Vragen over privacy leerlingen
21 januari 2015, debat - Doen scholen voldoende om de privacy van hun leerlingen te waarborgen? De Kamer spreekt hierover met staatssecretaris Dekker (Onderwijs).
Ontwikkelaars van digitale lesprogramma's verwerken dagelijks met naam en toenaam de vorderingen van de basisschoolleerlingen die met hun software werken. Dit blijkt uit berichtgeving van RTL. Dat deze leerlinggegevens bij commerciƫle partijen terecht zijn gekomen, is volgens de meeste woordvoerders ongewenst. Bovendien heeft het ministerie van Onderwijs onvoldoende gedaan met een kritisch rapport van PricewaterhouseCoopers (PwC) over dit onderwerp, stellen Van Meenen (D66), Rog (CDA), Van Dijk (SP) en Ypma (PvdA). Daarmee is Dekker het oneens. Volgens hem is het rapport, bedoeld voor beleidsvoorbereiding, uitgebreid besproken met het onderwijsveld.
Scholen zijn verantwoordelijk voor leerlinggegevens
Is het uitwisselen van persoonsgegevens van leerlingen nodig om goed onderwijs te geven? Die vraag moeten scholen zichzelf volgens de staatssecretaris stellen bij het aanschaffen van digitale leermiddelen. Daarbij gaat het volgens hem om "need to know" en niet om "nice to know". Het is in de ogen van Beertema (PVV) belangrijk om scholen daarbij enige vrijheid te geven, zodat digitalisering niet in de kiem wordt gesmoord. Maar doordat een beperkt aantal uitgeverijen digitale leermiddelen aanbiedt, betoogt Van Meenen, hebben scholen een zwakke onderhandelingspositie. Straus (VVD) wil dit oplossen met modelcontracten, een convenant en het vergroten van de expertise bij scholen.
Pseudonimisering kan privacyproblemen oplossen
Als leerlingen onder een codenaam inloggen op het digitale lesmateriaal, zijn ze bij uitgeverijen niet meer bekend onder hun eigen naam. Door deze pseudonimisering weet alleen de school dan om wie het echt gaat. Dit zou voor het begin van het nieuwe schooljaar geregeld moeten zijn, vindt Ypma. Maar Dekker weet niet zeker of dat technisch haalbaar is. Oude, nog niet gepseudonimiseerde gegevens moeten vervolgens worden vernietigd, betoogt Van Dijk. Het gevaar is wel dat dan nuttige informatie over de ontwikkeling van leerlingen verloren gaat, reageert de staatssecretaris.
Betrokkenheid ouders is belangrijk
Moeten ouders instemmen met het gebruik van persoonsgegevens van leerlingen? Ze zouden expliciet toestemming moeten geven aan de school, vindt Rog. Maar dit is wettelijk niet verplicht, benadrukt de staatssecretaris, die het wel belangrijk vindt om ouders erbij te betrekken. In dat licht reageert hij positief op Van Meenens suggestie om hun een instemmingsrecht te geven bij het vaststellen van het privacyreglement. Dat geldt ook voor het pleidooi van Straus voor een privacy impact assessment.
De Kamer stemt 27 januari over de ingediende moties.
Zie ook:
- Het overzicht van de laatste debatten in het kort
De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.