Kamer bespreekt personeelsbegroting Defensie

2 november 2015, begroting - De Kamer bespreekt in de behandeling van de begroting van Defensie verschillende onderwerpen betreffende het personeel met minister Hennis (Defensie).

De woordvoerders en de minister uiten hun waardering voor de inzet van het Defensiepersoneel, volgens allen "het belangrijkste kapitaal van Defensie". Er zijn echter zorgen over de personele inzetbaarheid, geoefendheid en gereedheid van de krijgsmacht, ondanks aangekondigd extra geld. Knops (CDA) heeft uit een rondetafelgesprek met militairen geconcludeerd dat het leger "met één been in het graf" staat. Er is inderdaad ingeteerd op het personeel, en dat zegt ook iets over de verwachtingen en uitdagingen op dit gebied, stelt Hennis. Daarnaast leven in de Kamer vragen over onderzoeken naar giftige stoffen, de opbouw van het personeelsbestand en de reservisten.

Financiering van personeelszaken is nog niet exact bekend

Er komt extra geld voor Defensie, maar Jasper van Dijk (SP) constateert dat de minister in haar begroting zelf aangeeft dat niet duidelijk is hoeveel daarvan naar het personeel gaat. Die onduidelijkheid kan niet, vindt Eijsink (PvdA), ook omdat de Kamer de minister dan niet kan controleren. De informatie over het extra geld kwam te laat om het nog in de begroting te verwerken, laat Hennis weten. Knops vindt dit onacceptabel en wil die informatie voor 11 november hebben: "Geen blanco cheque". De minister belooft voor de stemmingen over de begroting met een brief te komen.

Er is kritiek op de onderzoeken rond PX-10 en chroom-6

Veel Defensiepersoneel heeft gewerkt met de giftige stoffen chroom-6 en PX-10. Er is kritiek op de onderzoeken daarnaar. Onder anderen Eijsink en De Roon (PVV) willen meer vaart in het onderzoek naar chroom-6, maar Hennis antwoordt dat zorgvuldigheid vooropstaat. Hachchi (D66) acht het de dure plicht van de regering om in dit dossier de (ex-)Defensiemedewerkers duidelijkheid te geven. Van Dijk hamert op heropening van het volgens hem omstreden onderzoek naar PX-10. Er komt geen nieuw onderzoek omdat er geen nieuwe feiten zijn, reageert de minister. Om "onrust weg te nemen" zal zij begin 2016 wel een voorlichtingsbijeenkomst met alle betrokkenen organiseren.

Scheefgroei in het personeelsbestand moet worden tegengegaan

Door de vele reorganisaties is er scheefgroei in het personeelsbestand ontstaan, merkt Teeven (VVD) op. Hij suggereert om afscheid te nemen van het huidige "gesloten personeelssysteem", dat de doorstroom van lagere naar hogere rangen tegenhoudt. Volgens de minister wordt dit al meegenomen in de ontwikkeling van een flexibel personeelssysteem bij Defensie. Ook de verhouding tussen mannen en vrouwen in het leger vinden sommige woordvoerders belangrijk. Eijsink en Hachchi willen de Kaderwet dienstplicht, die niet wordt toegepast, symbolisch aanpassen: de dienstplicht zou dan voor mannen én vrouwen gelden. Dat wil de minister wel onderzoeken. Ze is niet voor het instellen van vrouwenquota in het leger, wel voor eventuele openstelling van het Korps Mariniers voor vrouwen, zoals Hachchi vraagt.

Problemen met reservisten zijn eenmalig en tijdelijk

Bij de reservisten is veel onrust ontstaan over snijden in de middelen, merken verschillende Kamerleden op. Ronduit teleurstellend dat "een veenbrand een uitslaande brand is geworden", vindt Teeven. Onafhankelijk Kamerlid Houwers vraagt de minister hoe het zover heeft kunnen komen. Hennis verwerpt het beeld van "een onverantwoord fors snijden in het reservistenbudget": de gekozen maatregelen waren nodig, maar zijn tijdelijk. In de ogen van Eijsink moeten reservisten een "onlosmakelijk" deel van de Defensieorganisatie worden. Het instellen van een reservistengeneraal in plaats van een reservistenkolonel, zoals Teeven bepleit, wordt meegenomen in pilots, belooft Hennis.

De Kamer stemt op 17 november over de ingediende moties en later dit jaar over de begroting.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort
  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.