constructie? Kan in de huidige zbo-constructie optimaal toezicht (zowel intern als

    extern) worden gehouden op de bedrijfsvoering van het COA? Kan bovendien met

    voldoende snelheid worden ingegrepen wanneer zaken dreigen te ontsporen of niet in

lijn zijn met afspraken tussen COA en ministerie?