Uitgelicht : Armoede en schulden
De commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid houdt op donderdag 10 december 2020 van 13.00 tot 17.00 uur een algemeen overleg over het armoede- en schuldenbeleid. Staatssecretaris Van ’t Wout van Sociale Zaken en Werkgelegenheid komt daarvoor naar de Tweede Kamer.
Volg live
Het overleg is in de Thorbecke zaal van de Tweede Kamer. Via deze website kunt u live meekijken of meeluisteren. Of kijk via de app en website Debat Direct.
Agenda en verslag
U kunt alle stukken doornemen die bij deze vergadering horen. Zodra het woordelijk verslag van het overleg klaar is, kunt u dit ook via deze link lezen.
Extra geld voor aanpak schulden en armoede
Door de coronacrisis krijgen waarschijnlijk meer mensen te maken met ernstige financiële problemen. Het kabinet stelt 146 miljoen euro extra beschikbaar om de aanpak van schulden en armoede te versterken. Daarvoor zijn afspraken gemaakt met gemeenten en betrokken organisaties over verschillende maatregelen, die ervoor moeten zorgen dat mensen niet te lang met hun financiële problemen blijven rondlopen. Dat ze weten hoe ze schulden kunnen voorkomen. En, als ze schulden hebben, weten waar zij welke hulp kunnen krijgen. Gemeenten krijgen meer geld voor onder andere de gemeentelijke schuldhulpverlening. Zij moeten sneller afspraken maken met de verschillende schuldeisers, zodat de persoon met schulden eerder geholpen kan worden.
Kinderarmoede
Ook de aanpak van kinderarmoede wordt uitgebreid. Veel gezinnen met een laag inkomen vragen geen hulp, terwijl ze daar wel voor in aanmerking komen. Kinderarmoede moet eerder gezien worden, zodat gemeenten en scholen ouders kunnen laten weten welke hulp er mogelijk is. Het kabinet wil dat ook jeugdgezondheidszorg en huisartsen hierin een rol krijgen. Op verzoek van het ministerie van SZW worden de gemeenten bij hun aanpak van kinderarmoede ondersteund door Divosa, de vereniging van directeuren van sociale diensten. Voor de scholen binnen het primair en voortgezet onderwijs is de handreiking ‘Omgaan met armoede op scholen’ ontwikkeld. De handreiking biedt scholen ondersteuning in het omgaan met armoede en laat zien hoe je armoede kunt signaleren en wat er daarna gedaan kan worden.
Waarborgfonds
Daarnaast komt er een waarborgfonds om problematische schulden sneller af te kunnen wikkelen. De vereniging voor schuldhulpverlening (NVVK) pleit al een geruime tijd voor een dergelijk fonds en ook door de Tweede Kamer is hier bij de algemene politieke beschouwingen om gevraagd. Met het waarborgfonds worden onder meer zogenoemde saneringskredieten geregeld. Zo'n saneringskrediet zorgt ervoor dat de persoon met schulden nog maar aan een organisatie hoeft te betalen: de kredietverstrekker. Die zorgt er op zijn beurt weer voor dat de schuldeisers deels worden afbetaald en een deel van de schuld aan het einde wordt kwijtgescholden. De plannen hiervoor worden nog uitgewerkt in overleg met onder andere de NVVK, de kredietbanken, SchuldenlabNL en vrijwilligersorganisaties zoals Schuldhulpmaatje. Het kabinet hoopt dat in de eerste helft van 2021 het fonds kan worden ingesteld.
Mensen met schulden beter beschermd
Op 1 januari 2021 treedt de nieuwe Wet vereenvoudiging beslagvrije voet (Wvbvv) in werking. Deze wet is bedoeld om mensen met schulden beter te helpen. De beslagvrije voet – het bedrag dat over moet blijven om van te leven en waar schuldeisers niet aan mogen komen – blijkt in de praktijk vaak te laag te worden vastgesteld. Veel mensen met schulden komen daardoor onder het absolute bestaansminimum terecht. Dit komt omdat schuldeisers niet van elkaar weten dat ze beslag leggen op hetzelfde inkomen. Ook moeten mensen die in de schulden zitten zelf informatie over bijvoorbeeld inkomen, schulden of woonlasten doorgeven. En dat gaat vaak niet goed. De nieuwe wet moet hier verandering in brengen. Voortaan ligt de verantwoordelijkheid voor het verzamelen van de financiële informatie niet langer bij de mensen met schulden, maar bij de gerechtsdeurwaarder of de gemeente. De Belastingdienst en uitkeringsinstantie UWV leveren de informatie aan. De wet zou eerst per 1 januari 2019 ingaan maar wegens problemen met de benodigde ICT-aanpassingen bij de overheid ging dat niet door.